De burgemeester van Harderwijk moet opnieuw beoordelen of de gevolgen voor het gezin niet onevenredig

ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285
Na de conclusie van de staatsraden advocaat-generaal Widdershoven en Wattel, doet de Afdeling uitspraak in de zaak die zich afspeelt in de gemeente Harderwijk. In meer algemene zin oordeelt de Afdeling, in navolging van de conclusie, dat de bestuursrechter in het vervolg indringender moet toetsen aan het evenredigheidsbeginsel. Bij deze evenredigheidstoets moet de burgemeester beoordelen of 1) of de maatregel geschikt is om het doel te bereiken, (2) of het een noodzakelijke maatregel is of dat met een minder vergaande maatregel kon worden volstaan, en (3) of de maatregel in het concrete geval evenwichtig is. De intensiteit van deze toets wordt medebepaald door de belangen van betrokken burgers en bedrijven: naarmate die belangen zwaarder wegen, de nadelige gevolgen van het besluit ernstiger zijn of het besluit inbreuk maakt op de mensenrechten, zal de bestuursrechter intensiever toetsen. In deze, inmiddels zogeheten Harderwijkuitspraak, leidt deze wijziging van de evenredigheidstoetsing tot het volgende. In deze zaak gaat het om de sluiting van een huurwoning voor de duur van zes maanden vanwege een drugsvondst in de woning en meldingen van drugshandel. In de woning woont een man met zes van zijn zeven kinderen. Uit onderzoek van de politie blijkt dat de oudste zoon handelt in drugs, zowel vanuit de woning als elders in de gemeente. De Afdeling oordeelt in deze zaak dat de burgemeester bij de belangenafweging te weinig aandacht heeft besteed aan de belangen van de huurder en zijn (deels minderjarige) kinderen. De burgemeester heeft niet nagevraagd of het gezin na de woningsluiting nog kan terugkeren naar de woning als de woningcorporatie de huurovereenkomst ontbindt en mogelijk overgaat tot plaatsing van het gezin op een ‘zwarte lijst’. In het nieuwe besluit moet de burgemeester hier onderzoek naar doen en opnieuw beoordelen of de gevolgen voor het gezin niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die gediend zijn met de woningsluiting. Omdat de woning tot dusverre nog niet gesloten is geweest, zal de burgemeester ook moeten beoordelen of de noodzaak om de woning te sluiten nog steeds aanwezig is.