Artikel 38v Wetboek van Strafrecht
Artikel 38v Wetboek van Strafrecht (Sr) bepaalt dat een strafrechter bij een veroordeling voor een strafbaar feit een vrijheidsbeperkende maatregel kan opleggen. De maatregel is bedoeld om de maatschappij te beveiligen of om te voorkomen dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt.
De rechter kan vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen in de vorm van een gebiedsverbod, contactverbod, gebiedsgebod of meldplicht. Dat kan hij doen bij lichte feiten zoals vernieling en openbaar dronkenschap, maar ook bij ernstige feiten zoals mishandeling en verboden wapenbezit.