Ga naar de inhoud

Proeftuinen Aanpak uitbuiting Roma kinderen

Laatst gewijzigd op: 13-03-2024

handen die elkaar vasthouden, ter illustratie van het CCV-dossier Criminaliteit binnen familienetwerken

In 2011 zijn het toenmalige ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het programma Aanpak uitbuiting Roma kinderen gestart. Dit gebeurde mede op verzoek van het VNG Platform Roma gemeenten. De gemeenten constateerden dat zij hulp van de rijksoverheid nodig hadden om langdurige en complexe problematiek gerelateerd aan deze gezinnen het hoofd te bieden. De gemeenten zagen zich onder meer geconfronteerd met:

  • Een extreem hoge mate van schoolverzuim
  • Overlast in de woonomgeving
  • Zeer geringe arbeidsparticipatie
  • Grote uitkeringsafhankelijkheid
  • Een oververtegenwoordiging in de criminaliteit.

Met name de beperkte ontwikkelingskansen van het kind binnen het gezin baarden grote zorgen.

Concrete instrumenten en methodieken

Tot en met 2016 hebben elf proeftuinen (de gemeenten Veldhoven, Nieuwegein, Ede, Lelystad, Capelle aan den IJssel, Tilburg, Enschede, Den Bosch, Gilze en Rijen, Nationale Politie en het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering) concrete instrumenten en methodieken ontwikkeld. Deze middelen helpen ook andere gemeenten om een consequente aanpak te ontwikkelen en de kinderen in deze multiprobleemgezinnen betere kansen bieden op volwaardige participatie.

Problematiek en context

In Capelle aan den IJssel wonen ongeveer 100 Roma. De meeste gezinnen wonen in de wijk Schollevaar. Uit de meest recente gegevens blijkt dat in de gemeente een derde van de Roma kinderen leerplichtig is.

De belangrijkste problemen onder de Roma in Capelle zijn werkloosheid, overlast en voortijdig schoolverlaten. Veel Roma jongeren dreigen door vroegtijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs af te haken. Deze oudere leerlingen ronden hun opleiding vaak niet af. Veel ouders zien vanuit hun culturele achtergrond de meerwaarde niet van het volgen van onderwijs en stimuleren hun kinderen onvoldoende om hun opleiding af te maken.

Specifieke doelgroep

Kinderen uit gezinnen met een Roma achtergrond in de leeftijd tussen 6 en 15 jaar en vrouwen (moeders) met een Roma achtergrond.

Korte omschrijving methodiek/product

Huiswerkbegeleiding

Huiswerkbegeleiding wordt ingezet om de hoge schooluitval tegen te gaan en de leerplicht te versterken. De huiswerkbegeleiding (voor circa 20 kinderen) wordt ook ingezet om de eigenwaarde van de kinderen te vergroten.

Conversatielessen

Laaggeletterde Roma vrouwen (moeders) volgen conversatieochtenden. Het doel is om het taalniveau van deze vrouwen te verbeteren. Daarmee wordt ook de zelfredzaamheid van de vrouwen vergroot.

Organisatie

Het Roma beleid valt in Capelle onder het integratiebeleid. Vanuit de leerplicht is er extra aandacht voor kinderen met een Roma achtergrond.

Bij de afdeling Sociale Zaken is er één casemanager gespecialiseerd in de Roma. Deze persoon is verantwoordelijk voor alle Roma met een uitkering in de gemeente.

De zogenoemde ‘stedelijke contactfunctionaris’ van de gemeente Capelle is een schakel tussen de allochtone gemeenschappen, de zelforganisaties van Roma en de gemeente.

Eens per kwartaal vindt er voor het  project ‘huiswerkbegeleiding’ een (monitorings)overleg plaats met de huiswerkbegeleider/docent, Roma contactpersoon, leerplichtambtenaar, casemanager sociale zaken, stedelijke contactfunctionaris, een beleidsmedewerker en de scholen.

Werkwijze

Huiswerkbegeleiding voor Roma kinderen

Capelle aan den IJssel biedt ondersteuning aan schoolgaande Roma kinderen met huiswerkbegeleiding. De gemeente wil hiermee het niveau van de leerlingen verhogen. Er is bijzondere aandacht voor meisjes tussen de 11 en 15 jaar, voor oudere leerlingen in het basisonderwijs ter voorbereiding van de Cito-toets en basisschoolleerlingen bij het aanleren van computervaardigheden. Tevens wordt er voorlichting over het voortgezet onderwijs aan ouders aangeboden.

De leerplichtambtenaar monitort de onderwijscarrière van de kinderen. De huiswerkbegeleider (docent) moet bekend zijn met de Roma. Belangrijk aspect is de acceptatie van de docent, een positieve benadering, geduld en het tonen van interesse.

Conversatie-/koffieochtenden voor moeders

Tijdens de conversatie-ochtenden voor moeders van Roma kinderen wordt er gewerkt aan de kennis van de Nederlandse taal. De moeders worden ingedeeld op taalniveau.

Dit niveau wordt bepaald na gebruik van de zgn. ‘Taalmeter’ en het eerste individuele resultaat fungeert als nul-meting. Vervolgens krijgen de vrouwen taalles. De gespreksstof in de lessen betreft de bespreking van gezamenlijke problemen of andere issue’s. Zo is er bijvoorbeeld tijdens de lessen aandacht voor het belang van onderwijs voor hun kinderen voor een toekomstperspectief.

Indicatoren voor succes van de conversatie-ochtenden:

  • Mate waarin geplande activiteiten zijn uitgevoerd.
  • Mate waarin stok-achter-de-deur  is ingezet.
  • Mate van deelname (%).
  • Ervaringen van de Roma moeders.
  • Ervaringen docenten.
  • Resultaten Taalmeter(nul- en een-meting)meting.

Stok-achter-de-deur voor deelname aan het programma is het inhouden van  de WWB-uitkering (Wet Werk en Bijstand). Indicatoren voor succes van de conversatie-ochtenden:

  • Mate waarin geplande activiteiten zijn uitgevoerd.
  • Mate waarin stok-achter-de-deur  is ingezet.
  • Mate van deelname (%).
  • Ervaringen van de Roma-moeders.
  • Ervaringen docenten.
  • Resultaten Taalmeter(nul- en een-meting).

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

Ede is een van de gemeenten die Roma families hebben opgenomen na het generaal pardon.

Jarenlang is er geïnvesteerd in de aanpak van de complexe problemen. De proeftuin werd aangegrepen om met name schooluitval en uithuwelijking tegen te gaan.

Specifieke doelgroep

De ketenpartners en Roma ouders.

Korte omschrijving methodiek/product

Aanpak uitbuiting Roma-kinderen door:

  • Sociaal Interventieteam (SIT) dat regie voert over de ketenpartners. Het SIT functioneert naast de sociale wijkteams.
  • Onderzoek naar strafrechtelijke mogelijkheden gedwongen huwelijken.
  • Toezien op de uitvoering van de leerplichtwet door middel van Last onder Dwangsom bij absoluut verzuim (zie ook Nieuwegein).

Organisatie

Sociaal Interventie Team van de gemeente Ede.

Werkwijze

  • Het SIT bestaat uit een coördinator en 4 procesregisseurs. Een van de procesregisseurs houdt zich specifiek met multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond bezig. Voor de 3 anderen is het een onderdeel van hun takenpakket.
  • De gemeente Ede zocht nieuwe mogelijkheden om gedwongen huwelijken tegen te gaan. De wetgeving die gedurende de proeftuinperiode is ingevoerd, is niet bruikbaar in de aanpak van gedwongen Roma huwelijken. Er is namelijk geen formeel huwelijk.
  • De gemeente probeerde in de proeftuin een last onder dwangsom bij de Leerplichtwet uit om schoolverzuim te minimaliseren.

Resultaten

Er is een afname van de handelingsverlegenheid binnen de teams. Dit komt onder meer doordat het duidelijker is geworden wie wat gaat doen en dat heeft vervolgens het aanspreken op elkaars taken en verantwoordelijkheden verbeterd.

Door de focus op uithuwelijking zijn meer zaken aan het licht gekomen en dat heeft de informatiepositie van de gemeente verbeterd.

De last onder dwangsom is opgelegd. Sinds de invoering van de last onder dwangsom zijn er meer inschrijvingen op het onderwijs. De last wordt toegepast als kinderen niet voor een bepaalde datum zijn ingeschreven of als kinderen niet naar school gaan. De dreiging van de dwangsom alleen lijkt effect te hebben. In het geval dat de last onder dwangsom daadwerkelijk is opgelegd, werd schoolgang uiteindelijk toch bewerkstelligd.

Naast de last onder dwangsom wordt er geïnvesteerd in de samenwerking met de leerplichtambtenaar en de jeugdbeschermers. Dat zorgt voor een positieve ontwikkeling: er wordt meer doorgepakt dan voorheen.

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

De gemeenten Enschede  en Oldenzaal trekken samen op in deze proeftuin. Enschede telt circa 100 Roma gezinnen met meer dan 450 personen. Dit aantal is niet absoluut. Er zijn ook personen met Roma achtergrond die tijdelijk in Enschede wonen of personen die geen legale status hebben. In Oldenzaal wonen meer dan 50 personen met Roma achtergrond. Vanuit de proeftuin is er intensieve samenwerkingtussen de gemeente Enschede en het Leger des Heils. Dit heeft geleid tot meer inzicht en deskundigheid in de uitvoering.

Problemen met schoolgang, het behalen van startkwalificaties en een beperkte deelname aan het arbeidsproces zijn speerpunten bij het bevorderen van integratie en participatie van Roma.

De gemeente Enschede vermeld met nadruk de bijzondere omstandigheden waaronder de proeftuin gestart en uitgevoerd is. Omstandigheden die volgens de gemeente het niet altijd even makkelijke maakten de focus en resultaatgerichtheid op de proeftuin te houden. Bij bijvoorbeeld de verbinding tussen veiligheid en zorg. Deze omstandigheden zijn: vorming van sociale wijkteams en van Nationale Politie, reorganisaties bij verschillende instellingen en de vluchtelingencrisis.

Specifieke doelgroep

Professionals in de zorg en veiligheid, Romagezinnen (jeugd met onvoldoende startkwalificaties).

Korte omschrijving methodiek/product

In de pilot is gewerkt aan 3 doelstellingen:

  • Kwaliteitsverbetering lokale zorgstructuren op complexe problematiek door het terugdringen van handelingsverlegenheid en door te komen tot een effectief en efficiënt werkproces (zie Organisatie).
  • Versterken van internationale samenwerking (met o.a. Duitsland) op het gebied van veiligheid en zorg.
  • Intensief contact leggen met de Enschedese Romapopulatie. Door de opgebouwde relatie met de doelgroep kan samen met hen gezocht worden naar structurele oplossingen voor een verdergaande integratie/participatie.

Organisatie

Integrale samenwerking is 1 van de 3 hoofdlijnen voor de proeftuin. De noodzakelijke verbinding van ‘veiligheid en zorg’ is hiervoor een van de uitgangspunten geweest. Met hulp van het Leger des Heils is de werkwijze omschreven aan de hand van verschillende stappen of faseringen (zie stroomschema). Voor de uitvoering  heeft de gemeente een aantal basisregels opgesteld.

Er zijn 2 verschillende proceslijnen ingericht: 1 voor eenvoudige enkelvoudige ondersteuning, met de focus op efficiency en 1 voor maatwerk voor complexe, vaak meervoudige ondersteuning met regievoering door een regisseur.

Deze laatste proceslijn vergt van betrokken hulpverleners veel meer dan het oplossen van ‘zichtbare’ problemen en is meer gericht op het verkrijgen van inzicht en motivatie van cliënten. Dit lijkt een open deur, maar de ervaring leert dat (te) vaak door hulpverleners/ondersteuners veel inzet wordt gepleegd op symptomen zoals (huur)schulden, woning uitzettingen etc. terwijl er vaak te weinig aandacht is voor de achterliggende oorzaken.

Voor gezinnen met complexe multiproblematiek ziet de gemeente Enschede de middelen ‘dwang, drang handhaven en bemoeizorg’ (in het geval wet- en regelgeving worden overtreden) als belangrijke hulpmiddelen om een doorbraak in de gezinnen te forceren.

In het werkproces voor de aanpak/ondersteuning van complexe multi-probleem gezinnen worden de chronologische stappen beschreven die de meeste kans op succes geven (van ‘signalering’ tot en met de eventuele ‘nazorg’). De fasen zijn: signaleringsfase, informatiefase, motivatiefase (op korte en lange termijn en opstellen doelen), planningsfase (o.a. taakverdeling in- en extern en aanstellen casusregisseur), uitvoeringsfase (op korte of lange termijn), meetfase, uitvoeringsfase II en afrondingsfase.

Internationale samenwerking

De bij de gemeente bekende Roma families onderhouden intensief contact met families die in Duitsland in het grensgebied woonachtig zijn. Om zicht te krijgen op de (Duits/Nederlandse) mobiliteit van multiprobleemgezinnen en de mate van (risico op) uitbuiting van (jonge)  kinderen is contact gelegd met overheden in Nordrhein-Westfalen. Het doel is ook om belemmeringen en knelpunten met elkaar te delen. Inmiddels is een netwerk opgebouwd met Duitse gemeenten en wordt de samenwerking verder versterkt  en geformaliseerd.

Werkwijze

De ervaringen die het afgelopen jaar zijn opgedaan, hebben de gemeente geleerd dat er bij de Roma doelgroep een intensievere inzet aan coaching en training noodzakelijk is dan gebruikelijk. Er bestaan veel complexe en belemmerende factoren zoals o.a. de sterk wisselende intrinsieke motivatie. Het alleen aanbieden van educatie en arbeidstoeleiding is onvoldoende voor deze doelgroep om te komen tot duurzaam participeren en re-integreren. Met kennis van de cultuur moet de begeleider de cliënt wegwijs maken in een wereld die hij/zij wellicht kent maar waar hij/zij geen ervaring in heeft opgebouwd.

Nadat bleek dat er nauwelijks Roma in het bezit zijn van een startkwalificatie en/of (betaald) werk, is besloten om de expertises op dit gebied te bundelen om te komen tot een effectieve(re) inzet die meer succes op het gebied van participatie van Roma in brede zin oplevert. Door middel van multidisciplinaire aanpak en nauwe samenwerking met betrokken maatschappelijke partijen (waaronder een netwerk aan bedrijven) dient de afstand tot de arbeidsmarkt zodanig gereduceerd te worden dat het verwerven van een baan een reëel perspectief is.

Er is gekozen voor een projectstatus waarbij Roma zich aan kunnen melden voor een opleiding en werk. Dit betreft een regulier traject die voor alle inwoners van Enschede beschikbaar is. In de toeleiding zit echter een verschil. Kenmerkend voor de Roma is dat zij over het algemeen nog verder afstaan van de arbeidsmarkt. Het Leger des Heils werkt samen met de cliënten die zich aanmelden, toe naar een plek op de arbeidsmarkt.

Voor duurzaam effect wordt daarnaast coaching over een langere termijn geboden (ten aanzien van het vergroten van maatschappelijke-, sociale- en werknemersvaardigheden).

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

Eind jaren 70 en begin jaren 80 heeft zich in Lelystad een aantal gezinnen met een Roma achtergrond gevestigd. Deze groep bestaat inmiddels uit in totaal zo’n 250-300 personen. Wat deze families uit Lelystad onderling én met een aantal families in andere gemeenten verbindt, is dat een groot deel van hen gelijktijdig op humanitaire gronden is gelegaliseerd en het feit dat men onderling familiebanden onderhoudt.

Lelystad was destijds één van 11 opvanggemeenten in Nederland waarover een aantal families, in totaal 450 á 500 personen, werden verdeeld. De meeste personen uit deze families hebben een Roma-achtergrond. Ondanks alle inspanningen de afgelopen jaren van veel betrokken partijen in Lelystad, is nog steeds sprake van een diversiteit aan problemen, die bovendien zeer hardnekkig van aard blijken te zijn. Dit leidt er onder meer toe dat vooral de kinderen binnen de betreffende gezinnen soms ernstig worden belemmerd in hun ontwikkeling en soms slachtoffer zijn van uitbuiting. De gemeente omschrijft zichzelf als een gemeente met een ‘gemiddelde’ Romaproblematiek.

Specifieke doelgroep

Professionals en multiprobleemgezinnen.

Korte omschrijving methodiek/product

Lelystad realiseert in de proeftuin een structurele inbedding van de persoons- c.q. familiegerichte aanpak van de multiproblematiek bij gezinnen met een Roma-achtergrond.

Voor de proeftuin zijn aandachtspunten voor de ketenaanpak: de stabiliteit van de keten, de noodzakelijke (verdere) verbreding van kennis en informatiepositie (oa. de toename van kennis over de culturele aspecten van de Roma en inzicht in de gezondheid van Romakinderen), zodat de ketenaanpak minder afhankelijk wordt van enkele personen. Verder is continuering van de aanpak is van belang, ook als de politieke prioriteit hiervoor vermindert. De gemeente staat hierbij de ontwikkeling van een zogenaamde ‘integrale multiprobleemgezinnen’ aanpak voor ogen. Inmiddels spreekt de gemeente Lelystad na afloop van de proeftuin van een ‘stabiele Romapopulatie’.

In de praktijk van de proeftuin in Lelystad hebben een aantal projecten en accenten centraal gestaan:

  • Intensieve begeleiding Romajongeren
  • Arbeidstoeleiding jongeren met een Roma-achtergrond
  • Activiteiten in het kader van verbetering van integratie van Roma in de Nederlandse samenleving
  • Aanpak van kind-huwelijken.

Organisatie

Aanvankelijk richtte Lelystad  zich op het verbeteren van deelname van Romakinderen aan het onderwijs. De gemeente heeft ingezien dat op de lange termijn een verbreding van de aanpak nodig was en om tot een integrale aanpak te komen. Door een integrale aanpak konden ook alle partners beter op één lijn gebracht worden.

In de integrale aanpak is sprake van een zowel preventieve als repressieve benadering: dat betekent perspectief bieden én handhaven.

Alle professionals betrokken bij de verschillende aanpakken of projecten worden gesteund door een medewerker vanuit de gemeente. Deze medewerker (uitvoerend projectleider) heeft als taak om de professional in zijn rol te zetten en verzorgt de dagelijkse aansturing. Daarnaast is er een thematisch wijkagent, die zich bezighoudt met Roma. Er is een nauwe samenwerking met de uitvoerend projectleider. Lelystad kent geen apart ‘Romateam’ of een ketenregisseur.

De bestuurlijke afstemming vindt plaats in een projectgroep, bestaande uit gemeente, politie, Openbaar Ministerie, RIEC Midden-Nederland, Samen Veilig Flevoland, Veilig Thuis Flevoland, Raad voor de Kinderbescherming, Welzijn Lelystad, GGD Flevoland en Werkbedrijf Lelystad.

Voor de verschillende projecten zoals Arbeidstoeleiding en Integratie zijn begeleidingsgroepen gevormd, bestaande uit vertegenwoordigers van betrokken partijen.

Burgemeester en betrokken partijen hebben een samenwerkingsconvenant getekend. De aanpak is tevens vermeld in het Integraal Veiligheidsplan van de gemeente en is in de (interne) ‘Stuurgroep Veiligheid’ van de gemeente ook regelmatig bij het onderwerp van gesprek. In 2013 heeft de gemeente een plan van aanpak vastgesteld: ‘De aanpak van multiproblematiek onder gezinnen met een Roma-achtergrond in de gemeente Lelystad’.

Werkwijze

Naast de verbeterde organisatie van de aanpak (zie hierboven) zijn er nog enkele highlights uit de proeftuin te noemen:

  • De ontwikkeling (en uitvoering) van het protocol ’voorkomen en aanpak van gedwongen uithuwelijking’.
  • De ontwikkeling (en uitvoering van de methodiek) ‘intensieve begeleiding jongeren’.
  • De ontwikkeling (en  uitvoering van een methodiek) van een aanpak op schoolverzuim, en de toeleiding naar scholing en werk van Romajongeren.

Voor de thema’s integratie en arbeidstoeleiding lichten we hieronder enkele activiteiten toe:

Integratie

Sedert medio 2013 worden door de stichting Step Up 4 Youth, sport- en recreatieve activiteiten uitgevoerd. Deelnemers zijn kinderen met verschillende achtergronden, niet alleen Roma. Verder worden, in samenwerking met de gemeente, schoonmaakacties in de wijk uitgevoerd waarbij kinderen zijn betrokken. Zo wil men kinderen wijzen op hun verantwoordelijkheid voor hun woonomgeving.

Het tweede initiatief betreft de Romavereniging Nederland. Deze vereniging houdt zich bezig met individuele ondersteuning van Roma en organiseert activiteiten voor jongeren vanaf 12 jaar.

Arbeidstoeleiding

De gemeente richt zich in eerste instantie op jongeren die een uitkering krijgen en jongeren die een opleiding hebben afgerond. Aan de hand van het profiel van de jongere wordt een plan van aanpak gemaakt. Hiervoor zijn 25 jongeren in beeld. Het aantal deelnemers na één jaar bedraagt 7. Alle jongeren worden actief en intensief benaderd en uitgedaagd mee te doen aan een traject.

Waar nodig zal gebruik wordt gebruik gemaakt van drang en dwang. De extra inzet betreft de begeleiding van Romajongeren die geen uitkering hebben en die niet werken. De inzet bestaat uit actieve bemiddeling naar werkgevers, waarbij werkgevers gebruik kunnen maken van stimuleringsmaatregelen op het terrein van werkgelegenheid. Verder bevordert de gemeente dat Roma die nu werkzaam zijn bij een bedrijf of organisatie, de rol van ambassadeur c.q. begeleider voor nieuwe werknemers willen vervullen.

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

Eind jaren 70 zijn zo’n 100 personen met een Roma-achtergrond in Nieuwegein komen te wonen. De groep is via een generaal pardon in Nederland toegelaten. De inschatting is dat deze groep is uitgegroeid tot circa 400 personen.

Met een aanpak, welke in 2009 startte, werd een grote verbetering in schoolgang bewerkstelligd en nam tevens de overlast voor de (directe) omgeving af. Ondanks de inspanningen van de gemeente kan nog niet worden gesproken over een succesvolle deelname van Roma in de samenleving. De problematiek is niet alleen hardnekkig, maar overstijgt soms de gemeentelijke mogelijkheden.

Specifieke doelgroep

Professionals en multiprobleemgezinnen met een Roma-achtergrond.

Korte omschrijving methodiek/product

De diverse aanpakken en instrumenten in Nieuwegein zijn vanuit diverse invalshoeken tot stand gebracht. Het doel is uiteindelijk grip te krijgen op de hardnekkige problematiek en daarmee de gezinnen en hun omgeving te helpen. Voor de verschillende aanpakken (zie ‘Werkwijze’) werd de samenwerking met verschillende partners aangescherpt.

Hoofdthema’s en instrumentarium

  • Aanpak schoolverzuim: Nieuwegein ontwikkelde een protocol ‘uitschrijving leerplichtige kinderen’ en ontwikkelde een training voor professionals om signalen voor kinderuitbuiting binnen Romagezinnen te herkennen.
  • Aanpak misbruik Basisregistratie personen: Voor de medewerkers burgerzaken wordt eveneens de training signaleren kinderuitbuiting aangeboden.
  • Ketenversterking politie-justitie-gemeente: De versterking van deze keten is bedoeld om de aanpak kinderuitbuiting efficiënter en effectiever te maken. Onder meer is er een onderzoek gedaan naar de uitbuiting van kinderen met een Roma-achtergrond en is de agendering binnen de keten aangepast.

Organisatie

Binnen Nieuwegein is het regieteam CMPG (Complexe MultiProbleemGezinnen) actief. Casusregisseurs uit het team nemen in gevallen van multiproblematiek met een aanvullende complexiteit, de procesregie op zich over de organisaties en instellingen die bij het gezin betrokken zijn. Ten behoeve van de samenwerking is een convenant, werkproces en privacyreglement opgesteld.

Tijdens de proeftuinperiode van het programma ‘aanpak uitbuiting (Roma)kinderen’ zijn de contouren voor een doorontwikkeling van de regierol vastgesteld. Dit is mede ingegeven door de decentralisaties: de komst van social teams en de opgave ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’.

De afgelopen jaren is bestuurlijk draagvlak gecreëerd onder de betrokken organisaties en instellingen. Er wordt hierin blijvend geïnvesteerd door 2x per jaar een bestuurlijke bijeenkomst te houden met alle betrokken partijen.

De middelen ten behoeve van het regieteam CMPG zijn vanaf 2016 structureel in de gemeentelijke begroting geborgd.

Niet alle multiproblematiek wordt automatisch casuïstiek voor het gemeentelijke regieteam CMPG. Er zijn veel cliënten met meervoudige problemen die in de reguliere zorg- en hulpverlening goed geholpen worden. Het toevoegen van gemeentelijke regie is in die gevallen overbodig.

Werkwijze

Aanpak schoolverzuim

Op het voortgezet onderwijs is er sprake van veel schoolverzuim. Mede hierdoor maken weinig leerlingen hun school af. Bij het voortgezet onderwijs wordt het verzuim mede veroorzaakt door een hoog ziekteverzuim. De voortgezet onderwijsinstellingen maken melding van gedragsproblematiek. Het gaat bijvoorbeeld om intimidatie door Romaleerlingen. Om bovengenoemde knelpunten aan te pakken ontbreekt het aan kennis over specifieke Romaproblematiek op scholen en aan handelingsperspectief op scholen en hun ketenpartners.

In de proeftuin is getracht deze problematiek verder aan te pakken. Hiertoe zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:

  • De ketenaanpak uitschrijving van leerplichtige kinderen uit 2012 is geëvalueerd en geactualiseerd.
  • Het gebruik van de ‘last onder dwangsom bij absoluut schoolverzuim is geëvalueerd.
  • Met het Openbaar Ministerie is gesproken over mogelijkheden om de lange doorlooptijd in de afhandeling van processen-verbaal van leerplicht te verkorten.
  • Er is met de ketenpartners een ketenaanpak ontwikkeld hoe te handelen bij ziekteverzuim.
  • Er is met ketenpartners gesproken over gedragsproblematiek van (Roma)kinderen op school en mogelijkheden hoe hiermee om te gaan.
  • Er is een training ontwikkeld over (signaleren van) uitbuiting en Roma-cultuur.

Aanpak misbruik Basisregistratie personen

Een belangrijk doel van de proeftuinen is het opwerpen van barrières om mensenhandel zoveel mogelijk tegen te gaan. In Nieuwegein is geconstateerd dat enkele hiaten in de gemeentelijke basisadministratie er voor zorgen dat de gemeente (onbedoeld) bij in-/uitschrijvingen onbedoeld mensenhandel zou kunnen faciliteren. Nieuwegein heeft zich naar aanleiding van deze analyse gericht op het aanpakken van de volgende knelpunten:

  • Tekort aan kennis bij uitvoerende professionals (baliemedewerkers) over hoe signalen van uitbuiting en mensenhandel te detecteren.
  • Uitvoerende professionals weten nu onvoldoende waar zij vermoedens kunnen melden.
  • Uitvoerende professionals worden geconfronteerd met dwingende en intimiderende handelswijzen van de aanvragers.

Om deze effecten van deze knelpunten tegen te gaan, is inmiddels aan medewerkers burgerzaken de in eigen beheer ontwikkelde training ‘signaleren kinderuitbuiting (Roma)gezinnen’ aangeboden.

Ketenversterking politie-justitie-gemeente

Gedurende de proeftuinperiode heeft men verkend hoe de inzet van de keten “politie en justitie” binnen de integrale aanpak is te verstevigen en uit te breiden.

Zo is aan de hand van een specifieke casus de voortgang en daaruit voortvloeiende plannen van aanpak, op elke driehoek (burgemeester, basisteamchef politie en gebiedsofficier van Justitie) geagendeerd. In de voorbereiding op de driehoek heeft steeds afstemming plaatsgevonden van de gemeentelijke projectleider van de proeftuin met een medewerker van de politie en van het Openbaar Ministerie.

Doel van deze afstemming was om inzicht te krijgen in de belemmeringen die ketenpartners (hieronder ook de zorgpartners gerekend) ervaren en welke mogelijkheden benut kunnen worden om deze belemmeringen op te lossen.

Meer lezen

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

Binnen de gemeente Tilburg (207.000 inwoners) bleek de problematiek onder de Roma gemeenschap een hardnekkig terugkerend probleem. Het probleem manifesteerde zich op verschillende leefgebieden en varieert van het onttrekken aan onderwijs en preventieve medisch zorg tot (woon)overlast en/of criminele activiteiten. Deze meest complexe problematiek werd herhaaldelijk opgeschaald naar het team Procesregie in het Zorg- en Veiligheidshuis. Verschillende disciplines gaven aan vast te lopen in de hulpverlening; men wist vaak niet hoe te handelen (handelingsverlegenheid).

Korte omschrijving methodiek/product

De gemeente Tilburg wilde in de pilot een instrument ontwikkelen dat op de Roma en mogelijk andere complexe doelgroepen kan worden ingezet om een structurele verandering teweeg te brengen. Het moest antwoord geven op de vraag welk instrument kan worden toegepast bij het tegengaan van het inzetten van kinderen bij criminele activiteiten en hoe de gemeente tegelijkertijd een veilig en stabiel opvoedklimaat kon bevorderen.

Specifieke doelgroep

Pleegmoeder en (pleeg)kinderen.

Organisatie

Kernteam is ondergebracht bij het Zorg- en Veiligheidshuis Midden-Brabant en bestaat uit:

  • Jongerenwerk
  • Gezinsmanagement (verbonden aan het Zorg- en Veiligheidshuis)
  • Jeugdzorg
  • Politie
  • Traverse, budgetbegeleiding
  • Coördinator Repressieve Aanpak (gemeente)
  • Handhaving (gemeente)
  • Raad voor de Kinderbescherming
  • Coördinator plaatsing Pleegzorg
  • Consulent Woningbouwvereniging
  • Leerplichtambtenaar

Werkwijze

Voor de pilot is een multidisciplinair kernteam opgestart, specifiek gericht op de complexe problematiek binnen de Tilburgse Romagemeenschap. Het kernteam was de ambassadeur voor de nieuwe integrale aanpak/visie. Ambassadeur voor de eigen achterban, maar ook voor scholen, zorginstellingen, horeca, detailhandel, et cetera.

Vernieuwend is dat binnen de pilot een vrouw uit de Romagemeenschap centraal is gezet in samenspraak met de gemeenschap en betrokken partijen. Zij was de zogenaamde ‘pleegmoeder’ en fungeerde als rolmodel. Binnen de pilot zijn kaders opgelegd aan de pleegmoeder, die haar zowel bescherming als grenzen boden.

De pilot is tweeledig. De combinatie concrete casus (pilot) en kernteam (instrument) is bewust gemaakt om zo de uitvoering voldoende te kunnen faciliteren, kennis op te bouwen en coachend in te kunnen zetten. De casus vormt voor het kernteam een leercasus. Het is de proeftuin die een good practice moet opleveren.

Resultaten

  • De pilot heeft de informatiepositie van de gemeente enorm verbeterd. Er is veel beter zicht op de Romagemeenschap.
  • De samenwerking met externe organisaties is verbeterd.
  • Doordat op driekwart van de looptijd van de pilot de gemeente tot de conclusie kwam dat de veiligheid en stabiliteit binnen het pleeggezin niet meer gegarandeerd was, is de casus afgebouwd, het kernteam is behouden en wordt doorontwikkeld tot kennispunt. In de nieuwe casuïstiek wordt de ontwikkelde methode toegepast.

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

De gemeente Veldhoven (bijna 45.000 inwoners) is sinds eind jaren ‘70 een van de grootste opvanggemeenten in Nederland. Circa 225 Roma’s, verdeeld over 60 gezinnen wonen in Veldhoven. Verdeeld over 4 locaties.

Vanaf het eerste moment dat ze zich in de gemeente vestigden, hebben gemeente, woningcorporaties, en welzijnswerk veel aandacht gehad voor deze groep. Sinds 2004 is de aanpak geïntensiveerd en is met veel middelen en mensen geïnvesteerd in het ‘normaliseren’ van de situatie. Gebleken was dat Roma niet dezelfde rechten, maar ook niet dezelfde plichten hadden als andere Veldhovenaren.

Bij aanvang van de proeftuin was de problematiek nog groot – ondanks successen in de huisvesting en in het basisonderwijs was integratie nog ver weg – en bestond er de wens om de situatie daadwerkelijk en structureel te verbeteren. De gemeente Veldhoven heeft in de proeftuin gezocht naar wegen om zich op een andere manier tot de problematiek te verhouden: de relatie met de Romagezinnen, met de directe externe partners, met de gemeente zelf en de samenwerking onderling.

Specifieke doelgroep

Professionals

Korte omschrijving methodiek/product

Niet  de problemen met en van de Roma staan centraal, maar vooral het methodisch handelen van de professionals die met en voor Roma werken. Dit is een permanent zogenaamd reflexief proces aanvullend op (lerend van) de reguliere activiteiten.

Dat is een proces, waarin professionals met en van elkaar leren – en dat is bepaald meer dan op elkaars input resoneren, bij voorbeeld aan de hand van casuïstiek. De methodiek is gedocumenteerd in ‘Kwetsbaar en weerbaar; werken met Roma ‘ (Cordaad Welzijn, 2016).

Een van de inzichten die dit proces hebben opgeleverd is een model waarmee de problematische situatie en het handelen van de Roma in Veldhoven geduid kan worden. Het betreft een beschrijving van de verschillende werelden waarin Roma verkeren en waartoe zij – en ook de professional of frontlijnmedewerker – zich verhouden.

Organisatie

Cordaad Welzijn (voorheen Stimulans) is als organisatie actief in welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Met de gemeente Veldhoven als grootste opdrachtgever werken zij voor inwoners van de gemeente. Een van de teams binnen Cordaad is het zgn. Romateam.

Dit Romateam werkt nauw samen met verschillende partners en houdt zich bezig met gezinscoaching, onderwijsondersteuning, opvoedingsondersteuning en multiprobleemaanpak.  De contacten met de kernpartners (gemeentelijke diensten en politie) zijn intensief en er zijn functionele lijnen met andere instanties.

De teamleden zien zichzelf als aanjager, makelaar, intermediair en bewaker van het proces.

Werkwijze

Naast het reguliere (casus)overleg en het bespreken van operationele zaken is er in Veldhoven een proces gestart waarbij door het invoegen van verschillende reflectiemomenten (oa aan de hand van verschillende casussen) de professionals de gelegenheid is geboden om tot nieuwe inzichten te komen voor de praktijk. Het doel van deze reflectie is om de positie van de professional en het professioneel-methodisch handelen werkenderwijs te versterken en te verbeteren.

Concreet leidt de methode tot nieuwe inzichten m.b.t. de thematiek, de ontwikkeling van nieuwe handelingsmogelijkheden en scripts, maatwerk en interventies die in onderlinge samenhang met elkaar kunnen worden ingezet.

Centraal in de methodiek staat de vragenreeks:

  • Hoe moeten wij als professional onze eigen positie duiden.
  • Wat betekent dat voor ons handelen als professional (in de toekomst) en is daarmee onze huidige praktijk en inzet te legitimeren?
  • Hoe kunnen we met dit inzicht onze positie en handelen verbeteren?

Voorbeelden van afgeleide vragen voor de professional zijn: Wat zijn nu de echte gevolgen van ons handelen? Hoe verkrijg ik een beter zicht op wat we doen en welke effect heeft mijn inzet werkelijk? Neem ik genoegen met het huidige effect van mijn handelen? Wat voor nut heeft het bestaand beleid voort te zetten als er geen situatieverbetering optreed? Zijn er toch mogelijke handelingsalternatieven? Hoe verantwoorden wij onze keuzes en met welke dilemma’s en valkuilen worden tijdens het werk in de frontlijn geconfronteerd?

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

Om gezinnen met hun complexe problemen te helpen, werkt het Leger des Heils met een aanpak op het gebied van zorg en begeleiding, opvang/huisvesting, school/werk, vrije tijdsbesteding, toezicht/correctie en schuldhulpverlening. Het Leger is er bij uitstek voor bijzondere situaties waarbij sprake is van problemen op meerdere gebieden zoals schulden, opvoeding, verslaving, psychiatrie, politie en justitie.

Regulier zet het Leger zich in het bijzonder in voor de zwaardere groep gezinnen met complexe problemen op meerdere leefgebieden, veelal op het gebied van huisvesting, verslaving, schulden, geestelijke gezondheid en opvoeding.

Specifieke doelgroep

De eigen mensen, professionals in de aanpak en multiprobleemgezinnen met een Roma-achtergrond.

Korte omschrijving methodiek/product

Het Leger des Heils heeft binnen het kader van de proeftuin een zogenaamde ‘practice-based perspectiefvolle integrale Multiprobleemgezinnen’ (MPG) benadering ontwikkeld.

Onderdeel van deze benadering is:

  • De ontwikkeling en implementatie van een MPG-methodiek.
  • De bevordering van professionalisering (voor zowel de eigen mensen als professionals bij de samenwerkingspartners.
  • De ontwikkeling van een netwerkstructuur met de doelgroep. En het ontwikkelen van een netwerkstructuur met de ketenpartners.

Organisatie

Het Leger des Heils is in de uitvoering als partner voor de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Tevens is het Leger in een groot aantal ‘Romagemeenten’ betrokken als samenwerkings- of ketenpartner.  De proeftuin (zoals hier besproken) bevat een structuur voor de organisatie van de benadering van Romagezinnen door het Leger. De professional regisseert de begeleiding van ouders en/of kinderen. De gemeente is verantwoordelijke voor een gezamenlijke aanpak.

Werkwijze

De methodiek ‘Samen werken aan Perspectief’ stelt het Leger, de gemeente en andere samenwerkingspartners in staat om de Romaproblematiek eenduidig aan te pakken. De methodiek is een combinatie van sociaal werk, toepassing van recht en gezondheidszorg. De werkwijze bevat geen specifieke instructies peer geval voor het handelen van de professional. Men gaat uit van een leerproces.

Een belangrijk uitgangspunt binnen de werkwijze is dat het Romagezin de regie zelf in handen heeft en het gezin als samenwerkingspartner gezien wordt. Hiervoor heeft het Leger dan ook een aantal adviezen voor de communicatie tussen de professional en Roma opgesteld. Zodra deze regie niet meer mogelijk is (bij zwaardere gevallen) neemt de professional de regie over.

Het Leger des Heils gebruikt binnen haar benadering bij complexe situaties het ‘Vier venstermodel’, waarin ook de mensen en de feiten centraal staan. De Vier vensters (of opeenvolgende stappen) leiden de professional (en het gezin) van een analyse en weging van de problematiek in een Romagezin tot afspraken die, aan de hand van de gestelde doelen en besluiten, moeten worden genomen: Wie doet wat en wanneer? Wie houdt toezicht daarop? Wat moet er gebeuren als afspraken niet worden nagekomen? En wanneer kijken we terug?

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Problematiek en context

De politie heeft veel kennis en expertise op dit domein en heeft tijdens de proeftuinperiode als adviseur en sparringpartner opgetreden. Tegelijkertijd heeft de politie gedurende de periode de kennis verder ontwikkeld en is gewerkt aan borging. Dat is binnen zo’n grote organisatie een uitdaging. Ook is verbinding gelegd met aanpalende onderwerpen, zoals de persoonsgebonden aanpak.

Omdat de politie geen doelgroepenbeleid hanteert en omdat de problematiek verder gaat dan Romafamilies, spreekt de politie van problematische (familie)netwerken.

Specifieke doelgroep

Politiemensen uit de proeftuingemeenten en professionals buiten de politie.

Korte omschrijving methodiek/product

De Politieacademie heeft in de eerste fase van het programma (2012-2013) middels het project Kennisversterking Roma en de publicatie ‘Aanpak multiproblematiek bij gezinnen met een Roma-achtergrond’, inzicht gegeven in de context waarbinnen ervaren problematiek zich afspeelt.

Organisatie

  • Politiemensen uit de 9 proeftuinorganisaties.
  • Politie Enschede, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Duisburg en relevante partners.
  •  Professionals binnen en buiten de politie.
  • Politie en ketenpartners landelijk (via politiekennisnet, VNG en het CCV).

Werkwijze

  • De bewustwording op het gebied van de achtergrond en leefwijze van Roma onder professionals binnen de politie en bij ketenpartners is verhoogd.
  • Handvatten om de problematiek effectief en legitiem te kunnen aanpakken.
  • Advies, onderwijs en training aan gemeenten en ketenpartners.
  • Advies en ondersteuning bij politie-onderzoeken.

Contact

Wil je in contact komen met de gemeente over dit onderwerp?  Mail naar: info@hetccv.nl.

Het programma Problematische Familienetwerken heeft Connecta en Bureau Boven gevraagd een praktijkgerichte simulatie te ontwikkelen. Doel van de simulatie is dat politiemedewerkers zich het in het programma ontwikkelde handelingsperspectief eigen kunnen maken. Dat kan binnen de politie, maar ook samen met ketenpartners.

Gezien de ervaringen in de proeftuinen is de simulatie gebaseerd op het theoretisch kader van de ‘botsende logica’s’. Bij de aanpak van problematische familienetwerken werken professionals samen in netwerken: lokaal, landelijk en internationaal. Botsende logica’s blijken daarbij altijd een rol te spelen. Effectief samenwerken lukt als elke professional weet om te gaan met 3 typen logica:

  • de netwerklogica: waarom werken we samen, hebben we echt een gezamenlijk doel?
  • de professionele logica van elke netwerkpartner: herkennen we van elkaar welke waarden, beroepsethiek en ervaringskennis we hanteren?
  • de organisatielogica van de organisaties waar netwerkpartners werken: herkennen we welke kerntaak, regels en doelen en cultuur deze organisaties hebben?

Ontwerp simulatie

Het spel bevat 5 rollen, oftewel professionals die deelnemer aan een casusoverleg. Elke rol wordt ingevuld door 2 spelers. De simulatie is een social game en wordt met de spelers op locatie gespeeld in (ruim) 1 dagdeel, bestaande uit voorbereiding en 3 rondes. Doen en reflecteren wisselen elkaar af. De simulatie wordt bij voorkeur begeleid door 2 facilitators: een spelbegeleider en een observator.

Opzet rondes

  1. Deelnemers bereiden de 1e ronde in duo’s voor door zich te verdiepen in de professionele logica van de rol die zij in het casusoverleg vervullen. Daarna simuleren zij een casusoverleg op basis van een fictieve casus. In het casusoverleg ontstaat zicht op de botsende logica’s en hoe daarmee om te gaan. Na het overleg kijken de deelnemers hier in duo’s op terug.
  2. Deelnemers bereiden de 2e ronde in duo’s voor door zich te verdiepen in de netwerklogica van het casusoverleg. Daarna simuleren zij opnieuw het casusoverleg. Dit gaat over dezelfde familie, die inmiddels een aantal ontwikkelingen heeft doorgemaakt. In het casusoverleg ontstaat zicht op de vraag of het lukt om met behulp van de netwerklogica een duidelijke aanpak af te spreken. Na het overleg kijken de deelnemers hier plenair op terug.
  3. Deelnemers bereiden de 3e ronde gezamenlijk voor. In de 3e ronde wordt gesimuleerd dat de deelnemers met de afgesproken aanpak teruggaan naar de burgemeester. Hier gaat het om de organisatielogica: matcht de door professionals gekozen oplossing ook met de behoeften en doelen van de burgemeester?

Botsingen

In de simulatie zijn in de casusbeschrijvingen en de rollen diverse botsingen ingebouwd. Professionals hebben verschillende belangen, waarden en doelen. De casus blijkt complexer dan deze er op het eerste gezicht uitzag. Op deze manier komen in de simulatie essentiële botsingen naar voren in het samenwerken aan complexe problematiek.

Barrièremodel

Tijdens het programma is ook het barrièremodel Multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond ontwikkeld. In dit digitale model staan aan de hand van vijf leeftijdscategorieën signalen van misstanden rond kinderen, de signaleerders en de interventies om misstanden aan te pakken.

Het model geeft overzicht en inzicht. Het geeft weer hoeveel verschillende misstanden en rond een kind kunnen zijn. Daartegenover staat een hele keten van partijen die interventies kunnen plegen. Voor al deze ketenpartners is inzichtelijk gemaakt welke interventies zij kunnen plegen.

Het barrièremodel is uiteraard ook te gebruiken voor de aanpak van problematiek bij andere multiprobleemgezinnen.

Naar het barrièremodel