Ga naar de inhoud

Maximale sluitingstermijn is onevenredig vanwege ingrijpende gevolgen van de sluiting

Laatst gewijzigd op: 27-12-2024

ABRvS 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2879

beeld van vrouwe justitia tegen een blauwe achtergrond

ABRvS 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2879

Er wordt een woning doorzocht in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar een ‘dealerlijn’. In de woning worden 4 ponypacks met in totaal 1,71 g cocaïne aangetroffen en 14 telefoons, waarop drugsgerelateerde sms-berichten staan. Ook lagen er op diverse plekken in de woning grote contante geldbedragen. De zoon van de belanghebbende rijdt in een dure huurauto en huurt een bedrijfspand, terwijl hij een uitkering ontvangt. Er zijn daarnaast meerdere aanwijzingen die wijzen op georganiseerde drugshandel.

De burgemeester besluit daarom de woning voor twaalf maanden te sluiten. In het gemeentelijke beleid staat dat sluiting van twaalf maanden mogelijk is als sprake is van een combinatie van indicatoren die in het beleid staan opgesomd. In dit geval is er slechts sprake van 1 indicator (verwijtbaarheid). Volgens het beleid moet daarnaast maatwerk worden geleverd.

Gelet op dit beleid, oordeelt de Afdeling dat de burgemeester niet had mogen kiezen voor de maximale sluitingstermijn van twaalf maanden. Hierbij spelen de ingrijpende gevolgen van de sluiting voor gezondheid van de ouders van de zoon ook een belangrijke rol. Uit meerdere verklaringen van de huisarts blijkt dat de ouders zowel mentaal als fysiek in slechte staat zijn en dat zij een zwervend bestaan leiden sinds zij gedwongen het huis uit moesten.

De Afdeling acht een sluitingstermijn van zes maanden in dit geval passender dan de gekozen termijn van twaalf maanden.