Politie
Bij de aanpak en bestrijding van ordeverstoringen zoals rellende jongeren, overlast tijdens evenementen of bij betaalde voetbalwedstrijden, is de inzet van politie van groot belang.

Ook al heeft de politie op grond van de Wet MBVEO geen zelfstandige bevoegdheden, zij speelt wel een belangrijke rol in de toepassing en handhaving van de wet.
De burgemeester kan op grond van artikel 172a Gemeentewet optreden tegen voetbalvandalisme en andere ernstige overlast. Hij kan in verschillende situaties een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht opleggen.
Denk hierbij aan voetbalgerelateerde overlast door voetbalsupporters, rellen die ontstaan in groepsverband of overlast door agressieve individuen.
Bij de aanpak die de burgemeester uitzet, bestaat de rol van de politie uit het constateren en documenteren van de ordeverstoring, en het handhaven van de door de burgemeester opgelegde maatregel(en).
Rol van de politie: constateren en documenteren van de ordeverstoring
De burgemeester kan pas een maatregel opleggen, als hij beschikt over een goed gedocumenteerd dossier. De burgemeester is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het opmaken van dit dossier, maar is daarbij wel afhankelijk van de informatie die hij onder meer krijgt van de politie. Constateert de politie een overlastgevende situatie, dan is het dus belangrijk om deze goed vast te leggen. De documentatie bevat in ieder geval:
- Een omschrijving van de persoon die voor overlast zorgt.
- Een omschrijving van het type overlast en de duur van de overlast.
- Het aantal klachten of signalen uit een bepaalde buurt.
- Als er sprake is van een verstoring in groepsverband dan is een beschrijving nodig van de ordeverstorende groep en de voorlopers van de groep.
Rol van de politie: handhaven van de maatregel
Wanneer de burgemeester een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht oplegt, speelt de politie een belangrijke rol in de handhaving. Wordt een opgelegde maatregel overtreden, dan is dat namelijk een strafbaar feit (artikel 184 Wetboek van Strafrecht). Handhaving van de maatregel ziet er als volgt uit:
- De politie constateert dat een maatregel wordt overtreden en maakt een proces-verbaal op.
- De politie stuurt het proces-verbaal naar het Openbaar Ministerie.
- Het Openbaar Ministerie beslist over de vervolging.
- De politie informeert de burgemeester over het niet-naleven van het gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht.
De officier van justitie speelt ook een belangrijke rol in de aanpak van voetbalvandalisme en andere ernstige overlast. Zo kan de officier van justitie op grond van artikel 509hh Wetboek van Strafvordering een gebiedsverbod, contactverbod, meldplicht of aanwijzing tot hulpverlening opleggen. Dit heet een gedragsaanwijzing. De officier van justitie mag dit doen, als iemand verdacht wordt van een strafbaar feit.
Er zijn drie soorten strafbare feiten waarvoor de officier van justitie een gedragsaanwijzing mag opleggen:
- Ernstige verstoring van de openbare orde. Zoals samenscholing, geluidsoverlast en het gebruiken van drank of drugs op straat.
- Belastend gedrag tegen personen. Denk aan mishandeling en bedreiging.
- Gevaar voor goederen. Voorbeelden hiervan zijn vernieling of diefstal.
De politie speelt hierin een belangrijke rol in het constateren van het strafbare feit, het opmaken van een proces-verbaal en het handhaven van de gedragsaanwijzing.
Rol van de politie: constateren van het strafbare feit en opmaken proces-verbaal
Constateert de politie een strafbaar feit, dan houdt zij de verdachte aan. Zij informeert de officier van justitie over de aanhouding en maakt een proces-verbaal op. Het is van belang dat het proces-verbaal in ieder geval een omschrijving bevat van het strafbare feit én een beschrijving van de omstandigheden waaronder het strafbare feit werd begaan.
Rol van de politie: handhaven van de gedragsaanwijzing
Wanneer de officier van justitie een gedragsaanwijzing oplegt, speelt de politie een belangrijke rol in de handhaving daarvan. Het overtreden van de gedragsaanwijzing is namelijk een strafbaar feit (art. 184 en 184a Wetboek van Strafrecht).
De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) kan ook voetbalgerelateerde ordeverstoringen aanpakken. Zo kan zij een stadionverbod of een boete opleggen bijvoorbeeld voor mishandeling, vernielingen, het scanderen van racistische leuzen of het betreden van het voetbalveld.
Rol van de politie: Voetbal Volg Systeem
De KNVB en de betaald voetbalorganisaties (BVO’s) zijn verantwoordelijk voor het opleggen en handhaven van een stadionverbod of boete. De rol van de politie is hier relatief beperkt.
De KNVB werkt wel nauw samen met de politie en het Openbaar Ministerie. Deze organisaties wisselen gegevens uit van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan voetbalgerelateerde delicten. Dit gebeurt door middel van het Ketenvoorziening Voetbal (KVV); een database met gegevens over de overtreders. Het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) beheert dit systeem.
Voor de regels met betrekking tot de uitwisseling van gegevens tussen deze organisaties raadpleeg je de Gedragscode gegevensverwerking Stadionverboden.