Ga naar de inhoud

Dubbele sluiting woning

Laatst gewijzigd op: 03-12-2024

ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3463

beeld van vrouwe justitia tegen een blauwe achtergrond

ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3463

De burgemeester van Bergen sluit een woning voor de duur van twaalf maanden. In de woning zijn 10,3 gram cocaïne, 4,1 gram hasj en munitie/gevaarlijke voorwerpen aangetroffen. De woning is een aantal maanden eerder al gesloten voor drie maanden na een vondst van zeventien hennepplanten. De rechtbank heeft over beide sluitingen geoordeeld.

Over de sluiting van drie maanden oordeelt de rechtbank dat de sluiting niet noodzakelijk was. De hennepplanten waren voor eigen medicinaal gebruik, er was geen sprake van illegaal stroom aftappen en er zijn geen attributen aangetroffen die wijzen op een hennepplantage. Van aanloop naar de woning was ook geen sprake. Er was daarom geen sprake van een ernstig geval en de burgemeester had daarom een waarschuwing moeten geven, aldus de rechtbank.

Over de sluiting van twaalf maanden oordeelt de rechtbank dat de burgemeester daar redelijkerwijs toe heeft kunnen besluiten. Hierbij is van belang dat het gaat om een tweede overtreding en een handelshoeveelheid harddrugs. Tegen dit oordeel gaat de appellant in hoger beroep.

In hoger beroep speelt de vraag of de sluiting van twaalf maanden noodzakelijk en evenredig was. De Afdeling herhaalt grotendeels de overwegingen van de rechtbank. Het ging om een handelshoeveelheid harddrugs en appellant heeft voor de aanwezigheid hiervoor geen geloofwaardige verklaring gegeven. Daarnaast betreft het een tweede overtreding, binnen een dag na terugkeer in de woning. Wat betreft de evenredigheid overweegt de Afdeling het volgende: Appellant voert aan dat hij vanwege zijn Wajong-uitkering niet in staat is huur te betalen voor vervangende woonruimte en dit nadelige financiële gevolgen heeft. De Afdeling gaat niet mee in dit verweer vanwege het feit dat appellant geen geloofwaardige verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van de drugs en wapens. Daarnaast speelt mee dat de appellant door de eerdere sluiting was gewaarschuwd. Ook heeft appellant onvoldoende onderbouwd waarom hij een bijzondere binding met de woning zou hebben.