Ga naar de inhoud

Wettelijk kader privaat cameratoezicht

Voor privaat cameratoezicht is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing.

Beveiligingscamera voor cameratoezicht op het terrein.

Publiek uitkijken van camerabeelden is gebaseerd op de wettelijke taak van de (lokale) overheid om de openbare orde te handhaven. Vaak is fysiek toezicht niet afdoende of niet wenselijk, waardoor de optie voor cameratoezicht aanwezig is. De doelstelling van het publieke cameratoezicht is primair gebaseerd op artikel 151c van de gemeentewetde politiewet en de wet politiegegevens.

Gemeentewet 151c

In artikel 151c van de Gemeentewet is bepaald dat het doel bij het toepassen van gemeentelijk cameratoezicht het handhaven van de openbare orde is. Hieronder valt ook de algemene bestuurlijke voorkoming van strafbare feiten die invloed hebben op de orde en rust in de gemeente. Cameratoezicht op grond van 151c heeft als eerste een signalerende functie. De camera ziet meer en met die informatie kunnen de politie en andere hulpdiensten op straat worden aangestuurd.

Gemeentelijk toezicht is dus niet bedoeld voor het opsporen van strafbare feiten. Het openbare gebied en het handhaven van de openbare orde is uitgangspunt. Camera’s plaatsen voor opsporingsdoeleinden zijn voorbehouden aan de algemene politietaak of aan persoonsbeveiliging op basis van een zorgvuldig voorbereid dreigingsbeleid.

Artikel 151c van de gemeentewet is sinds de wetswijziging van 2016 niet meer alleen gericht op vast cameratoezicht, maar ook op flexibel/ tijdelijk cameratoezicht. Hierdoor worden geen uitzonderingen meer gemaakt voor flexibel (of tijdelijk) cameratoezicht. Ook voor deze camera’s moet voldaan worden aan de eisen van artikel 151c van de gemeentewet.

Politiewet Artikel 3 

Artikel 3 van de Politiewet is de basis voor het optreden van de politie; ook in combinatie met artikel 151c van de gemeentewet. Artikel 151c gaat namelijk uit van cameratoezicht ter handhaving van de openbare orde. De politie(taak) is verbonden met artikel 151c en het principe van cameratoezicht. Ook de operationele regie van de politie op het uitkijken van camerabeelden, is gebaseerd op dit artikel waarbij de grondslag voor het bewaren van de camerabeelden is belegd in de wet politiegegevens (artikel 8 en 9).

Bij cameratoezicht is artikel 3 de grondslag voor het toepassen van flexibel cameratoezicht. Onder andere onvoorziene ordeverstoringen of (de vrees voor) ordeverstoringen van tijdelijke aard, bijvoorbeeld bij een risicowedstrijd in het betaalde voetbal. Cameratoezicht op basis van artikel 3 van de politiewet is gericht op een zeer korte duur. Langere duur van tijdelijk of flexibel cameratoezicht kan op basis van artikel 151c van de gemeentewet. Daarnaast kan bij een dreiging artikel 3 van de politiewet ingezet worden. Zo kan bijvoorbeeld een camerasurveillance op een pand of woonachtig persoon toegepast worden. In dat geval wordt altijd in overleg met het Openbaar Ministerie gekeken worden of deze vorm past binnen de politietaak of het dreigingsbeeld. Er is dan absoluut geen sprake meer van toezicht in de openbare ruimte, maar toezicht in het kader van opsporing.

Politiewet Artikel 13 

Artikel 13 van de politiewet verwijst naar het reguliere driehoeksoverleg. Conform artikel 151c van de gemeentewet kan het driehoeksoverleg een periode vaststellen waarin, in het belang van de handhaving van de openbare orde, gebruik wordt gemaakt van de camera’s en de met de camera’s gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken.

Wet politiegegevens

De politie heeft een belangrijke rol bij het invoeren van cameratoezicht op openbare plaatsen. Zij is verantwoordelijk voor het verwerken van de beelden op grond van de Wet politiegegevens. De politie is ook de instantie die gebruik maakt van de beelden voor de handhaving van de openbare orde. Om deze reden is op grond van artikel 151c lid 3 van de gemeentewet de operationele regie bij cameratoezicht in handen van de politie. Het is dus van groot belang dat de politie vanaf de oriëntatiefase al betrokken wordt bij de opzet en de uitvoering van het cameratoezicht.

Ondanks dat de politie verantwoordelijk is voor de operationele regie van cameratoezicht, kunnen camerabeelden ook door andere personen dan politiefunctionarissen (bijvoorbeeld beveiligingspersoneel) worden uitgekeken.

Meer informatie vind je in het document ‘Het bekijken van beelden door de politie of anderen‘.