Ga naar de inhoud

Echt contact – Nijmegen

Nijmegen en halt zijn samen bezig met de aanpak van straatroof. Op deze pagina vindt je hoe ze dat doen.

Wat doet een criminele activiteit, zoals straatroof, met de toekomst van jonge daders? Zien zij de consequenties hiervan in? En wat heeft de meeste impact op een slachtoffer?

Hoe Nijmegen en Halt preventief straatroof aanpakken

Halt-medewerker Nanet Janssen en wijkveiligheidscoördinator Ferdi Overeem (gemeente Nijmegen) bundelen hun krachten samen en gaan écht in gesprek met jongeren van 14-17 jaar. Hoe en met wie werken zij hierin samen?

Een dia uit de les ‘Jeugdcriminaliteit’ van Halt

Analyse: daders straatroof 14-17 jaar

Overeem: “We startten met een analyse op de objectieve cijfers en de ervaringen van wijkagenten (de ‘subjectieve cijfers’). De delicten straatroven, overvallen, diefstal met geweld en zakkenrollerij hangen nogal met elkaar samen. Daardoor is het lastig om te bepalen waar exact straatroven plaatsvinden, wanneer gepleegd en door wie. We analyseerden dat de meeste straatroven in het centrum plaatsvinden. Het meest gestolen goed is de telefoon. Opvallend bleek dat de daders vaak jong waren. Tussen de 14 en 17 jaar oud.”

Preventieve samenwerking Halt

Janssen: “Daarom kwam Ferdi bij Halt op de lijn, om af te stemmen hoe we hierin konden samenwerken.” Met een preventieve, dadergerichte aanpak gingen beide partijen aan de slag. Overeem: “We maakten een plan van aanpak op maat en legden contact met de jeugdwerkers (Bindkracht10 ).” Janssen: “Onze kracht ligt in de samenwerking en het samen overleggen. Welke scholen zijn passend? Wat leeft er bij die jongeren?”

‘Upgrade’: van vernieling naar straatroof

Overeem: “Je ziet vaak een opbouw van delicten onder straatrovers. Het begint bij het plegen van een inbraak of vernieling. De straatroof volgt daarna. Het grote verschil tussen deze delicten is dat er bij straatroof geweld wordt gebruikt. Vanuit onze optiek is de stap van een vernieling naar een straatroof een grote. Maar we wisten niet of de jongeren ook dat zou zien.” Het bijwonen van een Halt-les geeft dan ook nieuwe inzichten.

Inhoud Halt-lessen

De les ‘Jeugdcriminaliteit’ is door Halt opgezet voor middelbare scholen. Deze les maakte Janssen op maat, zodat de thema’s straatroof, slachtoffer en toekomst aan bod kwamen. Tijdens de les wordt eerst het strafrecht besproken. Vervolgens gaat Janssen het gesprek aan met de jongeren, door middel van stellingen. Zo komt een écht gesprek op gang. Ze behandelt wat je kunt doen als je een straatroof of overval ziet gebeuren maar ook hoe een strafblad je toekomst bepaalt als je zélf een delict pleegt. Janssen nam Overeem, een jeugdwerker of wijkagent mee naar de lessen. “Voor hun is het enorm waardevol te horen wat er bij de jeugd daadwerkelijk speelt.” Meer informatie over Halt en de lessen kun je hier bekijken.
Maatwerk per gemeente
Halt werkt tweeledig. Preventief, door voorlichting te geven. En repressief door jonge daders te ondersteunen om te voorkomen dat ze opnieuw de fout in gaan. Gemeenten kunnen contact met Halt kunnen opnemen om te kijken of Halt iets kan betekenen of dat maatwerk gewenst is. Er kan contact worden opgenomen met de relatiemanager van Halt. Op www.halt.nl staan de contactgegevens per gebied.

Zien jongeren consequenties in?

Janssen legt uit dat jongeren de consequenties meestal niet inzien van – in hun ogen – lichte daden. “Ze beseffen vaak niet dat een strafblad je heel lang achtervolgt. Maar stel dat je met je gezin op reis gaat naar Amerika, en jij hebt een strafblad. Dan kun je niet mee. Dan beïnvloedt jouw ‘lichte’ daad ook je familie. Dat proberen we in de lessen duidelijk te maken.”

Écht contact maken

Door het gesprek met de jongeren aan te gaan, kom je meer in hun belevingswereld terecht. Janssen: “Als je begint over straatroof, voelt dat nog abstract voor hun. Maar als je doorvraagt hebben veel jongeren zelf al een voorbeeld hiervan meegemaakt. Bijvoorbeeld dat een telefoon afgepakt werd.”

Impact slachtoffer: signalen vanuit Slachtofferhulp

Janssen bereidde haar lessen voor in samenwerking met Slachtofferhulp. Die signaleert dat een slachtoffer ontdaan is door het geweld dat hem is aangedaan, maar óók doordat niemand te hulp schoot. Daarom komt juist het handelingsperspectief aan bod in de Halt-lessen. Janssen: “Je hoeft niet in te springen als het te gevaarlijk is. Maar handel. Bel 112. En sluit niet je ogen. Dat is wat we de jongeren meegeven.”

Herhalen, herhalen, herhalen

Zowel Overeem als Janssen concludeert dat herhaling key is. Janssen legt uit: “Als we vanuit verschillende kanalen en rolmodellen, zoals jeugdcoaches, herhalen wat het plegen van een delict met je toekomst doet, dan beklijft die boodschap. Evenals dat 112 bellen essentieel is als ze getuigen van een delict zijn.” Daarom werken de gemeente Nijmegen en Halt samen met de volgende partners:

Met welke partijen werkt de gemeente Nijmegen en Halt samen?

De gemeente Nijmegen en Halt trokken samen op. Halt vroeg informatie op bij de wijkagenten, Slachtofferhulp en jongerenwerkers. Vervolgens lieten Halt en de gemeente jeugdwerkers en wijkagenten aansluiten bij de lessen.

Wat zijn hun voorbeelden van samenwerking?

  • Inzet op scholen door voorlichtingslessen
  • Preventieavond met burgemeester en Politie
  • Informatie signaleren en delen met elkaar
  • Korte lijntje houden met alle partijen
  • Jongerenwerker Boubaker van Bindkracht10 met videovlogs op straattaalniveau

Inzichten met jongeren delen met partners

Kortom, Nijmegen en Halt bundelen hun krachten samen en gaan écht het gesprek aan met jongeren. Die inzichten delen zij weer met andere ketenpartners, zoals Bindkracht10 en wijkagenten.

Het CCV denkt met je mee
Heb je een mooi voorbeeld van een goede samenwerking in jouw aanpak om met andere gemeenten te delen? Of wil jij straatroof in jouw gemeente aanpakken? Het CCV helpt je graag en denkt met je mee. Neem daarvoor contact op met Tom Lavalaye.