Beïnvloedbare factoren
Welke factoren kun je beïnvloeden om veiligheidsbeleving te verbeteren?

Interessant voor beleidsmakers is natuurlijk welke factoren je kunt beïnvloeden om de veiligheidsbeleving te verbeteren. In principe liggen factoren die een effect hebben op veiligheidsbeleving op drie niveaus: persoonlijk, situationeel en algemeen maatschappelijk.
Een makkelijke manier om deze factoren te ordenen vind je terug in onderstaand figuur. Belangrijk om te weten is dat beleid met name invloed heeft op de situationele factoren: institutionele, sociale, fysieke en criminele omgeving.

Let op!
Persoonlijke factoren hebben een groot effect op de veiligheidsbeleving, maar zijn vanuit het beleid maar beperkt te beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor de algemeen maatschappelijke factoren. De aanknopingspunten voor het beleid liggen dus vooral op het niveau van de situationele factoren. Dat moet natuurlijk tot bescheidenheid manen waar het gaat om de ambities.
Beïnvloedbare factoren nader toegelicht
Met institutionele omgeving bedoelen we organisaties en professionals die in een bepaalde situatie een (mede)verantwoordelijkheid hebben voor de veiligheid. Politie, gemeente, woningbouwcorporatie en welzijnsinstellingen bijvoorbeeld. Maar ook het management van een school of een bedrijf, rekenen we hieronder. Want ook hun handelen (of nalaten!) kan invloed hebben op de veiligheidsbeleving.
Onderzoeken
Om een idee te krijgen of het handelen van deze institutionele partijen van invloed is op de veiligheidsbeleving, ga je nader onderzoeken en antwoord geven op vragen als:
- ervaren mensen bijvoorbeeld dat er aandacht is voor de problemen waar zij in het kader van de veiligheid mee te maken hebben?
- Hoe reageren organisaties op signalen; gaan ze in op de situatie(s) of reageren ze afhoudend?
- Lijkt het erop dat ze serieus, effectief en in goede onderlinge afstemming werken aan de belangrijkste problemen?
- Of worden de bureaucratische protocollen keurig gevolgd, maar zonder dat dit leidt tot enige verbetering in de praktijk?
- En hoe spreken ze over de betreffende situatie of communiceren ze naar de burgers zelf en/of de media? Wakkeren ze hiermee wellicht een gevoel van onveiligheid aan?
Kortom: door zowel hun handelen als de manier van communiceren, kunnen instituties en professionals de veiligheidsbeleving dus zowel versterken als verzwakken.
Tip: neem bij de analyse van een problematische veiligheidsbeleving ook altijd mee hoe de betrokken burgers de houding en het optreden van de meest relevante organisaties en professionals ervaren. De uitkomst hiervan bepaalt ook wat de actie in de praktijk kan betekenen.
De bevolkingssamenstelling en de sociale kwaliteit in een buurt (of wijk, of school, of organisatie, et cetera) heeft een sterke invloed op de veiligheidsbeleving. Uit onderzoek in Amsterdamse buurten bleek bijvoorbeeld dat de ervaren sociale kwaliteit een even grote doorwerking op de veiligheidsbeleving had als de objectieve veiligheid in die buurten.
Sociaal klimaat en veiligheidsbeleving
Hoe is het sociale klimaat? In hoeverre is sprake van onderlinge bekendheid, onderlinge relaties/sociale cohesie? Voelen mensen zich thuis? Voelen zij zich gezien? Erkend? Of juist buitengesloten? In hoeverre ervaren mensen dat er sprake is van collectieve redzaamheid (collective efficacy)? Juist dat vermogen om gezamenlijk problemen in de betreffende situatie op te lossen, maakt of breekt de veiligheidsbeleving.
Samenstelling bevolking indicator veiligheidsbeleving
De samenstelling van de bevolking is ook een indicator voor de veiligheidsbeleving. In buurten waar verschillende etnische achtergronden naast elkaar leven, is de veiligheidsbeleving meestal lager dan in homogene buurten. Dit geldt nog eens extra als sprake is van een verandering in de bevolkingssamenstelling in een relatief korte tijd.
Ten slotte is het belangrijk om te beseffen dat mensen in het gesprek of in de interactie met anderen betekenis geven aan (gebeurtenissen in) hun omgeving. Dat geldt dus ook voor gebeurtenissen die als onveilig kunnen worden beschouwd, of aan maatregelen die tegen die onveiligheid worden genomen.
Tip: Je kunt veiligheidsbeleving niet doorgronden als je niet begrijpt wat zich in de sociale context afspeelt. Richt je hier dan ook op in de probleemanalyse . En vaak is ook actie hierop nodig.
De fysieke omgeving doet ook iets met de veiligheidsbeleving van mensen. Dan gaat het zowel om het ontwerp en de inrichting, als ook het beheer van de fysieke omgeving.
Invloed inrichting omgeving op veiligheidsbeleving
Voor een goed veiligheidsgevoel is het vooral belangrijk dat de omgeving:
- overzichtelijk,
- beheersbaar,
- voorspelbaar en
- aantrekkelijk is.
Bovendien moet de omgeving voor de juiste personen toegankelijk of juist ontoegankelijk zijn. Is het makkelijk de weg te vinden, je thuis te voelen? En ondersteunt de opzet en het karakter van de straat, buurt, wijk, enzovoort – bezien vanuit de gebruiker – de gewenste sociale interactie en vermindert het de kans op ongewenste interactie? Straalt de inrichting een prettig verblijfsklimaat uit of juist niet? Dat zijn aspecten die vanuit het ontwerp en de inrichting van de omgeving van belang zijn voor de veiligheidsbeleving.
Zorg voor omgeving en gevolg voor veiligheidsbeleving
Bij beheer gaat het vooral om de mate waarin de omgeving uitstraalt dat er sprake is van sociale orde en dat er ook zorg voor de omgeving is (schoon en heel). Verloedering, vervuiling, gebrek aan onderhoud: dit zijn al snel signalen voor het tegenovergestelde. Het zal zich veelal vertalen in een sterkere onveiligheidsbeleving.
Tip: neem in de analyse van de (on) veiligheidsbeleving ook de fysieke omgeving mee. Luister daarbij goed naar wat gebruikers erover vertellen. En lees wat de fysieke omgeving kan betekenen voor een aanpak.
Wat doet zich in een specifieke omgeving daadwerkelijk aan criminaliteit voor? En aan overlast? In welke mate worden mensen daar direct of indirect ook mee geconfronteerd? Door zelf slachtoffer te worden, door er getuige van te zijn, of door er via via van te horen?
Wat vooral doorwerkt in de veiligheidsbeleving zijn delicten of vormen van overlast die mensen de indruk geven dat de sociale, morele of fysieke orde in hun omgeving in gevaar is. Het is dergelijke signaalcriminaliteit of overlast die disproportioneel doorwerkt in de veiligheidsbeleving.
De High Impact-familie
Tegenwoordig wordt in Nederland vaak het begrip High Impact Crime gebruikt. Dan gaat het om delicten als woninginbraak, straatroof of overvallen. Deze delicten hebben gemiddeld genomen een buitengewoon zware doorwerking op de veiligheidsbeleving van individuen. Zo gesteld, maakt dat wát een High impact crime is, willekeurig. Het OM en de politie hanteren (anno 2013) daar deels verschillende afbakeningen voor.
Wie het écht goed wil doen, kijkt niet zozeer naar specifieke delictgroepen (een juridisch kader), maar naar wat in déze situatie op déze groep burgers vooral impact heeft (een sociaal-psychologisch kader dus). En dan blijkt in de praktijk dat ook sprake kan zijn van:
High Impact Overlast: hier gaat het om in juridische zin wellicht onbetekenende gedragingen, maar die door de lading die ze in een bepaalde setting meekrijgen, een enorme doorwerking hebben op de veiligheidsbeleving van (bepaalde) burgers.
High Impact People: mensen die bepaald gedrag vertonen (bijvoorbeeld structureel intimiderend gedrag) dat de invloed op de veiligheidsbeleving in een bepaalde situatie groot is. Denk hier bijvoorbeeld aan de zogenoemde Onaantastbaren: mensen voor wie de buurt bang is, en waartegen – in de ogen van burgers althans – ook de overheid niet in staat lijkt om op te treden.
High Impact Places: plekken waar zich naast de hierboven genoemde problemen voordoen, ook nog eens zodanig strategisch gelegen zijn, dat relatief veel mensen ermee worden geconfronteerd.
Persoonlijke factoren bepalen in hoge mate de (niveau) verschillen van veiligheidsbeleving, of hangen daar in ieder geval mee samen. De samenhangen die onder meer gevonden zijn, zijn de volgende:
- leeftijd, geslacht, etniciteit,
- seksuele geaardheid
- opleidingsniveau, economische positie
- geestelijke en lichamelijke gezondheid
- (mede daardoor) ervaren kwetsbaarheid
- manier van omgaan met onzekerheid of stress
- levensstijl (inclusief mediaconsumptie)
- levenshouding en kijk op de wereld
Tip: heb je te maken met verschillen in veiligheidsbeleving tussen buurten, check dan of deze ook (mede) te verklaren zijn uit verschillen in de bevolkingssamenstelling.
Tip: verschillen in persoonlijke factoren leiden niet alleen tot verschillen in veiligheidsbeleving, maar ook tot verschillen in gevoeligheid voor maatregelen. Zo reageren mannen en vrouwen anders op de aanwezigheid van politie en bestaan tussen mensen met verschillende kenmerken ook grote verschillen in communicatiebehoeften. Bekijk dus per specifieke doelgroep altijd heel goed wat deze nodig heeft.
Leeftijd, geslacht, etniciteit
Onderstaande grafiek geeft de grote verschillen in veiligheidsbeleving weer die zichtbaar worden wanneer onderscheid wordt gemaakt naar geslacht, leeftijd en/of etniciteit. Niet-westerse migranten rapporteren bijvoorbeeld vaak hogere onveiligheidsgevoelens dan autochtone inwoners.
Grafiek: Onveiligheidsgevoelens, bevolking van 15 jaar en ouder, naar sekse, leeftijd en herkomst, 2008 (in procenten ‘voelt zich weleens onveilig’). Bron: CBS (VMR ’08)
In de onderstaande grafieken staan de percentages gesorteerd naar geslacht, leeftijd en herkomst (Veiligheidsmonitor 2015, CBS 2016). Hieruit blijkt dat mannen zich overwegend veiliger voelen dan vrouwen, jongeren zich onveiliger voelen dan ouderen en dat autochtonen zich veiliger voelen dan allochtonen.
Een verband tussen mediaberichtgeving danwel mediaconsumptie en veiligheidsbeleving is vaak aangetoond. Hoe deze relatie precies verloopt – onder welke voorwaarden en bij wie – is tot nu toe veel minder duidelijk.
Verschil tussen ‘dichtbij’ en ‘veraf’
Onze eigen ervaringen in de directe omgeving en datgene wat we van relevante andere uit onze omgeving horen, lijken onze veiligheidsbeleving te bepalen. De media-invloed hierop lijkt vooralsnog relatief beperkt. Dat is anders wanneer het over de veiligheidsbeleving ‘elders’ gaat. Zeker als het om plaatsen gaat waar we zelf niet of nauwelijks komen of wanneer het gaat om de veiligheid in ‘de samenleving als geheel’. Media zijn dan vaak de voornaamste informatiebron om hierover een beeld te vormen. Omdat media in hun nieuwskeuze vooral kiezen voor de afwijkende berichten, krijgen we al snel de indruk dat ongewone zaken veel vaker voorkomen. En daarmee concluderen we dat het met de veiligheid ‘daar’ slecht is gesteld.
Tip: mediaberichtgeving kan dus invloed hebben op de veiligheidsbeleving. Dat betekent dat het soms ook goed is de eigen communicatie nog eens tegen het licht te houden. Werkt de communicatie wellicht onveiligheidsbeleving in de hand? Lees meer tips voor communicatie.
Onze zorgen over criminaliteit en veiligheid weerspiegelen ook veel diepere zorgen over waar het met de samenleving heengaat. Dat diffusere ‘onbehagen’ komt in onze gedachten en gevoelens bij vragen over sociale veiligheid naar boven, maar hebben eigenlijk betrekking op een veel dieper, meer existentieel gevoel van (on)veiligheid.
Het in vele opzichten harder worden van de maatschappij, de toenemende individualisering, de steeds snellere ontwikkelingen en hogere eisen (‘kom ik nog wel mee’?), de afnemende zekerheden of het ontstaan van de zogenoemde risicosamenleving met zijn diffuse bedreigingen… als het ware ongemerkt mengen onze gevoelens en gedachten daarover zich in de discussie die op het eerste gezicht over criminaliteit en overlast lijkt te gaan. Maar dat niet alleen, ze versterken juist deze gedachten en gevoelens. En het vervelende is: daar valt eigenlijk niet zo veel aan te doen.
Economische crisis
Zo moeten we er bijvoorbeeld rekening mee houden dat vanaf het najaar van 2008 staat onze veiligheidsbeleving ook onder invloed van de economische crisis staat. En dat is dus natuurlijk van een heel andere soort onveiligheid!
Opvallend is in ieder geval dat de veiligheidsbeleving vóór 2008 jaar na jaar verbeterde, maar dat die verbetering vanaf het najaar van 2008 tot stilstand is gekomen. Zie ook Landelijk beeld.