Lokaal beleid en ondermijning
Behalve met behulp van de APV en vergunningen kan de lokale overheid ook met behulp van een beleidsnota regels vastleggen om bepaalde vormen van criminaliteit aan te pakken.

Daarnaast kan de lokale overheid een eigen invulling geven aan bepaalde wettelijke mogelijkheden.
De burgemeester is bevoegd om lokaal beleid vast te stellen dat zich specifiek richt op bepaalde lokale probleemgebieden.
Het coffeeshopbeleid kan er bijvoorbeeld op gericht zijn om de overlast van verkooppunten te verminderen. In het beleid kan worden bepaald of er sprake is van uitsterfbeleid en waar de coffeeshops zich mogen vestigen (bijvoorbeeld niet in de buurt van scholen).
De gemeente heeft de mogelijkheid om een aanvrager van een vergunning met een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te controleren op relevante criminele antecedenten. De gemeente heeft ook de mogelijkheid een bepaalde wijk of branche geheel door te lichten.
Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
Met de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) heeft een gemeente een snel, goedkoop en gemakkelijk instrument in handen om bij een vergunningaanvraag te controleren of een aanvrager relevante criminele antecedenten op zijn naam heeft staan.
De aanvrager (dit kan zowel een natuurlijk persoon als een bedrijf zijn) krijgt deze verklaring indien zijn gedrag geen bezwaar oplevert voor een vergunningaanvraag. Een VOG is bijvoorbeeld verplicht voor onderwijzers en taxichauffeurs.
Gemeenten kunnen er ook toe besluiten de VOG verplicht te stellen voor een vergunningaanvraag voor bepaalde branches. Denk aan de cannabissector (coffeeshops en smartshops) en de prostitutiesector. Het verdient de aanbeveling dit instrument in te zetten in combinatie met andere middelen.
Preventieve doorlichting
De gemeente heeft ook de mogelijkheid een bepaalde wijk of branche geheel door te lichten. Dit zal zij in de regel samen met haar partners uitvoeren (met behulp van een integrale aanpak). Een gedegen probleemanalyse is een belangrijke onderlegger voor een dergelijke doorlichting.
De preventieve doorlichting kan ook door een externe partij worden uitgevoerd, bijvoorbeeld een onderzoeksbureau.