1. Voorbereiding
Een goede voorbereiding is nodig om het probleem in kaart te brengen.

Voordat je start met een aanpak voor overlastbeleving in jouw gemeente is het belangrijk na te gaan of er daadwerkelijk sprake is van een probleem.
Je kunt toetsen of er een probleem is op basis van beschikbare informatie. Denk hierbij aan veiligheidsmonitoren, onderzoeken naar beleefde veiligheid, overlast en verloedering en gesprekken met medewerkers en inwoners van uw gemeente en professionals die in de wijken werkzaam zijn, zoals een jongerenwerker, wijkregisseur en wijkagent.
Projectteam
Op basis van de bestaande informatie en het voeren van gesprekken maak je een voorlopige probleemdefinitie en stel je een lokaal projectteam samen. De samenstelling van het projectteam is afhankelijk van het soort probleem en welke (vertegenwoordigers van) organisaties daar het beste een bijdrage aan kunnen leveren.
Kijk bij de selectie van leden voor het projectteam ook of zij betrokken zijn bij de problematiek in de wijk en intrinsiek zijn gemotiveerd om een bijdrage te leveren. Het is ook van belang dat leden van het projectteam een duidelijk mandaat hebben om namens hun organisatie te handelen.
Het is heel goed mogelijk dat de samenstelling van het projectteam gedurende het proces verandert, wanneer andere kennis of middelen nodig blijken te zijn.
Wat doet het projectteam:
- Definieert de ambitie door antwoord te geven op vragen als ‘wat willen we bereiken?’, ‘op welke manier willen we dit bereiken?’ en ‘wie willen daarbij betrekken’.
- Verwoordt deze ambitie in een projectplan op met doelstellingen.
- Inventariseert de beschikbare middelen en maakt afspraken over de inzet van middelen en capaciteit.
- Scherpt in een later stadium de voorlopige probleemdefinitie aan op basis van de informatie- en analysefase.
De leden van het projectteam zijn binnen de betrokken organisaties hét aanspreekpunten voor het project en zorgen voor draagvlak binnen die organisatie.
Projectleider
Een projectleider stuurt het projectteam aan. Het is van belang dat hij/zij beschikt over kennis van de buurt of wijk, beschikt over een zekere mate van doorzettingsmacht binnen de gemeente en politie én betrokken is bij de problematiek.