Ga naar de inhoud

Excellent cameratoezicht

Met de 9 punten voor excellent cameratoezicht vergroot je de kans op geschikte beelden voor heterdaadkracht, opsporing en vervolging.

Beveiliger houdt met camera's de omgeving in de gaten. Ter illustratie van het CCV-dossier Cameratoezicht.

Om verdachten van misdrijven snel op te kunnen sporen en te kunnen vervolgen zijn camerabeelden van groot belang. Meer dan vijftig % van de beelden kan echter niet door de politie (opsporing) en het Openbaar Ministerie (vervolging) worden gebruikt. De beelden zijn te slecht van kwaliteit.

Met de 9 punten voor excellent cameratoezicht – die samen met de politie en het OM zijn opgesteld – vergroot je de kans op geschikte beelden voor heterdaadkracht, opsporing en vervolging.

Verhoog de preventieve kracht van cameratoezicht en gebruik bij aanschaf, installatie en onderhoud van het camerasysteem de negen punten.

Situatie voor en situatie na opvolgen van de negen punten.

De negen punten zijn ook toepasbaar voor publiek cameratoezicht:

Kijk naar het bedrijfsproces, kwetsbaarheden en specifieke omstandigheden en bepaal de doelen van het cameratoezicht. Een van de doelen is dat de camerabeelden gebruikt kunnen worden voor opsporing.

Zorg voor een cameraplan. Een cameraplan is een plattegrond van de onderneming, het vervoersmiddel, de woning of de instelling. Hierop wordt per camerapositie aangegeven welk deel van het te beveiligen gebied moet worden vastgelegd. In het cameraplan staat per camera het doel (identificeren, herkennen, waarnemen) en de naam van de camera aangegeven.

Identificeren Identificatie is mogelijk met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid:
persoonskenmerken zijn zo duidelijk zichtbaar dat de identiteit kan worden vastgesteld, ook van een onbekend individu.
Herkennen Een bekend individu kan worden herkend.
Waarnemen Het is duidelijk dat er een persoon zichtbaar is op de camerabeelden. Camerabeelden die alleen geschikt zijn voor waarnemen, spelen geen grote rol bij de opsporing.

Bij elke publiektoegankelijke in- of uitgang moet een camera zijn geplaatst, waarmee bewegende objecten geïdentificeerd kunnen worden. De andere camera’s moeten in elk geval geschikt zijn om te herkennen.

Houd rekening met de regels voor privacy van het Autoriteit Persoonsgegevens.

Een cameraplan kan door een goede installateur gemaakt worden. Er zijn ook cameraplanners online te vinden, waarmee zelf een cameraplan gemaakt kan worden.

Een camerasysteem dat voldoet aan de norm ‘NEN-EN-IEC 62676-4 Videobewakingssystemen voor gebruik in beveiligingstoepassingen – Deel 4: Adviezen voor de toepassing’ is geschikt voor opsporing. Neem een installateur in de arm die deze norm kent en kan toepassen.

Je kunt ook Helder Zicht raadplegen voor het installeren van een camerasysteem, een initiatief van de 3 brancheverenigingen.

De installateur levert het camerasysteem op met een opleverdocument. Hierin staat per camera het doel uit het cameraplan en een snapshot van het camerabeeld met de testkaart. Met dit snapshot valt te beoordelen of de camerabeelden gebruikt kunnen worden om te identificeren of te herkennen.

Stel de camera’s zo in dat bewegende objecten (zoals mensen of auto’s) kunnen worden herkend of geïdentificeerd. Daarvoor zijn ook hoogte van de camera en licht van belang.

De opslag moet voldoende capaciteit hebben om de camerabeelden van ten minste 2 weken op te slaan. Een langere periode is beter, om bijvoorbeeld na een incident tijdens een vakantie nog bij de camerabeelden te kunnen. De camerabeelden mogen niet langer worden opgeslagen dan wettelijk toegestaan (28 dagen).

De opslag moet altijd werken, dus bijvoorbeeld vanzelf aangaan na een stroomstoring. De opgeslagen camerabeelden moeten via internet of via een usb-aansluiting beschikbaar zijn. Bij opslag in de cloud blijven de camerabeelden bewaard bij ontvreemding van de recorder.

De beeldkwaliteit moet na compressie geschikt blijven om te identificeren.

De datum en tijd van het systeem moeten automatisch worden gecontroleerd en bijgewerkt, ook na overgang van zomertijd naar wintertijd en andersom. Opsporing valt of staat met de juiste datum en tijd van de camerabeelden.

Bij een storing van het camerasysteem, moet de beheerder een melding krijgen. De storing moet worden gemeld op de monitor en wanneer mogelijk met een alarm.

Het is belangrijk om jaarlijks te (laten) controleren of het systeem nog goed werkt, of alle camera’s nog goede camerabeelden leveren en om de storingsmeldingen in het logboek van de recorder te controleren. Kijk af en toe of de camerabeelden van de camera’s kloppen met wat is afgesproken in het cameraplan. Met de testkaart in de norm (NEN-EN-IEC 62676-4) valt te beoordelen of de camerabeelden gebruikt kunnen worden om te identificeren of te herkennen.

Voorkom onbevoegd gebruik van het camerasysteem.

Het formaat van de camerabeelden moet in een reguliere extensie dat door dominante besturingssystemen wordt gedragen (Windows en Apple). De beelden moeten op gangbare apparatuur kunnen worden afgespeeld. Bijgeleverde softwareplayers zijn onwenselijk. Het gaat om onafhankelijke bestanden die in editing software van de politie kunnen worden verwerkt. Metadata zoals datum en tijd van de opname en naam van de camera moeten zichtbaar zijn op de camerabeelden in de export.

Zorg ervoor dat het camerasysteem geregistreerd is bij Camera in Beeld. Camera in Beeld is een databank van beveiligingscamera’s. Met deze databank kan de politie zien waar in de buurt van een misdaad (bijvoorbeeld een woninginbraak) zich camera’s bevinden die mogelijk camerabeelden van de dader hebben. Hierdoor kunnen daders sneller worden gepakt. Hoe meer camera’s voldoen aan dit advies, hoe beter de opsporing met Camera in Beeld. Winkels of bedrijven kunnen hun camerasysteem aansluiten bij een particuliere alarmcentrale. De particuliere alarmcentrale krijgt bij onraad via een (alarm)sensor een melding.

Meer informatie

Heb je vragen over Excellent Cameratoezicht? Neem dan contact op met Colin Voetee: colin.voetee@hetccv.nl of 06 10 44 78 01.