Contactverbod na vrijheidsberoving, afpersing en bedreiging
De uitspraak is een voorbeeld van hoe in een zaak met ernstige gedragingen tegen een persoon gebruik kan worden gemaakt van artikel 38v Wetboek van Strafrecht om deze persoon in de toekomst te beschermen.

Kenmerken
- Rechterlijke macht
- Woning/Gebouw
- Bedreiging
- Intimidatie
- Contactverbod
Wat was de overtreding?
Een man werd verdacht van wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing. De man was samen met een aantal anderen naar de woning van het slachtoffer gegaan. Daar werd het slachtoffer met veel geweld bedreigd. Het slachtoffer pinde vervolgens geld en gaf dit aan de verdachte.
Welke maatregel werd opgelegd?
De rechter achtte de afpersing bewezen. Naast een lange gevangenisstraf kreeg de man een contactverbod opgelegd voor de duur van twee jaar. Hij mocht op geen enkele manier – direct of indirect – contact opnemen met het slachtoffer.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
De uitspraak is een voorbeeld van hoe in een zaak met ernstige gedragingen tegen een persoon gebruik kan worden gemaakt van artikel 38v Wetboek van Strafrecht om deze persoon in de toekomst te beschermen.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBNHO:2021:3329