Ga naar de inhoud

Vrijspraak leidt niet tot afzien van opgelegde last

Laatst gewijzigd op: 01-08-2024

ABRvS 8 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1958

beeld van vrouwe justitia tegen een blauwe achtergrond

ABRvS 8 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1958

De burgemeester van Zwolle legt een last onder bestuursdwang op vanwege de verkoop van goederen die bestemd zijn voor illegale hennepteelt. Het bedrijf is een groot- en detailhandel in tuinartikelen. De last onder bestuursdwang houdt in dat de eigenaar geen goederen meer te koop aanbiedt, verkoopt, aflevert, verstrekt, vervoert, vervaardigt of voorhanden heeft die zijn bestemd voor de strafbare productie van drugs.

De last wordt opgelegd na een controle van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en enkele politieambtenaren. Bij de controle zijn een groot aantal goederen aangetroffen die gebruikt kunnen worden voor hennepteelt. Daarnaast wordt op meerdere plaatsen in het pand afstand gedaan van hennepteelt, onder meer door de vermelding dat het bedrijf niet aansprakelijk is voor strafbaar gebruik van in de winkel gekochte goederen. Daarnaast heeft de politie een e-mailbericht achterhaald waarin staat dat de eigenaar een eigen onderneming is gestart waar mensen benodigdheden kunnen kopen voor de thuisteelt van cannabis. De burgemeester legt daarom een last onder bestuursdwang op om ‘de overtreding van artikel 11a van de Opiumwet te beëindigen en beëindigd te houden’.

In een strafrechtelijke procedure wordt appellant vrijgesproken van overtreding van artikel 11a Opiumwet. In hoger beroep voert appellant aan dat het besluit van de burgemeester in strijd is met de onschuldpresumptie als bedoeld in artikel 6 EVRM, omdat de burgemeester in het besluit oordeelt over zijn schuld aan een strafbaar feit, terwijl hij in een strafrechtelijke procedure is vrijgesproken. De Afdeling oordeelt dat de burgemeester de overtreding van artikel 11a Opiumwet slechts aannemelijk hoeft te maken, terwijl de politierechter de overtreding bewezen moet achten. Daarnaast speelt mee dat de burgemeester beschikte over een politierapport, waar de politierechter destijds nog geen beschikking over had. In dit politierapport is onderbouwd dat de aangetroffen goederen geschikt zijn voor grootschalige en professionele hennepteelt, terwijl de politierechter wegens het ontbreken van deze onderbouwing appellant heeft vrijgesproken.