Op weg naar een digitaal nachtregister
Om mobiele bendes tegen te gaan, hebben verschillende partijen de wens een digitaal nachtregister te gebruiken.

De wens voor een digitaal nachtregister komt al sinds 2006 naar voren. Toch blijkt het niet eenvoudig zo’n digitaal nachtregister landelijk te realiseren. Hieronder een overzicht van de werkzaamheden die hiermee gemoeid zijn geweest.
Overzicht werkzaamheden per jaar
Twee politieagenten van het politiebureau Nieuwezijds Voorburgwal willen de hotelbriefjes digitaliseren. Met deze briefjes werden de bezoekers van Amsterdam geregistreerd. Politieagenten haalden de briefjes op en ploegden ze in de nachtdienst door. Zo konden ze nagaan of er verdachten in de stad verbleven. De toenmalige korpsleiding besloot eerder dat de politie de hotelbriefjes niet meer zou ophalen, onder andere door het toenemende massale verblijf in Amsterdam. Hierdoor ontstond een bijna oncontroleerbare papierstroom. Een alternatief was er echter niet. Het project ‘Ho-Tell’ gaat van start.
Het Project Initiatie Document (PID) is gereed. De korpsleiding besluit om menskracht op het gebied van ict en een externe projectleider te financieren. Inmiddels is er ook steun van hotels en de Koninklijke Horeca Nederland. Er komt een proceseigenaar en een stuurgroep gaat van start.
Er wordt een adviseur aangetrokken om het proces te leiden en uit te voeren. Hierdoor komt er schot in de zaak. Op 17 november 2009 besluit de stuurgroep het digitaal nachtregister een andere naam te geven. De naam ‘Ho-Tell’ is niet dekkend voor de gehele branche, waarin ook campings en bungalowparken voorkomen. Het digitaal nachtregister krijgt de naam ‘Nachtwacht’. De implementatie van het digitale nachtregister wordt verwacht in Q2 2010.
In april 2010 blijkt dat de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN) geen capaciteit heeft voor het project. Ook blijkt dat de veiligheid van het versturen van de gegevens per e-mail niet gewaarborgd kan worden. Het project wordt gestopt.
Het digitaal nachtregister ‘Nachtwacht’ komt door een vraag vanuit de opsporing opnieuw bij de korpsleiding op de agenda. Er wordt besloten een doorstart te maken en er wordt een projectleider aangesteld. De projectleider is druk bezig om het digitale nachtregister in te voeren. Er is echter nog extra geld nodig en dat komt er door de vorming van de Nationale Politie niet. Het project wordt afgesloten. De pilothotels die gegevens zouden gaan leveren worden afgezegd. De politie en de hotels gaan in goede harmonie uiteen.
De politie-eenheid Oost-Nederland gaat aan de slag met het digitaal nachtregister. De eenheid ontvangt dagelijks lijsten met daarop de gegevens van alle gasten van vijf hotels in Twente. Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) doet hier onderzoek naar en geeft in 2015 aan dat het geautomatiseerd verstrekken van de nachtverblijfregisters niet is toegestaan:
Hotels en andere zogenoemde nachtverblijven zijn verplicht een nachtregistratie bij te houden. De politie mag deze overnachtingsgegevens alleen opvragen ter voorkoming van gevaar, ten behoeve van opsporingsonderzoek of ter opheldering van het lot van vermiste personen of slachtoffers (art. 438 Wetboek van Strafrecht).
De politie mag alleen de hits verwerken en bewaren, no-hits dienen meteen vernietigd te worden.
De projectleider publiek-private samenwerking bij de Nationale Politie toont interesse in het digitaal nachtregister de ‘Nachtwacht’. De politie-eenheid Noord-Holland gaat enthousiast met de gegevens uit Amsterdam aan de slag. De eenheid wordt echter teruggefloten door het College bescherming persoonsgegevens. De privacy kan niet gewaarborgd worden, omdat de gegevens via de e-mail verzonden worden. Dit is onveilig.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid vraagt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) mee te denken over het digitaal nachtregister. Het CCV vormt op basis van de notitie van de politie-eenheid Noord-Holland een projectgroep met de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid. De projectgroep stelt een projectplan op en voert een privacy impact analyse (DPIA) uit. Omdat er nog geen concept ICT-structuur is voor een technisch werkend digitaal nachtregister, kan de projectgroep niet verder. De projectgroep vraagt alvast advies aan de Autoriteit Persoonsgegevens over de ontwikkelingsrichting van het digitaal nachtregister. De projectgroep wil zeker weten dat ze de goede richting op gaan qua privacywetgeving.
Op verschillende plaatsen komt de wens voor een digitaal nachtregister naar voren:
- Vanuit het Landelijk Actieprogramma Aanpak Vakantieparken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontstaat de wens bij gemeenten met veel campings en jachthavens.
- Ondermijning krijgt steeds meer aandacht. Het wordt duidelijk dat hotels, campings en jachthavens schuiladressen vormen voor gezochte of vermiste personen.
- De Amsterdamse politie (de Dienst Regionale Recherche Amsterdam en contactpersoon horeca) wil het digitaal nachtregister in Amsterdam realiseren, omdat er drugscriminelen onder de radar in Amsterdamse hotels verblijven.
- Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema roept op om een meldpunt in te richten waar hotels illegale prostitutie kunnen melden. Het programma ‘De Weerbare Stad’ van de gemeente Amsterdam geeft aan dat er een nachtregister is en dat dit gebruikt kan worden als meldpunt.
De gemeente Amsterdam wil als pilotgemeente fungeren voor een landelijk digitaal nachtregister. Dit nachtregister is voor de gemeente, politie en ondernemers met als doel opsporing op basis van artikel 438 Sr. Ook Koninklijke Horeca Nederland (afdeling Amsterdam) is voorstander, als het maar niet leidt tot extra werk. Een extra registratieprogramma dat via de gemeente moet worden ingevuld naast iedere eigen boeking in de eigen hotel management systemen is ongewenst.
Het programma ‘De Weerbare Stad’ van de gemeente Amsterdam vraagt subsidie aan om het digitaal nachtregister te verkennen, een basisconcept op papier te zetten en het digitale nachtregister daadwerkelijk technisch te realiseren. Eigenlijk zoals het Digitaal Opkopers Loket en het Digitaal Opkopers Register (DOR) die ook landelijk beschikbaar zijn voor gemeenten en politie.
Het CCV wordt ingehuurd om het proces te begeleiden. Tijdens de verkenning wordt juridisch goed uitgezocht welke gegevens volgens landelijke en Europese wetgeving geregistreerd mogen worden. Er ontstaat discussie over de interpretatie van artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht en de rol- en taakverdeling tussen politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente. Het Wetenschappelijk Bureau van het OM (WBOM) doet hier onderzoek naar. Hierbij wordt het volgende duidelijk:
Nachtverblijven zijn wettelijk verplicht om een nachtregister bij te houden. Nachtverblijven mogen alleen de gegevens van de hoofdgast in hun nachtregister opnemen. Hierbij gaat het om de naam, woonplaats, dag van aankomst, dag van vertrek en type identiteitsbewijs. Voor meereizende gasten geldt de verplichting tot het bijhouden van een nachtregister niet.
Het technische gedeelte van het digitaal nachtregister moet ontworpen worden. Vanaf mei 2020 wordt gezocht naar een ingang bij de afdeling Informatie Voorziening (IV) van de politie om over de techniek te kunnen praten. Dit lukt echter niet. Hiervoor worden in 2023 de volgende argumenten gegeven:
- De politie heeft zelf een haalbaarheidsonderzoek gedaan. Het stuk is van onvoldoende kwaliteit bevonden.
- Het Digitaal Nachtregister wordt niet opgenomen in de jaarplannen voor 2022 en 2023 van de politie-eenheid Amsterdam, waardoor er geen prioriteit aan wordt gegeven.
- De politie-eenheid Amsterdam geeft aan dat de impact van dit project onderschat wordt en de aanhaking met het land beperkt is. Er zijn zorgen over de inspanning ten opzichte van het resultaat.
Verschillende gemeenten in het land experimenteren met commerciële digitale nachtregisters. Hier wordt echter vaak in strijd gehandeld met de geldende privacywetgeving. Bijvoorbeeld door meer informatie te vragen aan gasten dan wettelijk is toegestaan. Koninklijke Horeca Nederland trekt hiervoor aan de bel bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). De Autoriteit Persoonsgegevens vraagt de gemeenten met deze initiatieven te stoppen.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid vraagt de gemeente Amsterdam de rapportage en subsidieverantwoording op te leveren. Binnen de ambtelijke werkgroep mobiel banditisme gaat de politie zich samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid, het CCV en het Openbaar Ministerie beraden over de vervolgstappen om te komen tot een verdere verkenning van het digitaal nachtregister. De ontwikkeling van een digitaal nachtregister wordt ook opgenomen in het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023 t/m 2026 van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC).
Overige correspondentie
- Brief ‘verplichtingen registratie hotelgasten, 3 december 2007 (let op: het registreren van beroep of betrekking is niet meer actueel)
Let op: Er zijn ook andere initiatieven die wel ‘nachtregister’ genoemd worden, maar niet gericht zijn op opsporing op basis van artikel 348 Sr. Deze initiatieven helpen om een actueel en doorlopend inzicht te krijgen in overnachtende bezoekers binnen gemeenten en/of regio voor beleid, overnachtingsontwikkelingen, city marketing en CBS-statistiek. Hier worden echter geen persoonlijke gegevens voor uitgewisseld.
Meer informatie
Wil je meer weten over de ontwikkeling van een digitaal nachtregister? Neem dan contact op met CCV-adviseur Joeri Vig.