Handel in drugs – niet aannemelijk dat eigenaar woning niet op de hoogte was
Laatst gewijzigd op: 28-05-2025ABRvS 4 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4986

ABRvS 4 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4986
De burgemeester van Almelo sluit een koopwoning voor de duur van vier maanden. De politie is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar de echtgenoot van de woningeigenaar. De echtgenoot is aangehouden na een drugsdeal en op dezelfde dag heeft een huiszoeking plaatsgevonden. Bij die doorzoeking is het volgende aangetroffen: 55,97 gram cocaïne, meer dan duizend lege gripzakjes, contant briefgeld in verschillende coupures (4.070,00 euro), drie zakken met muntgeld (380,66 euro), voertuigen en (dure) horloges.
Appellante voert aan geen weet te hebben gehad van de aanwezigheid van de drugs en andere (handels)attributen. Dit is allemaal van haar echtgenoot. Van haar kan niet worden verwacht hiervan op de hoogte te zijn, aldus appellante. Dat de drugs en spullen zijn aangetroffen op toegankelijke plekken betekent volgens appellante niet dat dit altijd het geval is geweest. Ook is appellante zwanger en tevens is zij een alleenstaande moeder, omdat haar echtgenoot in detentie zit. De sluiting leidt hierdoor tot onevenredige gevolgen, aldus appellante. De Afdeling oordeelt echter dat de verweren van appellante een herhaling zijn van wat zij in beroep heeft aangevoerd en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank is reeds gemotiveerd ingegaan op de aangevoerde gronden.