Rechter beëindigt gedragsaanwijzing door ontbreken van proces-verbaal
De officier van justitie legde een gedragsaanwijzing op voor 90 dagen om ernstige overlast te beëindigen. Deze uitspraak toont aan dat het belangrijk is voor de officier van justitie om het proces-verbaal in de procedure bij de rechtbank te overleggen.

Kenmerken
- Openlijke geweldpleging
- Mishandeling
- Proces-verbaal
Van welk strafbaar feit werd verdachte verdacht?
De persoon in deze zaak werd verdacht van het plegen van openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) en mishandeling (art. 300 Sr).
Welke gedragsaanwijzing legde de officier van justitie op?
De officier van justitie legde een gedragsaanwijzing op voor 90 dagen om de ernstige overlast te beëindigen. Uit de uitspraak werd niet duidelijk welke gedragsaanwijzing de officier van justitie oplegde.
Wat besloot de rechter?
De rechter was niet in bezit van het proces-verbaal. Dat is altijd problematisch, want een rechter moet een eigen afweging maken over het bestaan van ernstige bezwaren tegen een verdachte. Door het ontbreken van het proces-verbaal kon de rechter deze afweging niet maken en verklaarde hij het beroepschrift van de verdachte gegrond. De rechter beëindigde daarom de gedragsaanwijzing.
Wat leert deze uitspraak ons?
Deze uitspraak toont aan dat het belangrijk is voor de officier van justitie om het proces-verbaal in de procedure bij de rechtbank te overleggen. Ontbreekt dit, dan verklaart de rechter het beroep van de verdachte gegrond.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBSHE:2011:BP8553