Ga naar de inhoud

Sprake van georganiseerde drugshandel, maar sluitingstermijn van 12 maanden is onevenredig

beeld van vrouwe justitia tegen een blauwe achtergrond

ABRvS 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2879

Er wordt een woning doorzocht in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar een ‘dealerlijn’. In de woning worden 4 ponypacks met in totaal 1,71 g cocaïne aangetroffen en 14 telefoons, waarop drugsgerelateerde sms-berichten staan. Ook lagen er op diverse plekken in de woning grote contante geldbedragen. De zoon van de belanghebbende rijdt in een dure huurauto en huurt een bedrijfspand, terwijl hij een uitkering ontvangt. Er zijn daarnaast meerdere aanwijzingen die wijzen op georganiseerde drugshandel.

De burgemeester besluit daarom de woning voor 12 maanden te sluiten. In het gemeentelijke beleid staat dat sluiting van 12 maanden mogelijk is als sprake is van een combinatie van indicatoren die in het beleid staan opgesomd. In dit geval is er slechts sprake van 1 indicator (verwijtbaarheid). Volgens het beleid moet daarnaast maatwerk worden geleverd.

Gelet op dit beleid, oordeelt de Afdeling dat de burgemeester niet had mogen kiezen voor de maximale sluitingstermijn van 12 maanden. Hierbij spelen de ingrijpende gevolgen van de sluiting voor de ouders van de zoon ook een belangrijke rol. De Afdeling acht een sluitingstermijn van 6 maanden in dit geval passender dan de gekozen termijn van 12 maanden.