Dealerverblijfsverbod voor overlastgebied Amsterdam (3 maanden)
Laatst gewijzigd op: 24-06-2025Het is inherent aan een gebiedsverbod dat iemand daarvan hinder ondervindt. Als iemand goed onderbouwt waarom die persoon toch in dat gebied moet zijn, dan kan hij bij de burgemeester om een corridor verzoeken.

Kenmerken
- Gemeente
- Rechterlijke macht
- Wijk
- Verdovende middelen
- Gebiedsverbod
Wat was de overtreding?
Een man zou zich volgens een agent in het overlastgebied hebben opgehouden om verdovende middelen te verkopen, of te koop aan te bieden.
Welke maatregel werd opgelegd?
De burgemeester legt een dealerverblijfsverbod op van drie maanden. De man is het hiermee niet eens en zegt dat de constatering van de politieagent op een misverstand berust. Hij geeft aan dat hij onderweg was om alleen een biertje te drinken en op een gegeven moment stopte omdat hij last van zijn benen had. Er zijn bij de man geen verdovende middelen aangetroffen en ook geen coupures contant geld.
Wat besloot de rechter?
De rechter zegt dat de man zijn ontkenning niet goed heeft onderbouwd. Om die reden ziet de rechter geen aanleiding om aan de bevindingen van de agent te twijfelen. Ook zegt de rechter dat het inherent is aan een gebiedsverbod dat iemand daar hinder van ondervindt. Dat de man naar Zaandam moet reizen om op zijn kleinkinderen op te passen, betekent dat hij een alternatieve reisroute moet zoeken.
De burgemeester zegt dat de man om een corridor kan en had kunnen verzoeken. Dit heeft hij niet gedaan. Het dealerverblijfsverbod blijft dan ook gelden.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
Het is inherent aan een gebiedsverbod dat iemand daarvan hinder ondervindt. Als iemand goed onderbouwt waarom die persoon toch in dat gebied moet zijn, dan kan hij bij de burgemeester om een corridor verzoeken.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBAMS:2024:6152