Ga naar de inhoud

Veiligheidsbeleving

Waardoor voelen mensen zich onveilig? Wat levert een positieve bijdrage aan veiligheidsbeleving? Hoe kunnen gemeenten concreet met het verbeteren van veiligheidsbeleving aan de slag? Op deze plek geeft het CCV antwoord op die vragen. Je vindt hier theoretische inzichten en praktische informatie om te gebruiken in de dagelijkse praktijk.

Foto van een man die aan de rechterkant in een tunnel loopt, met links op de wand van de tunnel een schaduw van een dinosaurus. Ter illustratie van het CCV-dossier Veiligheidsbeleving.

Veiligheidsbeleving is de manier waarop mensen veiligheid ervaren. In dit dossier gaat het dan om de beleving van sociale veiligheid.

Veiligheidsbeleving wordt ook wel aangeduid als subjectieve veiligheid. Dit als tegenhanger van objectieve veiligheid. Hiermee wordt het feitelijk niveau van criminaliteit en overlast bedoeld; de subjectieve veiligheid geeft aan hoe mensen dit waarnemen en beleven.

Ook al leven we waarschijnlijk in een tijd waarin we veiliger zijn dan ooit: (samen)leven is nooit zonder risico’s. Het gaat erom hoe jij als persoon die risico’s ervaart en hoe (of) je er mee om kunt gaan. In navolging van de Britse criminoloog Loader gaan we er vanuit dat een mens zich veilig weet:

wanneer hij het gevoel heeft dat hij de risico’s in zijn omgeving met redelijk vertrouwen het hoofd kan bieden.

Dat kan dus zijn omdat er geen risico’s zijn. Maar het zal vaker voorkomen dat er wel risico’s zijn, maar dat deze niet als wezenlijk bedreigend worden ervaren. Omdat iemand het gevoel heeft dat hij deze risico’s zelf kan hanteren of het gevoel heeft dat hij voldoende steun uit zijn omgeving zal krijgen.

Veiligheidsbeleving nader bekeken

Een mens weet zich veilig als hij het gevoel heeft de risico’s die hij in zijn leven tegenkomt, met redelijk vertrouwen kan hanteren. Dat betekent dat jou:

  1. die risico’s ziet als zodanig (van aard, omvang, frequentie, gevolgen);
  2. dat je meent ze zelf gemakkelijk te kunnen hanteren;
  3. en/of jij weet dat anderen jou zo nodig daarbij zullen helpen.

Het gaat daarbij om de – bewuste of onbewuste – ervaring die jij hebt op elk van deze 3 punten.

Van heel concreet tot heel diffuus

De risico’s waar het om gaat, kunnen heel concreet zijn, zoals “ik ben bang dat deze jongeren mij zullen beroven of lastigvallen”. Maar de risico’s kunnen ook heel diffuus zijn, bijvoorbeeld: “ik kan er niet de vinger op leggen, maar ik heb geen goed gevoel waar het met de buurt of met de samenleving heen gaat”. Deze risico’s kunnen bovendien zowel heel bewust als onbewust worden ervaren.

Veiligheidsbeleving als dikke kabel

Veiligheidsbeleving bestaat bij de meeste mensen uit allerlei verschillende gedachten, gevoelens en emoties, die ook nog eens op heel verschillende onderwerpen betrekking kunnen hebben. Je zou veiligheidsbeleving kunnen zien als een dikke kabel, opgebouwd uit heel veel draden.

Belang van veiligheid en vertrouwen

Veiligheid en vertrouwen zijn als het ware de smeerolie voor de samenleving. Als mensen weten dat ze veilig zijn en vertrouwen hebben in elkaar en instituties, durven zij zich vrij en in vrijheid te bewegen, zaken met elkaar te doen, samen te werken. Het gevoel veilig te zijn is ook een basale menselijke behoefte.

Daar tegenover staat dat een gevoel van onveiligheid juist zand in de maatschappelijke motor kan gooien, en het welbevinden van mensen kan aantasten. Dit kan op allerlei manieren doorwerken, zoals in:

  • De ervaren verblijfskwaliteit van een bepaalde plaats
  • De bereidheid wat vóór of mét elkaar te doen
  • De keuze ergens (wel of niet) heen te gaan of te verhuizen
  • De levensvatbaarheid van een bepaalde voorziening of buurt
  • De ervaren legitimiteit van de overheid
  • Het stemgedrag
  • De roep om maatregelen.

Maar dat is lang niet altijd het geval. Een beleving van onveiligheid kan bijvoorbeeld maar kort of oppervlakkig zijn. Het kan ook heel functioneel zijn, omdat het waarschuwt voor gevaar en aanzet tot actie.

Zicht hebben op de mate waarin mensen zich veilig of onveilig weten én voelen is in huidige beleids- en bestuurspraktijk daarom essentieel. Dat moet dan wel hand in hand gaan met inzicht in de mate waarin die (on)veiligheidsbeleving als problematisch of disfunctioneel moet worden beschouwd. Want alleen dán, is ook bestuurlijke of beleidsmatige aandacht noodzakelijk.