Zorgplicht seizoenkaarthouder tegen oneigenlijk gebruik
Een seizoenkaarthouder heeft zorgplicht om zijn internetaccount goed te beschermen tegen oneigenlijk gebruik. De seizoenkaarthouder is daarnaast (mede-)verantwoordelijk voor degenen die met zijn/haar hulp het stadion binnenkomt en daar schade aanricht.

Kenmerken
- Stadionverbod
- Schade
- Standaardvoorwaarden KNVB
- Seizoenkaarthouder
- Gedragingen richting voetbalspelers
Wat was de overtreding?
Een jongen met een stadionverbod kocht met de seizoenkaart van zijn moeder een kaartje voor de bekerwedstrijd Ajax-AZ. Tijdens deze wedstrijd viel hij de doelman van AZ aan. Ajax kreeg een boete van € 10.000 en moest de wedstrijd zonder publiek overspelen.
Welke maatregel werd opgelegd?
Ajax trok de seizoenkaart in, legde de moeder een stadionverbod op en stelde zowel haar als haar zoon hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. De moeder vond de maatregelen tegen haar onredelijk bezwarend en vorderde dat zij haar seizoenkaart mocht houden.
Wat besloot de rechter?
De rechter vond de beëindiging van de seizoenkaart een redelijke reactie op het incident. De moeder kon namelijk de aanwezigheid van haar zoon in het stadion worden verweten. Want alleen de seizoenkaarthouder zelf mag van kaart gebruiken. De moeder had geen stappen ondernomen om de toegang tot het internetaccount onmogelijk te maken voor haar zoon. Zoals het wachtwoord wijzigen.
Daarnaast waren de gevolgen van het incident voor Ajax en anderen ingrijpend, terwijl het meest gevoelige gevolg voor de moeder was dat zij competitiewedstrijden van Ajax niet meer vanaf haar ‘eigen’ stoel kon meemaken. De rechter vond het dan ook aanvaardbaar dat Ajax een beroep deed op de algemene voorwaarden.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
Er bestaat een (lichte) zorgplicht van een seizoenkaarthouder om zijn internetaccount goed te beschermen tegen oneigenlijk gebruik. De seizoenkaarthouder is daarnaast (mede-)verantwoordelijk voor degenen die met zijn/haar hulp het stadion binnenkomt en daar schade aanricht.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ5797