Ga naar de inhoud

Vrijheidsstraf en stadionverbod na openlijke geweldpleging

Laatst gewijzigd op: 23-06-2025

Bij grootschalige, ernstige ordeverstoringen heeft de strafrechtelijke weg soms voorrang bij het opleggen van een stadionverbod, omdat het strafrecht zware gevolgen kan verbinden aan de overtreding van een dergelijk verbod.

Weegschaal

Kenmerken

  • Rechterlijke macht
  • Openbaar Ministerie
  • Stadion
  • Voetbalgerelateerde overlast
  • Stadionverbod

Wat was de overtreding?

Betrokkene wordt verdacht van openlijke geweldpleging bij de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Feyenoord op 24 september 2023. De geweldpleging bestaat uit stenen gooien naar politieagenten en politiepaarden bij de hoofdingang van de Johan Cruijff Arena. De man droeg hierbij gezichtsbedekking. Hij  deed ook mee aan de rellen tussen de Ajax-supporters aan de ene kant en de politie en de ME aan de andere kant.

Welke maatregel werd opgelegd?

Dit gaat over een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter Amsterdam. Het Openbaar Ministerie heeft hoger beroep ingesteld, omdat het OM vindt dat de straffen die zijn opgelegd te mild zijn. Het gerechtshof Amsterdam legt in hoger beroep uiteindelijk ook een zwaardere straf op. Het veroordeelt betrokkene tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. In deze proeftijd mag de man zich niet schuldig maken aan strafbare feiten, dient hij medewerking te verlenen bij de vaststelling van zijn identiteit, en dient hij een bijzondere voorwaarde na te leven. De bijzondere voorwaarde houdt in dat de man gedurende de proeftijd geen wedstrijden van de voetbalclub Ajax in het betaald voetbal mag bijwonen. Ook krijgt de man een taakstraf opgelegd voor de duur van 100 uren, met 50 dagen vervangende hechtenis als hij de taakstraf niet naar behoren verricht.

Wat besloot de rechter?

De rechter vindt dat de verdachte met zijn gedrag heeft bijgedragen aan de rellen. Hij heeft dit gedaan door met gezichtsbedekking in de voorlinie van de rellende massa te staan en meerdere malen met stenen te groeien naar de ME. Ook heeft hij een traangasgranaat in de richting van de ME getrapt. Het geweld werd als heel beangstigend ervaren. Dat de man zijn gezicht heeft bedekt, toont aan dat hij in zekere zin berekenend heeft gehandeld. De rechter weegt mee dat de man relatief lang geleden ook al is veroordeeld voor openlijke geweldpleging. De landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS) vindt de rechter niet toereikend in deze zaak. De rechter zegt dat niet alleen de maatschappelijke gevolgen, maar ook de persoonlijke gevolgen voor de man groot zijn. Bij zulke grootschalige ordeverstoringen vindt de rechter daarom dat vanuit het oogpunt van vergelding en preventie, een gevangenisstraf het uitgangspunt dient te zijn.

Het gerechtshof vindt dat de KNVB en de BVO’s als eerste aan zet zijn om een stadionverbod op te leggen. De rechter zegt dat het strafrecht ook een grond biedt om een stadionverbod op te leggen. Het verbod is dan een bijzondere voorwaarde die gekoppeld wordt aan een voorwaardelijke straf met een daaraan verbonden proeftijd. Reden om te kiezen voor de strafrechtelijke weg, is dat het strafrecht zwaardere gevolgen kan verbinden aan de overtreding van een dergelijk verbod. De rechter legt dan ook een stadionverbod op met toepassing van artikel 38V Wetboek van Strafvordering.

Wat kunnen we van deze uitspraak leren?

Bij grootschalige, ernstige ordeverstoringen heeft de strafrechtelijke weg soms voorrang bij het opleggen van een stadionverbod, omdat het strafrecht zware gevolgen kan verbinden aan de overtreding van een dergelijk verbod.

Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:GHAMS:2024:3542