Veelgestelde vragen publiek cameratoezicht
Op deze pagina vind je antwoord op veelgestelde vragen.

Veelgestelde vragen publiek cameratoezicht algemeen (scroll naar beneden voor veelgestelde vragen voor gemeenteambtenaren)
De aanpassing op artikel 151c van de Gemeentewet waarbij meer mogelijkheden zijn voor flexibel cameratoezicht is door de Eerste Kamer aangenomen en is vanaf 1 juli 2016 van kracht. Camera’s kunnen vanaf deze datum flexibeler ingezet worden.
Ja. Er zijn wel veel beperkingen. Zo mag een drone niet over grote mensenmenigten vliegen en ook niet over aaneengesloten bebouwing. In de praktijk betekent dit dat cameratoezicht met een drone nagenoeg niet mogelijk is.
Ja, je mag je gemeentelijke boa’s uitrusten met een bodycam. Het is wel van belang om de juridische onderbouwing en juiste grondslag te kiezen voor invoering. Schakel juridisch advies in om je goed te laten voorlichten.
Ja, de gemeente mag camera’s in de openbare ruimte ophangen als wordt voldaan aan artikel 151c van de Gemeentewet.
Nee, je mag de beelden die door de gemeente in bijvoorbeeld het centrum worden opgenomen niet zien. Om je eigen privacy en die van een ander te waarborgen, mag de gemeente de beelden niet delen.
Nederlands gebruik is dat camerabeelden maximaal 28 dagen mogen worden bewaard. Maar iedere organisatie/gemeente mag ook voor een kortere termijn kiezen, zoals bijvoorbeeld 7 dagen. De bewaartermijn is volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming niet aan een maximum gebonden, maar deze wet stelt dat persoonsgegevens (dus ook camerabeelden) niet langer dan strikt noodzakelijk bewaard mogen worden. Een bewaartermijn moet daarom altijd goed onderbouwd worden.
Vaak staan camera’s wel de hele dag aan, maar worden de beelden niet bewaard of voor een hele korte termijn. Vooral gemeenten kiezen er vanwege de drukte in de stad vaak voor om de beelden enkele dagen in de week ’live’ uit te kijken. Op de rustige dagen worden de beelden dan opgenomen. In winkels kiest de ondernemer zelf wanneer de beelden opgenomen worden of niet.
Veelgestelde vragen publiek cameratoezicht voor gemeenteambtenaren
Adviseren is complex. Het belangrijkste is om na te gaan of cameratoezicht ook echt een waardevolle bijdrage levert aan het veiligheidsvraagstuk. Gebruik het afwegingskader als hulp om een goed advies op te bouwen.
Sinds de aanpassing van artikel 151c uit de Gemeentewet is flexibel cameratoezicht mogelijk. Hierdoor is het aanwijzingsbesluit aangepast in een gebiedsbesluit. Hiermee hoeft niet voor iedere exacte locatie een aanwijzingsbesluit gegeven te worden. Het aanwijzen van een gebied is voldoende.
Hier is geen exact antwoord op te geven. Een gehele wijk als gebied aanwijzen is vaak te ruim. Een gebied wordt meestal gescheiden door grotere doorgaande wegen. Deze wegen splitsen een wijk in meerdere aanwijsbare gebieden.
Ja, dat moet. Artikel 151c lid 5 van de Gemeentewet impliceert evaluatie. Daarnaast is het als bestuur verstandig om op gezette tijden de maatregel te evalueren.
Nee, in artikel 151c lid 5 van de Gemeentewet staat geen termijn wanneer geëvalueerd moet worden aangegeven. In de regel is een evaluatie per 2 of 3 jaar gangbaar.