Bestrijding van voetbalvandalisme door de KNVB
De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) maakt afspraken met alle betaald voetbalorganisaties (BVO’s) om op te kunnen treden tegen voetbalvandalisme, geweld van supporters en andere wanordelijkheden in en rondom het betaald voetbal.

Deze afspraken zijn bedoeld om de openbare orde en veiligheid bij voetbalevenementen te waarborgen.
De KNVB kan een (landelijk) stadionverbod opleggen. Dit is een verbod om op een bepaalde tijd in, en/of in de directe nabijheid van een voetbalstadion aanwezig te zijn. Wordt een stadionverbod voor meer dan twaalf maanden opgelegd, dan moet de overtreder ook nog een boete betalen.
Stadionverbod
De standaardvoorwaarden van de KNVB bieden de bond en de BVO”s de juridische mogelijkheid om een stadionverbod of een boete op te leggen. Deze voorwaarden gelden voor elk toegangsbewijs van een voetbalwedstrijd en voor seizoenkaarten. Negeert een betrokkene het stadionverbod dan kan het verbod worden verlengd.
Voor het bepalen van de duur van een stadionverbod geldt de Richtlijn termijn stadionverboden. De ernst van de overtreding bepaalt mede de duur van het verbod. Een verbod kan gelden tussen de drie en 240 maanden.
Ter illustratie: Je niet (willen) identificeren in een stadion betekent een stadionverbod van 3 maanden. Neemt iemand deel aan een aanval en/of vechterij met de dood tot gevolg, dan volgt een stadionverbod van 240 maanden. Richt het gedrag zich tegen personen die functioneel betrokken zijn bij het voetbal (bijvoorbeeld spelers, trainers, coaches, (assistent-)scheidsrechters etc.) dan kan de in de richtlijn genoemde termijn worden verdubbeld.
Een onvoorwaardelijk opgelegd stadionverbod kan op verzoek van één van de aangesloten voetbalclubs worden omgezet in een voorwaardelijk stadionverbod. De overtreder krijgt dan de mogelijkheid onbetaalde arbeid te doen voor de verzoekende voetbalclub.
De KNVB is daarnaast namens alle BVO’s gevolmachtigd om hun ‘huisrecht’ te beheren. Op grond hiervan kan zij een stadionverbod opleggen. Deze bevoegdheid wordt ingezet bij personen die geen toegangsbewijs of seizoenkaart hebben gekocht, maar wel voor voetbal gerelateerde overlast zorgen.
De boete
Bij een overtreding waarbij een stadionverbod van twaalf maanden of meer wordt opgelegd, legt de KNVB ook een geldboete op. Dit volgt uit de standaardvoorwaarden van de KNVB.
- Voor personen tussen de 12 – 16 jaar is de geldboete €100,- euro.
- Tussen 16 en 18 jaar is de geldboete €250,-.
- Vanaf 18 jaar bedraagt de geldboete €450,-.
Bij overtreding van een opgelegd stadionverbod legt de KNVB bij een eerste overtreding een geldboete van € 900,- op, bij de tweede overtreding een geldboete van € 1.500,- en voor de derde en elk volgende overtreding een geldboete van € 2.000,-.
De KNVB kan een stadionverbod of boete opleggen wanneer personen (alleen of in een groep) de openbare orde en/of de veiligheid bij voetbalevenementen in het stadion verstoren. Ook bij verstorend gedrag dat buiten het voetbalstadion plaatsvond, kan zij een stadionverbod opleggen. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak: ECLI:NL:RBMAA:2006:AY7409. Hieruit blijkt dat de KNVB een stadionverbod mocht opleggen voor gevechten die plaatsvonden in de avonduren na afloop van een voetbalwedstrijd en die niet in de directe nabijheid van het stadion waren.
Richtlijn termijn stadionverboden
In de Richtlijn termijn stadionverboden staan gedragingen opgesomd die kunnen leiden tot een stadionverbod of boete. Deze gedragingen verschillen van het niet kunnen laten zien van identificatie, tot aan doodslag.
Daarnaast staat in de richtlijn het ruim geformuleerde artikel 10.2 in de algemene voorwaarden van de KNVB. Op grond van dit artikel kan ook een stadionverbod en boete worden opgelegd. De relevante passages luiden als volgt:
- “ten aanzien van wie een vermoeden bestaat dat deze zich schuldig heeft gemaakt aan voetbalgerelateerd wangedrag; en/of
- zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad;”
Om een maatregel daadwerkelijk op te kunnen leggen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Allereerst moet de eigenaar van het toegangsbewijs van te voren kennis hebben kunnen nemen van de algemene voorwaarden in de overeenkomst. Alleen dan kan hij er aan gebonden zijn.
Ten tweede moeten de opgelegde straffen tot op zekere hoogte noodzakelijk en evenredig zijn tot doel waarvoor het wordt ingezet. In dit geval hebben de algemene voorwaarden hoofdzakelijk het doel om verstoring van de openbare orde bij voetbalwedstrijden te voorkomen en voetbalevenementen op een ordelijke wijze te laten verlopen.
Ten slotte moet de KNVB rekening houden met een eventuele samenloop met het strafrecht en bestuursrecht.
De algemene voorwaarden
Bij de aanschaf van een toegangsbewijs of seizoenkaart moet de consument kennis kunnen nemen van de inhoud van de algemene voorwaarden. Gelet op de grote schaal van de verkoop is het praktisch onmogelijk om de voorwaarden (schriftelijk of digitaal) ter hand te stellen. Daarom gebeurt dit met informatieborden. Deze informatieborden staan groot en goed zichtbaar bij stadions en vermelden de algemene voorwaarden die van toepassing zijn.
De voorwaarden mogen niet onredelijk bezwarend zijn voor de consument. Dit betekent onder andere dat de bepalingen niet te ruim geformuleerd mogen zijn. Het moet concreet en duidelijk zijn wat er wordt bedoeld. Of een bepaling ‘onredelijk bezwarend’ is, wordt van geval tot geval beoordeeld. Het komt niet vaak voor dat de rechter de algemene voorwaarden van de KNVB onredelijk bezwarend vindt.
Samenloop met strafrecht en bestuursrecht
De KNVB werkt nauw samen met het Openbaar Ministerie (OM) en de politie. Deze organisaties wisselen gegevens uit van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan voetbal gerelateerde delicten. Dit gebeurt in het Ketenvoorziening Voetbal (KVV). Het KVV is een database met gegevens van overtreders. Het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) beheert dit systeem. Voor de regels over de uitwisseling van gegevens tussen deze organisaties lees je de Gedragscode gegevensverwerking Stadionverboden.
Bij een strafrechtelijke vrijspraak of seponering van het vermeende delict moet de KNVB het opgelegde stadionverbod in principe opheffen. Dat hoeft niet wanneer zij op grond van een andere bron – dan de melding van het OM – het stadionverbod oplegde.
Los van het stadionverbod en de boete die de KNVB kan opleggen, heeft de burgemeester op grond van art. 172a Gemeentewet de bevoegdheid om een gebiedsverbod op te leggen voor het verstoren van de openbare orde. Deze sanctie heeft een eigen wettelijke grondslag. Dit betekent dat het gebiedsverbod en het stadionverbod naast elkaar kunnen bestaan.
Is iemand het niet eens met het verbod of de boete, dan kan hij in eerste instantie tegen deze beslissing in beroep gaan bij de Commissie Stadionverboden van de KNVB. Dat moet binnen 14 dagen nadat hij/zij het deurwaardersexploot met de sanctie heeft ontvangen. Bij het in beroep gaan, blijft het stadionverbod van kracht.
Bevestigt de Commissie Stadionverboden KNVB in de procedure het standpunt van de KNVB, dan is het mogelijk om het geschil aan de civiele rechter voor te leggen. In de civiele procedure gelden andere bewijsregels dan in het strafrecht; deze zijn minder streng.
Jurisprudentie KNVB / BVO
De KNVB en de BVO’s kunnen als privaatrechtelijke partijen ook optreden tegen voetbalgerelateerde geweld en overlast. Zij kunnen bij de volgende ordeverstoringen in actie komen.
1. Geweld
Bij geweld kan de KNVB een stadionverbod of een boete opleggen. Deze categorie jurisprudentie toont aan dat de KNVB bijvoorbeeld een stadionverbod of boete kan opleggen bij vernieling, openlijke geweldpleging of mishandeling.
2. Opruiing en bedreiging
In deze categorie jurisprudentie legt de KNVB een stadionverbod of boete op voor opruiing en bedreiging. Ook wederspannigheid (met geweld verzetten tegen een ambtenaar in functie) valt onder deze categorie.
3. Gedragingen tegen voetbalspelers
In sommige gevallen zijn voetbalspelers het doelwit van overlast, bijvoorbeeld doordat een supporter het voetbalveld betreedt of bierflesjes op het speelveld gooit. In deze categorie jurisprudentie staan deze gedragingen centraal.
4. Overtreding stadionverbod
De KNVB kan een stadionverbod verlengen wanneer een eerder opgelegd stadionverbod wordt overtreden. Ook kan de KNVB in zo’n geval een boete opleggen. De jurisprudentie in deze categorie gaat over het overtreden van een stadionverbod en de mogelijke sancties.
5. Doorverkoop voetbalkaarten
In deze categorie jurisprudentie staat het doorverkopen van voetbalkaarten centraal. In sommige gevallen kan het illegaal doorverkopen van voetbalkaarten namelijk leiden tot een stadionverbod.
6. Overig
De jurisprudentie in deze categorie gaat in op overige soorten overlast. Denk aan het scanderen van leuzen, afsteken van vuurwerk en rellen.
Relevante jurisprudentie voor de KNVB/BVO’s
Ben je op zoek naar relevante jurisprudentie die verbonden is aan het optreden van de voetbalbond of een BVO? Selecteer dan in de zoekfunctie van de jurisprudentie ‘KNVB/BVO’. Je vindt er niet alle categorieën in terug die hier besproken zijn, maar deze komen bij de verschillende maatregelen en soorten overlast naar boven.
Op verzoek van de minister van Justitie en Veiligheid heeft het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) een overzicht gemaakt van maatregelen bij onwenselijke en strafbare gedragingen, die te relateren zijn aan voetbal. Op deze manier is het voor alle partijen, inclusief supporters, duidelijk welke maatregelen en/of straffen er ingezet kunnen worden.