Afwijzing herzieningsverzoek is onvoldoende gemotiveerd (tussenuitspraak)
Laatst gewijzigd op: 28-05-2025ABRvS 29 januari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:330

ABRvS 29 januari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:330
De burgemeester van Roermond heeft een huurwoning voor de duur van een maand gesloten vanwege de voorbereiding van een hennepkwekerij. In de woning zijn voorwerpen aangetroffen die duiden op de voorbereiding van een hennepkwekerij.
Het Openbaar Ministerie heeft te kennen gegeven dat de eigenaar van de woning niet strafrechtelijk wordt vervolgd voor het uitvoeren van voorbereidingshandelingen (artikel 11a Opiumwet). Appellant heeft de burgemeester daarom gevraagd om het besluit tot sluiting van de woning te herzien. De burgemeester heeft dit verzoek afgewezen, omdat er volgens hem geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht. Appellant stelt echter dat er geen evenredigheidstoets heeft plaatsgevonden bij de rechtbank. Daarnaast had de burgemeester volgens hem onderzoek moeten doen naar de gevolgen van de sluiting, zoals het risico op ontbinding van de huurovereenkomst en van plaatsing op de zwarte lijst. Als gevolg van de woningsluiting is appellant dakloos geworden en is hij zijn inboedel kwijtgeraakt. Verder is de omgangsregeling met zijn zoon beëindigd, is de door hem aangevraagde exploitatievergunning om een horecabedrijf uit te baten geweigerd en heeft hij te kampen met PTSS als gevolg van onder andere de woningsluiting.
Het betoog slaagt. De burgemeester is in zijn reactie op het herzieningsverzoek niet ingegaan op de persoonlijke omstandigheden van appellant. De Afdeling geeft aan de gevolgen die appellant heeft benoemd ingrijpend te vinden en uit de besluitvorming blijkt niet dat de burgemeester de aangevoerde omstandigheden heeft meegewogen. De Afdeling oordeelt dat de afwijzing van het herzieningsverzoek onvoldoende gemotiveerd is. De Afdeling stelt de burgemeester in de gelegenheid om zijn reactie op het herzieningsverzoek van een deugdelijke motivering te voorzien.