Ga naar de inhoud

Medische problemen van de bewoner maakt sluiting niet onevenredig

Laatst gewijzigd op: 27-12-2024

ABRvS 26 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1993

beeld van vrouwe justitia tegen een blauwe achtergrond

ABRvS 26 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1993

De burgemeester sluit een woonwagen, omdat in het bijgebouw cocaïne is verkocht (middels een pseudokoop) en een handelshoeveelheid cocaïne is aangetroffen. Zowel het bijgebouw als de woonwagen mogen gesloten worden. De woonwagen en het bijgebouw vormen namelijk een functioneel samenhangend geheel. Dit leidt de afdeling af uit het feit dat de aansluiting voor gas, water en elektra voor de woonwagen zich in het bijgebouw bevinden, evenals een douche en toilet. 

De bewoners van de woonwagen voeren aan dat de sluiting onevenredig is, omdat een bewoner leidt aan een terminale longziekte en afhankelijk is van zuurstof. Hier is de woonwagen op aangepast. Dit betoog slaagt niet, omdat de zieke bewoner de naastgelegen woonwagen kan gebruiken gedurende de sluiting.