Ga naar de inhoud

5. Evaluatie

Om echt goed resultaat te boeken is het ook belangrijk om terug te kijken. Dit doe je in deze vijfde en laatste stap.

Foto van een groep jongeren die bij een graffitimuur zitten. Ter illustratie van het CCV-dossier Overlast.

In de evaluatiefase geef je antwoord op de vraag of de geformuleerde doelstellingen zijn gehaald.

Met een effectevaluatie kijk je tot welk effect de ingezette actie heeft geleid. Een procesevaluatie geeft antwoord op de hypothese dat het systematisch hanteren van de 4 elementen van overlastbeleving (situatie, waarnemen, beoordelen en effect) en het formuleren van een gezamenlijke probleemdefinitie het effect van de aanpak van beleefde overlast en verloedering vergroot.

Gesprekken met inwoners, medewerkers van de gemeente, (wijk)professionals én enquêtes onder de inwoners van een wijk geven een beeld van de resultaten van de acties. Met andere woorden: je analyseert wat er is veranderd in de feitelijke situatie, de waarneming, de beoordeling en de effecten. Tijdens deze evaluatie kijk je terug op de resultaten uit de nulmeting uit de voorbereidingsfase.

Het is belangrijk rekening te houden met het feit dat effecten van acties niet altijd volledig zichtbaar zijn op het moment van de evaluatie. Dit speelt vooral bij relatief omvangrijke acties, die een lange doorlooptijd hebben.

Heb je meerdere acties ingezet om de beleefde overlast en verloedering aan te pakken, dan moeten de effecten integraal worden geëvalueerd. Het is niet mogelijk om alle acties afzonderlijk te beoordelen. In de praktijk blijkt juist dat de combinatie van acties bijdraagt aan een effectieve aanpak.

Afhankelijk van de keuze voor de actie(s) en het type meetinstrument kun je uitspraken doen over de mate van succes van de aanpak.

De procesevaluatie richt zich op de vraag hoe de vier elementen (situatie, waarnemen, beoordelen en effecten) zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Mogelijke evaluatievragen zijn:

  • Hoe is de beschrijving van de wijze waarop inwoners en gemeente een situatie van overlast en verloedering waarnemen, beoordelen en de resultaten die ze hieraan geven, verlopen?
  • Hoe is het proces om op basis van een analyse van de beschikbare informatie te komen tot een (gezamenlijke) probleemdefinitie gegaan?
  • Hoe is vervolgens het definiëren van acties verlopen?
  • In hoeverre heeft het definiëren van een (gezamenlijke) probleemdefinitie daadwerkelijk bijgedragen aan het selecteren van effectieve acties?

Om deze vragen te beantwoorden, voert u gesprekken met mensen die het meest direct betrokken waren bij het analyseren van beschikbare informatie en het definiëren van een gezamenlijke probleemdefinitie om op basis hiervan acties om de beleefde overlast en verloedering te formuleren.