Bestuursrechtelijke maatregelen
Hiermee wordt geprobeerd om de negatieve effecten van de handel in en het gebruik van drugs tegen te gaan.

Bestuursrechtelijke maatregelen zijn bedoeld om overtredingen van de Opiumwet te beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Hiermee wordt geprobeerd om de negatieve effecten van de handel in en het gebruik van drugs, onder meer vanuit het perspectief van de openbare orde, tegen te gaan. Een bestuurlijke maatregel wordt daarom ook wel een ‘herstelmaatregel’ of ‘herstelsanctie’ genoemd.
Bestuursrechtelijke én strafrechtelijke procedure
Vaak wordt er naast een bestuursrechtelijke procedure ook een strafrechtelijke procedure opgestart. Deze twee procedures kunnen naast elkaar bestaan, omdat ze beide een ander doel dienen. Het doel van de strafrechtelijke procedure is punitief. Dit betekent dat er een straf wordt opgelegd die tot doel heeft het gepleegde onrecht bij de dader te doen voelen.
Een uitzondering op de regel is de bestuurlijke boete op grond van de Huisvestingswet en de lokale Huisvestingsverordening. Dit betreft weliswaar een ‘punitieve’ sanctie, maar ook deze kan naast een strafrechtelijk proces en een strafrechtelijke veroordeling bestaan. Dit heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd op 11 maart 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:736).
Binnen de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit kunnen de volgende maatregelen genomen worden:
Een waarschuwing is de eerste stap in het sanctieregime van artikel 13b Opiumwet. Een waarschuwing kan in geval van een eerste overtreding of in situaties waarin geen sprake is van een ‘ernstig geval’ worden voorgeschreven. Als de burgemeester overgaat tot het afgeven van een waarschuwing, wat betekent dat de woning of het lokaal niet wordt gesloten.
De voorwaardelijke sluiting lijkt op de waarschuwing. Als de burgemeester een voorwaardelijke sluiting op basis van artikel 13b Opiumwet oplegt, wordt de woning of het lokaal niet gesloten. In het besluit staat vaak een recidive-termijn opgenomen. Als de betrokkene de Opiumwet nogmaals overtreedt binnen de gestelde termijn, gaat de burgemeester alsnog over tot de sluiting van de woning of het lokaal.
De burgemeester kan een last onder dwangsom opleggen. Dit staat in artikel 5:32, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht. De burgemeester legt dan de verplichting op om een geldsom te betalen, tenzij binnen de gestelde termijn aan de in de beschikking opgenomen last wordt voldaan.
Het doel van het opleggen van een last onder dwangsom is om de overtreder tot naleving van de voor hem of haar geldende regels te bewegen en een met de wet strijdige situatie te herstellen of herhaling van een overtreding van de wet te voorkomen. Om dit doel te bereiken, wordt de hoogte van de dwangsom op het financiële voordeel dat hij of zij kan verwachten bij het niet-naleven van de voor hem of haar geldende regels, afgestemd. De last onder dwangsom is een herstelsanctie.
Bekijk de onderstaande documenten voor meer informatie over de last onder dwangsom:
- ‘Dwangsom voor drugsdealer: 5000 euro telkens als hij betrapt wordt op dealen in Enschede’ – De Stentor (januari 2022)
- Notitie ‘Inzet van de last onder dwangsom bij overtredingen van de Opiumwet’ door Herman Oussoren, juridisch beleidsadviseur handhaving bij de gemeente Voorst (oktober 2019, pdf)
- Notitie ‘Preventieve last onder dwangsom bij dreigende overtreding Opiumwet’ door Marieke Pietermans, beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid bij de gemeente Roerdalen (januari 2021, pdf)
Veel gemeenten hebben artikel 2:74 model-APV van de VNG opgenomen in de lokale Algemene Plaatselijke Verordening. Met dit artikel wordt de handel in drugs of vergelijkbare waren verboden. Op basis van het artikel kunnen gemeenten een last onder dwangsom opleggen. Bekijk voor meer informatie het document ‘Bestuursrechtelijke aanpak APV-feiten: inbrekerswerktuigen & drugshandel op straat – De Veluwse Methode’.
Voorbeeldbrieven:
Bij een notoire overtreder kan een preventieve last onder dwangsom worden opgelegd (artikel 5:32, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht). Er moet dan wel het gevaar bestaan dat er een overtreding zal worden begaan. Dit gevaar kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit uitlatingen van de desbetreffende persoon of uit eerder vertoond gedrag.
Bij het inrichten van een hennepkwekerij of een drugslab wordt er vaak ondeugdelijk met de stroomvoorziening omgegaan. Denk aan het voor de meter aftappen van de hoofdleiding of het te zwaar belasten van de installatie. Hierbij wordt het Bouwbesluit 2012 overtreden. De burgemeester kan door middel van bestuursdwang afdwingen dat de overtreder met een keuringsrapport van een erkend installateur aantoont dat de gehele elektrische installatie van de woning voldoet aan de ministeriële regelgeving NEN 1010. Dit kan met een last onder dwangsom, zoals in dit voorbeeldbesluit.
De burgemeester is op grond van artikel 13b Opiumwet bevoegd om lokalen (zoals coffeeshops, cafés of winkels) en woningen sluiten, als er vanuit deze panden drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt of als daarvoor drugs aanwezig zijn. Dit geldt ook als er in het pand voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die bestemd zijn voor de handel in of productie van drugs, zoals bepaalde apparatuur, chemicaliën of versnijdingsmiddelen (strafbare voorbereidingshandelingen). Dit wordt ook wel last onder bestuursdwang genoemd.
Aantasting openbare orde herstellen
Een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet is bedoeld om de aantasting van de openbare orde te herstellen. Het is een herstelsanctie. Het beoogt risico’s voor de volksgezondheid die uit het drugsgebruik voortvloeien te voorkomen en te beheersen en de nadelige effecten van de productie en distributie van, handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden tegen te gaan. Bij een sluiting worden ramen en deuren dichtgetimmerd en de woning verzegeld. Het verbreken van een zegel is strafbaar gesteld in artikel 199 van het Wetboek van Strafrecht.
Gericht op het pand
Het bestuursrechtelijk optreden van de burgemeester is gericht op het pand. Het is daarbij niet van belang wie (eigenaar, exploitant, huurder, gebruiker of een derde) de overtreding heeft begaan. De feitelijke constatering van een overtreding van de Opiumwet is voldoende om op te treden. Uiteraard dient de burgemeester wel te voldoen aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.
De burgemeester kan een pand daarnaast sluiten op grond van:
- Artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria)
- Artikel 17 Woningwet
In geval van een spoedsluiting op basis van artikel 13b Opiumwet wordt het pand direct gesloten en krijgt de betrokkene geen mogelijkheid tot het geven van een zienswijze. Daarnaast wordt geen begunstigingstermijn verleent. Dit is de periode tussen het besluit en de daadwerkelijke sluiting, waarin de betrokkene de mogelijkheid krijgt om het pand te ontruimen en te verlaten.
Een gebiedsverbod kan op basis van artikel 172a Gemeentewet worden opgelegd aan een persoon of een groep personen die hinder of overlast veroorzaken in een bepaalde omgeving, bijvoorbeeld vanwege het handelen in drugs. Een gebiedsverbod zorgt ervoor dat de persoon of groep personen zich gedurende een bepaalde periode niet meer op een bepaalde plaats mag bevinden. Het kan ook zijn dat het gebiedsverbod alleen geldt tussen bepaalde tijdstippen op een dag. Het verbod geldt voor de plaats waar de openbare orde is verstoord. De burgemeester kan de plaatsen waar de overtreder(s) zich niet meer mag/mogen begeven, op een kaart aangeven. Zo is het voor de overtreder of overtreders duidelijk waar hij of zij niet mogen komen.
Er kan een huisverbod opgelegd worden vanwege excessief gebruik van drugs (Wet tijdelijk huisverbod).
In tegenstelling tot de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom is de bestuurlijke boete géén herstelsanctie. Het heeft niet als doel om toekomstige overtredingen te voorkomen, maar is gericht op het straffen van de overtreder (en het afschrikken van toekomstige overtreders).
Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd:
- op grond van de APV voor bijvoorbeeld drugsgerelateerde overlast in de openbare ruimte.
- op grond van de Huisvestingswet als een woning geheel of gedeeltelijk aan de woningvoorraad wordt onttrokken. Dit is bijvoorbeeld het geval als er een hennepkwekerij wordt aangetroffen in een woning en die woning niet wordt bewoond. De bestuurlijke boete kan worden opgelegd aan de huurder, verhuurder of aan allebei.
- op grond van de Woningwet, vanwege de 2e overtreding van het bouwbesluit in 2 jaar tijd. Dit kan het geval zijn bij een hennepkwekerij in een woning. De bestuurlijke boete kan worden opgelegd aan de huurder, verhuurder of aan allebei.
Op grond van de Wet Bibob kunnen bestuursorganen beschikkingen (bijvoorbeeld een vergunning of subsidie) weigeren of intrekken als sprake is van een ernstig gevaar van misbruik van de beschikking. Deze bevoegdheid wordt met name toegepast in de horecasector (inclusief coffeeshops). Binnen de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit biedt de wet Bibob een groot aantal mogelijkheden. De wet wordt uitgebreid, zodat burgemeesters elkaar onderling ook mogen tippen over de toepassing van de Wet Bibob in een individuele zaak.