Ga naar de inhoud

Wat kun je doen om veiligheidsbeleving te verbeteren?

Informatie op hoofdlijnen voor zowel het proces als de inhoud om veiligheidsbeleving te verbeteren.

Steeds verwijzen we naar concrete voorbeelden uit de praktijk. Er is dus voor ieder wat wils: voor zowel degene die heel snel iets wil doen als voor degene die het grondiger wil aanpakken.

Als je met veiligheidsbeleving, op welk thema dan ook, aan de slag gaat, denk dan vooral hieraan:

Aan de slag met veiligheidsbeleving

De Tafel van 12 is een overzicht van factoren die in de specifieke situatie van invloed (kunnen) zijn op de veiligheidsbeleving, én die zich lenen voor beïnvloeding via het beleid. De Tafel van 12 bestaat uit drie hoofdgroepen, elk met vier factoren.

Lees meer over de Tafel van 12

Zijn meerdere maatregelen nodig, bekijk dan goed welke interventie als ‘voorwaarde’ geldt voor andere interventies. Zeker als er sprake is van wat heftiger situaties, blijkt dat het vaak verstandig is om bijvoorbeeld éérst als overheid te laten zien dat het je nu menens is, voordat je ook acties van burgers vraagt. Zo kun je bijvoorbeeld eerst repressief tegen bepaalde uitwassen optreden, en vervolgens proberen ook weer de collectieve weerbaarheid te vergroten. Bekijk dus goed welke maatregelen als een soort hefboom kunnen functioneren voor een andere maatregelen.

Overweeg ten slotte ook goed, wanneer de gewenste resultaten zijn behaald, hoe je deze kunt bestendigen in plaats van de aanpak plotseling te beëindigen.

Neem niet te snel aan dat iets ‘wel zal werken’ op de veiligheidsbeleving (‘want dat deed het elders ook’). Of dat je eigenlijk al optimaal aan de Tafel van 12 voldoet, omdat je af hebt zitten vinken en tevreden kon constateren dat ‘we echt wel wat aan signaalcriminaliteit doen, en met een leuk projectje ook wat aan buurtbetrekkingen werken en op onze inspreekavonden kunnen mensen echt hun invloed laten gelden’.

Het gaat er allereerst niet om wat jij vindt, het gaat erom of het in de ervaring van de burgers werkt. Zien burgers inderdaad een verbetering op het gebied van signaalcriminaliteit? En op het gebied van de betrekkingen in de buurt? Ervaren zij ook echt zelf invloed? Doen je niet alleen de goede dingen, maar doe je die ook nog eens met de juiste intensiteit en (in de praktijk vaak lastig) met de juiste continuïteit?

Keer op keer blijkt in de praktijk vaak weer dat het succes ‘m zit in de details. Omdat er net een paar ambtenaren aan de slag zijn gegaan die preciés de juiste toon in de buurt wisten te raken. Omdat precies op het goede moment de goede problemen zijn aangepakt op een manier die aansprak en geloofwaardig was. Naarmate de bij een aanpak betrokkenen professionals (en bestuurders) meer werken vanuit eenzelfde, ook gedragen en eigen gemaakte visie op wat nodig is om de veiligheidsbeleving te verbeteren wordt de kans groter dat ook de details gaan kloppen. Want ieder weet immers waarop te letten. Investeer dus in het laten groeien van zo’n gezamenlijk beeld.

Niet alleen het succes zit ‘m vaak in de details, ook het falen. Herinnert u zich bijvoorbeeld nog de Moerdijkbrand? Weet u nog welke commotie er ontstond toen minister Opstelten – door een toeval – niet uit zijn busje was gestapt? Terwijl de autoriteiten aangaven dat de situatie niet gevaarlijk was leek dat detail die uitspraken meteen te logenstraffen. Een ogenschijnlijk detail met grote consequenties voor de geloofwaardigheid. Van dag tot dag zijn ook in de ‘kleinere’ praktijk voor burgers vaak dergelijke cue’s te zien die het officieel uitgedragen beleid in twijfel doen trekken. Wees daarvan dus bewust.

Door gebruik te maken van kennis uit de gedragswetenschap, kun je de veiligheidsbeleving van mensen positief beïnvloeden. Gedragswetenschap maakt onderscheid tussen kennis, houding en gedrag en hoe je deze aspecten los van elkaar kunt beïnvloeden. Deze kennis helpt om te werken aan het verbeteren van objectieve veiligheid, zonder afbreuk te doen aan veiligheidsbeleving.

Tegenstrijdigheid

Maatregelen om objectieve veiligheid te vergroten, kunnen op gespannen voet staan met het zorgen voor een positieve veiligheidsbeleving. Communiceren over vormen van criminaliteit kan bijvoorbeeld een negatief effect hebben op de veiligheidsbeleving. Maar de communicatie is wel nodig om te zorgen dat burgers (de juiste) veiligheidsmaatregelen nemen.

Neem bijvoorbeeld woninginbraak: we willen dat mensen preventieve maatregelen nemen, maar we willen ze niet te stevig op risico’s wijzen waardoor ze zich onveiliger voelen. Daar zit dus een tegenstrijdigheid: we willen dat burgers zich veilig voelen én we willen dat ze zich beschermen tegen onveilige situaties.

Hoe werkt dat dan?

Vaak wordt gedacht dat mensen rationeel en berekenend handelen. Maar een van de belangrijkste inzichten uit de gedragswetenschap is dat het overgrote deel van menselijk gedrag geen bewuste, rationele overweging is. Gedrag wordt onbewust gestuurd en is vaak irrationeel.

Mensen weten bijvoorbeeld dat het verstandig is om hun voordeur goed af te sluiten als ze van huis gaan, maar doen dit vaak niet als zij maar ‘even’ weggaan. Voordeel is dat mensen wel voorspelbaar irrationeel handelen: met behulp van inzichten uit de gedragswetenschap kun je het gedrag dus voorspellen en sturen.

Het beïnvloeden van gedrag van mensen vraagt dan ook om een andere aanpak dan tot nu toe vaak gebeurt. En het biedt kansen: je hoeft kennis en houding van mensen niet per se te veranderen om toch invloed te hebben op gedrag. Je hoeft burgers dus ook niet altijd op de hoogte te brengen van criminele activiteiten, terwijl je ze wel kunt aanzetten tot gewenst gedrag.

In een schone, nette omgeving vertonen mensen minder snel regelovertredend gedrag dan in een vieze, rommelige omgeving. Een ander voorbeeld is dat mensen eerder geneigd zijn om hun fiets in een bewaakte fietsenstalling te plaatsen als (ze het idee hebben dat) iedereen dat doet en als de fietsenstalling gemakkelijk toegankelijk is. Deze mechanismen kun je gebruiken om mensen toch het gewenste gedrag te laten vertonen, zonder hen ‘bang te maken’ voor geweld of fietsdiefstal,

Gedragsinzichten toepassen in het veiligheidsdomein

Zoals eerder genoemd in dit webdossier weten we dat het beïnvloeden van de veiligheidsbeleving met name kansen biedt voor situationele factoren: de institutionele, sociale, fysieke en criminele omgeving. Deze 4 factoren bieden met name kansen voor beleid om invloed op uit te oefenen.

Er zijn veel verschillende gedragsinzichten bekend die je kunt toepassen als je de veiligheidsbeleving wilt beïnvloeden. Hieronder staan per omgeving een aantal voorbeelden van het toepassen van gedragsinzichten in het veiligheidsdomein.

Voorbeelden sociale omgeving

  • Betrek buurtbewoners bij muurschilderingen Den Haag
  • Nuon pakt onveiligheidsbeleving aan in tunnels
  • Marbles in Almere

Voorbeelden fysieke omgeving

Voorbeelden institutionele omgeving

  • Pinpointcommunicatie

Voorbeelden criminele omgeving

  • Watching eyes poster, het wakende oog

Meer weten?

  • CCV-Opleiding gedragsverandering voor toezicht en handhaving

 

Werken aan veiligheidsbeleving vraagt ook om een integrale aanpak. Daarbij spelen uiteenlopende organisaties een rol.

In ‘Wat is het probleem’ is per vraagstuk aangegeven wat daarbij de belangrijkste spelers zijn. Om een goed overzicht te krijgen, vind je hieronder een aantal van die spelers, afgezet tegen hun mogelijke bijdrage aan de elementen van de Tafel van 12.

  • Gem: gemeente
  • Pol: politie
  • Woco: woningcorporatie
  • Welz: welzijnswerk
  • OM: Openbaar Ministerie
  • Burg: burger
Aanpakken onveiligheid Gem Pol Woco Welz OM Burg
Signaalcriminaliteit en –overlast X X X X X X
Verloedering X X X
Onbekende anderen X X X X
Het gesprek X X X X X X

 

Versterken veiligheid Gem Pol Woco Welz OM Burg
Sociale kwaliteit X X X X
Invloed bewoners X X X X X X
Inrichting gebouwde omgeving X X X
Vertrouwenwekkend toezicht X X X X X X

 

Publiek leiderschap Gem Pol Woco Welz OM Burg
Kwaliteit van de aanpak X X X X X X
Reactie op schokkende incidenten X X X X X X
Invoelend vermogen X X X X X X
Communicatie X X X X X X

Burgerparticipatie is een veelbelovende methode die een uitstekende invulling kan geven aan verschillende onderdelen uit de Tafel van Twaalf. Want, als burgers meedoen in de aanpak van een probleem vergroot dat de kans dat zaken worden aangepakt waar zij werkelijk last van hebben (signaalcriminaliteit- en overlast en verloedering).

Bekijk periodiek of de doorgevoerde interventies ook daadwerkelijk het gewenste effect opleveren. Je zou het immers wel héél goed voor elkaar hebben als je met je interventies meteen al de eerste keer helemaal goed zit. Vaker zal nog bijsturing nodig zijn om te zorgen dat de maatregelen optimaal aanslaan. Bouw dus in je aanpak de rust en de ruimte in voor evaluatie.

Idealiter richt deze zich op drie aspecten van de aanpak: inhoud, effect en proces.

Inhoud

Zijn de geplande interventies in het veld werkelijk van de grond gekomen? In welke mate? En is dat ook op de manier zoals ze oorspronkelijk bedoeld waren? Het gaat hier om de interventies waarvan in het praktijkveld een concreet effect op de veiligheidsbeleving mag worden verwacht. Dus niet om voorwaarden daarvoor, overlegstructuren, plannen. Wat is er in de buitenwereld nu echt ondernomen of veranderd?

Effect

Benoem in de actiefase goed:

  • Welk effect (wanneer en bij wie) gesorteerd moet worden en
  • Waaraan te zien zou moeten zijn als dat effect wordt behaald.

Heb je dat goed gedaan, dan kan je in de evaluatiefase gericht bekijken in hoeverre hiervan sprake is. Bijvoorbeeld door te volgen in een veiligheidsmonitor of de bewoners van buurt X de veiligheid inmiddels met het beoogde schoolcijfer 7 waarderen. Of doordat ’s avonds in lijn X van het openbaar vervoer ook weer vrouwen en ouderen in ruime mate vertegenwoordigd zijn. Of doordat zichtbaar is dat buurtbewoners weer actief gebruikmaken van speelplein Z.

Pas er voor op om bij de effect-evaluatie louter af te gaan op de ervaringen van mensen die zelf bij de aanpak betrokken waren. Je hebt graag dat je werk zinvol en vruchtbaar is, het is dus heel menselijk om dan wat sneller resultaat te zien dan andere mensen wellicht zouden zien. Zorg dus voor (ook) een wat onafhankelijker kijk op de effecten.

Heb een open oog voor gewenste én ongewenste neven-effecten. Misschien sorteert je aanpak een bij-effect waar je geen rekening mee hebt gehouden. Dat kan een heel prettig effect zijn (bijvoorbeeld dat buurtbewoners zelf actief worden), het kan ook een heel onprettig effect zijn (bijvoorbeeld dat groepen bewoners elkaar negatiever gaan bekijken en in hun schulp kruipen). Zorg dus dat je in de evaluatie een open oog houdt voor dat soort bij-effecten.

Vergewis je er tenslotte van of de effecten zich ook op de langere termijn blijven voordoen. Het kan immers best zijn dat bepaalde maatregelen effect hebben zolang ze in de ogen van de doelgroep nieuw zijn, maar dat het effect slijt naarmate de gewenning toeneemt.

Proces

Zoals bij elke aanpak: hou oog voor de kwaliteit van het proces. Stuur bij als die kwaliteit gevolgen heeft voor de inhoud en het effect van de aanpak.