Doel: vaststellen noodzaak publiek cameratoezicht
Laatst gewijzigd op: 07-02-2025Een helder omschreven en concreet doel moet zijn gesteld om cameratoezicht in te zetten. Dit is nodig om de privacy van burgers te beschermen.

Voordat gemeenten besluiten om (publiek) cameratoezicht in te zetten, moeten zij aantonen dat camera’s noodzakelijk zijn voor het handhaven van de openbare orde. Er moet sprake zijn van een gebied, waar zich onveilige situaties of met enige regelmaat wanordelijkheden voordoen. Begin met het analyseren van de veiligheidssituatie om een goed beeld te krijgen van de problematiek. In het afwegingkader lees je hoe je dat doet. Het plaatsen van camera’s is niet het enige middel. Andere maatregelen moeten eerst toegepast worden. Denk aan het inzetten van buurtcoaches, verlichting en meer toezicht. Hierover vind je meer bij de subsidiariteitseis bij het afwegingskader.
Hoofddoel beveiligingscamera’s
Om de privacy van burgers te beschermen, geldt dat er een helder omschreven en concreet gesteld doel moet zijn om cameratoezicht in te zetten. In artikel 151c van de gemeentewet is bepaald dat het hoofddoel van gemeentelijk cameratoezicht het handhaven van de openbare orde is. Een veelgemaakte fout is dat cameratoezicht wordt omschreven als opsporingsmiddel. Dat is niet juist. Publiek cameratoezicht is gericht op het handhaven van de openbare orde.
Bijvangst gemeentelijk cameratoezicht
Naast dit hoofddoel mag gemeentelijk cameratoezicht ook zogenoemde ‘bijvangst’ opleveren. Denk hierbij aan zaken zoals vandalisme en fietsdiefstal. Of het bevorderen van de leefbaarheid, zoals het signaleren van kapotte straatlantaarns en gebarricadeerde nooduitgangen.
Andere redenen
Cameratoezicht voor andere doeleinden dan het handhaven van de openbare orde is toegestaan. In dat geval is het toezicht niet meer gebaseerd op artikel 151c van de gemeentewet, maar is het bijvoorbeeld publiek cameratoezicht.