Ga naar de inhoud

Gemeente – Artikel 172a Gemeentewet

Een belangrijk onderdeel van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast is artikel 172a Gemeentewet. Op grond van dit artikel kan de burgemeester optreden tegen verstoringen van de openbare orde, zoals overlast in de wijk en voetbalvandalisme.

Optocht met fakkels Ter illustratie van het CCV-dossier Wet mbveo.

De burgemeester kan maatregelen opleggen in de vorm van een gebiedsverbod, een groepsverbod of een meldplicht.

Een burgemeester kan een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht opleggen. Hij kan deze maatregelen ook tegelijkertijd opleggen.

Gebiedsverbod

Een gebiedsverbod betekent dat een persoon of een groep personen zich niet op een bepaalde plaats mag bevinden. Het verbod geldt voor de plaats waar de openbare orde is verstoord. De burgemeester kan de plaatsen waar de overtreder(s) zich niet meer mag/mogen begeven, op een kaart aangeven. Zo is het voor de overtreder of overtreders duidelijk waar hij of zij niet mogen komen.

  • Voorbeeld van een brief met het voornemen een gebiedsverbod op te leggen.
  • Voorbeeld van een brief met het daadwerkelijke besluit om een gebiedsverbod op te leggen.

Groepsverbod

Een groepsverbod houdt in dat een persoon zich op bepaalde plaatsen niet zonder doel met meer dan drie personen mag ophouden. Dit verbod kan een burgemeester opleggen aan een groep personen die de openbare orde verstoren. Tijdens het samenkomen van de groep is door één of meerdere leden van die groep de openbare orde verstoord. De burgemeester wil met het groepsverbod voorkomen dat dat opnieuw gebeurt.  Denk hierbij aan een groep jongeren die rondhangt en overlast veroorzaakt. Bekijk ook de uitspraak in deze rechtszaak: ECLI:NL:RBUTR:2012:BY2935.

Meldplicht

De meldplicht houdt in dat een persoon verplicht is zich op een bepaald tijdstip te melden bij een politiebureau. Deze plicht kan bijvoorbeeld worden opgelegd aan voetbalfans die zich voor, tijdens of na afloop van een voetbalwedstrijd misdragen. Het politiebureau waar de overlastgever zich moet melden is meestal het politiebureau in de buurt van de voetbalclub waar hij wedstrijden van bezoekt.

De meldplicht stuit in de praktijk regelmatig op bezwaren. Want de meldplicht is afhankelijk van de locatie, openingstijden en bemanning van politiebureaus. Ook drukt het op de capaciteit van de politie, vooral op de momenten waar politie-inzet ergens anders nodig is. Naast deze praktische bezwaren wordt de meldplicht vaak gezien als een disproportionele belasting voor degene die zich moet melden. Daarom wordt een digitale meldplicht komend jaar mogelijk gemaakt. Naast deze praktische bezwaren is een juridisch bezwaar dat de meldplicht vaak gezien wordt als een disproportionele belasting voor degene die zich moet melden.

 

Digitale meldplicht

Om de bezwaren van de fysieke meldplicht weg te nemen, is het ministerie van Justitie en Veiligheid een traject gestart om een digitale meldplicht mogelijk te maken. Een digitale meldplicht werd in 2015 wettelijk al geregeld, alleen is er tot nu toe geen geschikte digitale faciliteit die voldoet aan alle juridische en technologische eisen die digitaal melden ook daadwerkelijk mogelijk maken. In het kader van het programma ’Ons Voetbal Is Van Iedereen; samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel’, waarin het kabinet en de KNVB afspraken maakten over de aanpak van racisme in het voetbal, is ook het ontwikkelen van een digitale meldfaciliteit opgepakt.

De burgemeester kan een maatregel opleggen voor de maximale duur van drie maanden. Tot drie keer toe kan hij de maatregel verlengen. Bovendien mag de burgemeester een maatregel opleggen voor een niet aaneengesloten termijn. Dit houdt in dat de burgemeester een maatregel mag opleggen voor de duur van maximaal 90 dagen binnen een periode van twee jaar. Deze mogelijkheid is vooral geschikt voor het aanpakken van een verstoring van de openbare orde binnen het betaalde voetbal.

 

De burgemeester is bevoegd de opgelegde maatregel aan te passen als er nieuwe feiten of omstandigheden zijn. Dit kan zowel in het voordeel als in het nadeel zijn van de persoon aan wie de maatregel werd opgelegd.

 

Verder kan de burgemeester een tijdelijke ontheffing verlenen, als de betrokken persoon dit aanvraagt. Dit betekent dat de burgemeester speciale toestemming geeft om tijdelijk van de maatregel af te zien. De betrokkene moet deze aanvraag natuurlijk wel voldoende onderbouwen.

Volgens de wet mag een burgemeester een maatregel opleggen als er sprake is van een herhaaldelijke groepsgewijze of individuele verstoring van de openbare orde. Ook mag de burgemeester een maatregel opleggen als er sprake is van ernstige groepsgewijze of individuele verstoring van de openbare orde. De eis van herhaling geldt dan niet. Tot slot mag de burgemeester een maatregel opleggen aan een persoon die een leidende rol vervulde bij een (ernstige) groepsgewijze verstoring van de openbare orde. In alle gevallen moet er sprake zijn van ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde.

Wat is een herhaaldelijke verstoring van de openbare orde?

De burgemeester is in de eerste plaats bevoegd een maatregel op te leggen wanneer een persoon herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde heeft verstoord. Dit houdt concreet in dat een persoon ten minste 2 keer de openbare orde moet hebben verstoord.
 
Een voorbeeld van een herhaaldelijke verstoring van de openbare orde is wanneer iemand binnen korte tijd verschillende personen lastig valt, uitscheldt en fysiek geweld gebruikt. Lees ook de uitspraak in deze rechtszaak: ECLI:NL:RBLIM:2018:8273.
 
Van een herhaaldelijke verstoring van de openbare orde was ook sprake bij 2 dakloze mensen die meerdere malen overlast veroorzaakten. Zij maakten zich schuldig aan wildplassen, sliepen in portieken en hielden zich hinderlijk op bij gebouwen (ECLI:NL:RBAMS:2017:8666). Andere voorbeelden van gedrag dat herhaaldelijke verstoring van de openbare orde veroorzaakt, is bijvoorbeeld geluidsoverlast, vernieling, belediging en het dealen van drugs.
 
Ordeverstoringen in groepsverband komen regelmatig voor. Een voorbeeld is een jeugdgroep (de “Azealagroep”) in Amsterdam, die zich schuldig maakte aan straathandel, intimidatie, hardrijden, toeteren met auto’s en afval achterlaten (ECLI:NL:RBAMS:2019:8491). De burgemeester kan in zo’n geval aan meerdere groepsleden een maatregel op grond van artikel 172a Gemeentewet opleggen.
 

Wat is een leidende rol bij een groepsgewijze verstoring van de openbare orde?

De burgemeester kan ook op basis van de Wet MBVEO een maatregel opleggen wanneer een persoon een leidende rol heeft bij een groepsgewijze verstoring van de openbare orde. Deze persoon moet dan een regierol hebben gehad bij de verstoring. Deze rol moet blijken uit actief optreden van de persoon. Dit kan bijvoorbeeld spelen bij voetbal gerelateerde overlast door rivaliserende supporters. Wanneer 1 supporter het voortouw neemt – hij geeft de eerste klap of gooit de eerste steen – heeft hij een leidende rol bij de verstoring van de openbare orde.
 
Een voorbeeld uit de praktijk is een minderjarige jongen die betrokken was bij overlast door een jeugdgroep. De groep was luidruchtig aanwezig en hing rond, viel voorbijgangers lastig en verschillende jongeren reden met scooters op plaatsen waar dat niet mocht. Er waren ook een paar ernstige incidenten, zoals een vechtpartij en een bedreigende situatie, waar de politie op moest ingrijpen. De leidende rol werd vervuld door de jongen die herhaaldelijk een actieve rol speelde, vaak degene was die met de overlast begon en zich nadrukkelijk verzette als de politie kwam. Lees meer over deze zaak: ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ5186.
 

Wat is een ernstige verstoring van de openbare orde?

De burgemeester is ook bevoegd om een maatregel op te leggen wanneer er sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde. Deze verstoring kan individueel of in groepsverband plaatsvinden. Is er sprake van een ernstige verstoring van de openbare orde dan geldt de net besproken eis van herhaaldelijkheid niet.
 

Een ernstige verstoring van de openbare orde is bijvoorbeeld het uiten van doodsbedreigingen tegenover 2 politiemensen, waarbij een schietende beweging richting het hoofd wordt gemaakt (ECLI:NL:RBMNE:2018:2287). Ook geweldsdelicten en verboden wapenbezit kunnen een ernstige verstoring van de openbare orde opleveren (ECLI:NL:RBLEE:2012:CA2962). Andere voorbeelden zijn voetbal gerelateerde incidenten zoals het gooien van stenen of vuurwerk naar de politie, en ernstige misdrijven als moord en openlijke geweldpleging. In al deze gevallen kan op grond van artikel 172a Gemeentewet worden ingegrepen.
 

Wat is een ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde?

De burgemeester is pas bevoegd een maatregel op te leggen als er sprake is van ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde. Het is hierbij belangrijk om onderscheid te maken tussen het geval dat de openbare orde eerder is verstoord, of dat iemand voor het eerst de openbare orde heeft verstoord (een first offender).
 
Gaat het om een herhaaldelijke verstoring van de openbare orde, dan neemt de rechter aan dat er ernstige vrees is voor de verdere verstoring van de openbare orde.
 
Als het om een first offender gaat, dan moet de burgemeester aantonen dat er sprake is van ernstige vrees voor verdere verstoring. Hij zal dan een inschatting moeten maken van de kans op herhaling.

Proportionaliteit en subsidiariteit

Een maatregel beperkt de bewegingsvrijheid van de betrokken persoon. Daarom moet de burgemeester bij het opleggen van een maatregel rekening houden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
 
De eis van proportionaliteit houdt in dat de maatregel in een redelijke verhouding moet staan tot de ernst van de openbare ordeverstoring. Dit kan de burgemeester motiveren door in zijn besluit aan te tonen dat hij voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de betrokkene. Ook mag het gebied waar het gebiedsverbod betrekking op heeft niet onevenredig groot zijn.
 
De eis van subsidiariteit betekent dat er geen andere, minder ingrijpende maatregel kan worden opgelegd. De burgemeester moet aannemelijk maken dat een minder ingrijpende maatregel niet leidt tot herstel van de openbare orde verstoring, bijvoorbeeld omdat hij hulp aan de betrokkene aanbood en het gedrag daarna niet is veranderd.
 

Dossiervorming

Een burgemeester moet zich baseren op een gedocumenteerd dossier, om een maatregel op te kunnen leggen. De burgemeester is verantwoordelijk voor de samenstelling hiervan. Het dossier geeft inzicht in de gepleegde ordeverstoringen en de vrees voor verdere herhaling van het orde verstorende gedrag. Bij een groepsgewijze ordeverstoring moet er een beschrijving zijn van de orde verstorende groep en de voorlopers daarvan. Tot slot geeft het dossier inzicht in de urgentie van het opleggen van de maatregelen en geeft dus aan waarom de maatregel noodzakelijk is.
 
De burgemeester kan verschillende documenten in het dossier opnemen. Zo kan hij zich baseren op proces-verbalen van de politie. Ook constateringen en proces-verbalen van buitengewone opsporingsambtenaren (boa) kunnen als basis worden gebruikt. Verder kan er informatie van andere instanties in het dossier zitten. Denk hierbij aan informatie vanuit de jeugdzorg, zorginstellingen of de gemeentelijke sociale dienst. Is er sprake van voetbal gerelateerde overlast dan kan de burgemeester ook informatie vanuit de voetbalclub of de KNVB opnemen in het dossier.

Samenloop strafrecht en bestuursrecht

De officier van justitie kan ook een gebiedsverbod opleggen. Dit doet hij op grond van artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering. In deze situatie is de burgemeester niet bevoegd om ook een gebiedsverbod of een groepsverbod op te leggen. Hij kan nog wel een meldplicht opleggen. Voordat de burgemeester een gebiedsverbod of een groepsverbod oplegt, is het daarom verstandig om eerst met de officier van justitie te overleggen.

Jurisprudentie gemeente

De burgemeester kan zijn bevoegdheid uit art. 172a Gemeentewet toepassen voor verschillende soorten overlast. In de jurisprudentie zijn drie categorieën overlast te onderscheiden: wijkoverlast, voetbaloverlast en individuele overlast.

1. Wijkoverlast

Bij wijkoverlast gaat het om de verstoring van de openbare orde in wijken, bijvoorbeeld veroorzaakt door groepen jongeren. De overlast kan onder meer bestaan uit geluidsoverlast of intimidatie. Denk ook aan drugsgerelateerde feiten, zoals het handelen in en gebruiken van drugs. Daarnaast vallen diefstallen, gewelddadigheden en het achterlaten van zwerfafval onder deze categorie. Ook overlast in horeca-en uitgaansgebieden valt hieronder. De openbare orde kan in zo’n geval worden verstoord bijvoorbeeld door openbare dronkenschap en vechtpartijen.

2. Voetbaloverlast

Bij voetbaloverlast gaat het om een verstoring van de openbare orde door voetbalsupporters. De overlast bestaat bijvoorbeeld uit openbaar dronkenschap, vernielingen en andere gewelddadigheden die in verband kunnen worden gebracht met betaald voetbal. Voetbalsupporters die voor geluidsoverlast zorgen en bijvoorbeeld leuzen scanderen, kunnen ook met de bevoegdheden uit deze wet worden aangepakt. Net als belediging van politieambtenaren en intimidatie door voetbalsupporters.

3. Individuele overlast

Bij individuele overlast wordt de openbare orde verstoord door individuen, zoals daklozen. Denk hierbij aan bedelen, wildplassen, vernielingen of aan individuen die drugsgerelateerde overlast veroorzaken.

Relevante jurisprudentie voor de gemeente

Ben je op zoek naar relevante jurisprudentie voor de gemeente? In de zoekfunctie selecteer je ‘gemeente’. De hierboven beschreven vormen van overlast vind je hierin terug. Er is geen filter voor individuele overlast, daarom kies je hier voor een soort overlast, bijvoorbeeld wildplassen, geluidsoverlast of vernielingen.