Ga naar de inhoud

Integrale werkwijze ongestructureerde problemen

Laatst gewijzigd op: 14-04-2025

handen die elkaar vasthouden, ter illustratie van het CCV-dossier Criminaliteit binnen familienetwerken

In (familie)netwerken waar criminaliteit een rol speelt, vindt regelmatig criminele uitbuiting plaats. Dit is een vorm van mensenhandel waarbij personen worden aangezet tot het plegen van strafbare feiten. Bijvoorbeeld om te stelen, zakken te rollen of te bedelen. De slachtoffers zijn vaak kinderen.

Jammer genoeg wordt criminele uitbuiting nog lang niet altijd herkend. Hierin is dan ook nog een wereld te winnen. Bovendien krijgen deze kinderen niet de bescherming waar ze recht op hebben. Ze worden vaak ten onrechte bestraft en belanden daarna weer op straat. De uitbuiter blijft ondertussen uit beeld…

In 5 stappen criminaliteit binnen (familie)netwerken aanpakken

Om dit te veranderen, heeft het CCV de integrale werkwijze ongestructureerde problemen ontwikkeld. In 5 stappen beweeg je van het opvangen van eerste signalen naar organisatorische borging om echt resultaat te bereiken.

Elke stap staat hieronder kort en bondig beschreven, zodat je een globale indruk krijgt van de werkwijze. Meer weten of zelf aan de slag gaan? Neem contact op met CCV-adviseur Meike Lommers.

Het stappenplan

De professionals beseffen dat er sprake is van ‘een ongestructureerde (wicked) opdracht’. Ze zien dat collegiale consultatie, bestaande methodieken en beschikbare kennis niet toereikend zijn om tot een effectieve integrale inzet te komen. De betrokken keten blijkt niet voldoende toegerust en is het niet eens over de wijze van inzet. Externe procesbegeleiding is noodzakelijk. De professionals schakelen hier het CCV voor in.

In deze fase werken de professionals samen met het CCV aan een gezamenlijk gedragen probleemdefinitie. Deze probleemdefinitie vormt de basis voor de rechtvaardiging en de wijze van de integrale inzet. Dit gebeurt aan de hand van de volgende stappen:

  1. Kennis opdoen
    Alle betrokken professionals werkzaam binnen de verschillende domeinen en verschillende niveaus nemen deel aan een kennissessie. Dit is een sessie op maat waarbij enerzijds kennis wordt overgedragen en waarbij anderzijds een gezamenlijke start wordt gemaakt met de ontrafeling van de ongestructureerde opdracht.
  2. Signalen duiden
    Vervolgens nemen de betrokken professionals deel aan een signalensessie waar zij domeinoverstijgende signalen op fenomeenniveau delen. De professionals maken daarbij het hulp van het CCV gezamenlijk een onderscheid in aannames, feiten en contextinformatie. Op basis hiervan stellen de professionals een gezamenlijk gedragen probleemdefinitie op.
  3. Gewenste keten in kaart brengen
    Tijdens de derde sessie kijken de professionals op basis van de probleemdefinitie kritisch naar de betrokken en te betrekken partijen. Aan de hand van een ketenopstelling definiëren de professionals de benodigde ketenpartners en brengen de samenwerkingsrelaties in kaart.
  4. Plan van aanpak opstellen
    In de laatste sessie brengen de professionals de contouren van het plan van aanpak in kaart, zodat er bij de verschillende ketenpartners om bestuurlijk commitment en middelen gevraagd kan worden. Het bestuurlijk commitment bepaalt of de stap naar fase III gezet kan worden.

In deze fase onderzoekt het CCV samen met de betrokken keten of de randvoorwaarden om integraal in te kunnen zetten en veilig en slagvaardig te werken op orde zijn. Noodzakelijke stappen om op de gewenste wijze samen te kunnen werken staan hier centraal en zijn voor iedere opdracht weer anders. Zo kijken de verschillende partijen of er op bestaande projecten aangehaakt kan worden. Ook bespreken zij of de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk en strategisch verdeeld zijn. Daarnaast bekijken ze of het team van professionals voldoende uitgerust en geschikt is om de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Soms leidt dit ertoe dat de samenstelling van het team van professionals wijzigt. Kortom, de vertaling van de gezamenlijke opdracht naar de interventieomgeving wordt hier concreet gemaakt en georganiseerd.

 

In deze fase gaan de professionals met de integrale aanpak aan de slag. Hierbij doen ze niet wat ze deden, maar leren zichzelf een nieuwe werkwijze aan. Tijdens deze fase staat praktijkgericht leren centraal. Ter ondersteuning zet het CCV hiervoor de volgende werkvormen op maat in:

  • Moreel beraad bij een moreel dilemma
  • Zelfredzaamheidsmatrix
  • Organisatieadvies en bestuurlijke interventies
  • Scenariodenken
  • Aanvullende kennisworkshops en presentaties om het bestuurlijk commitment te onderhouden
  • Coaching, evaluatie, monitoring en bijstellen ten behoeve van het lokale proces en de integrale opdracht

Doordat de professionals betrokken zijn geweest bij het doorlopen van alle fasen hebben zij ‘al doende geleerd’. Hierdoor zijn de nieuwe kennis en de gewenste competenties deels geborgd. Binnen deze fase onderzoekt het CCV samen met de professionals of de posities, rollen, taken en werkafspraken duidelijk zijn, effect hebben en voortgezet kunnen worden. De professionals spreken af hoe ze de opgedane kennis en competenties onderhouden en hoe ze aansluiten bij bestaande lokale, regionale en landelijke gremia over thema’s die passen bij de lokale opdracht. Borging vindt op alle niveaus van uitvoering plaats; uitvoerend, beleidsmatig, bestuurlijk.

Ecosystemische netwerkbenadering

Deze werkwijze is doorontwikkeld binnen het Landelijk Outreachend Team voor hoogrisico-zaken waarbij reële onveiligheid aanwezig is of waarbij sprake is van onveiligheidsbeleving. Dit kan voor zowel de betrokken professionals als de doelgroep gelden. Deze werkwijze wordt de ‘ecosystemische netwerkbenadering’ genoemd en is opgenomen in het tijdschrift Systeemtherapie (auteursexemplaar ST 36.3).