Samenwerken met partners
Een effectieve aanpak van mensenhandel valt of staat met een goede samenwerking. Gemeenten hebben hier een regierol in en werken samen met de volgende partners.

Regionaal
Om effectief regionaal samen te werken, is het belangrijk dat de gemeenten in de regio op een vergelijkbare manier werken. Dit geldt niet alleen voor het ontwikkelen van uniforme werkwijzen maar ook voor de manier van informatiedeling. Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s) en Veiligheidshuizen kunnen een rol spelen in deze samenwerking.
Regionale samenwerkingspartners
Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC’s) zijn regionale samenwerkingsverbanden opgericht in het kader van het programma Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit. De RIEC’s zijn informatieknooppunt en expertisecentrum voor (semi)overheden op het gebied van het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit. De bestrijding van mensenhandel is bij de RIEC’s als prioriteit benoemd.
Het doel van een RIEC is:
- voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd;
- voorkomen dat vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld;
- doorbreken van economische machtsposities, die zijn opgebouwd met behulp van op criminele wijze vergaard kapitaal.
Voor het voeren van de regie, is het gewenst een ketenregisseur aan te stellen. De ketenregisseur vormt een belangrijke spil in de toekomstige ketensamenwerking en heeft een aanjagende functie. Hij of zij is het centrale coördinatie- en aanspreekpunt en draagt zorg voor de organisatie van structurele bijeenkomsten (zie ‘samenwerkingsstructuur’) en voortgangscontrole. Vaak is de ketenregisseur een gemeenteambtenaar van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid (OOV).
Mandaat van de ketenregisseur
Voor een effectieve en efficiënte ketenaanpak is het belangrijk dat de ketenregisseur voldoende politiek-bestuurlijk mandaat heeft, en korte lijnen naar de top van het management en het bestuur van alle betrokken partijen kent.
De ketenregisseur heeft de volgende taken in zijn functie:
- Zoeken naar overeenstemming op de gedeelde belangen van diverse (keten)partners.
- Onderkennen en benoemen van de verschillende taken, belangen en mogelijkheden van de diverse partners.
- Opstellen van een samenwerkingsconvenant.
- Afstemmen van beleid en uitvoering tussen de partners.
- Sturen op het nakomen van afspraken.
- Adviseren over welke casussen worden ingebracht in het casusoverleg.
- Voorzitterschap van het casusoverleg.
- Borgen van acties en interventies.
- Stroomlijnen van informatievoorziening en communicatie.
- Initiatief nemen voor de evaluatie en de monitoring van de beleidsvorming en -uitvoering in de keten.
Een slachtoffer van mensenhandel is gebaat bij zorg en opvang, maar daar moet wel veel voor geregeld worden. In veel gevallen moet het slachtoffer een verblijfsvergunning, zorgverzekering en een uitkering aanvragen waarbij inschrijven bij een gemeente noodzakelijk is. Dat betekent dat een slachtoffer te maken krijgt met veel complexe procedures.
Een slachtoffer is echter vaak getraumatiseerd en kan dit niet zelfstandig oppakken. Daarom zijn er regionaal werkende zorgcoördinatoren. Een zorgcoördinator is het eerste aanspreekpunt voor het slachtoffer in de regio. De zorgcoördinator zorgt dat de juiste procedures op de juiste momenten worden opgestart en uitgevoerd. Daarnaast is de zorgcoördinator ervoor verantwoordelijk dat coördinatie rondom ondersteuning en begeleiding van het slachtoffer goed verloopt.
In een Veiligheidshuis werken instanties op één locatie samen aan opsporing, vervolging, berechting en hulpverlening. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. De kracht van de Veiligheidshuizen is dat ze zijn toegesneden op de specifieke lokale situatie. Ketenpartners zijn onder meer de politie, het OM, gemeenten, de Raad voor de Kinderbescherming, reclassering en welzijnsorganisaties.
Landelijk
Naast de regionale partijen zijn er ook partijen die op landelijk niveau functioneren. Dit neemt niet weg dat deze partijen lokale expertise in huis hebben om samen te werken met gemeenten.
Landelijke samenwerkingspartners
Het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) is het landelijke meldpunt voor de aanmelding, plaatsing en registratie van volwassen slachtoffers van mensenhandel. Het centrum organiseert en coördineert de eerste opvang van (vermoedelijke) slachtoffers en zet de hulpverlening in gang.
De politie heeft een strafrechtelijke taak en kan tevens door de gemeente worden aangewezen als toezichthouder; een bestuursrechtelijke taak. De politie controleert dan bijvoorbeeld of seksbedrijven voldoen aan de (vergunnings)eisen. De politie heeft ook zorgtaken. De slachtoffers van mensenhandel moeten worden opgevangen, informatie krijgen over hun rechten en de gelegenheid krijgen om aangifte te doen. Op grond van de Aanwijzing mensenhandel van het Openbaar Ministerie (OM) moeten rechercheurs die de aangifte opnemen speciaal opgeleid zijn.
Diverse politie-eenheden hebben voor de opsporing van mensenhandel een gespecialiseerd team. In elke regio is een expert mensenhandel benoemd. Door hun betrokkenheid bij controles in bijvoorbeeld de horeca en de tuinbouw is het vaak de Vreemdelingenpolitie die arbeidsuitbuiting in andere sectoren dan prostitutie signaleert.
De Vreemdelingenpolitie is ondergebracht bij de regionale eenheden en houdt toezicht op het rechtmatig verblijf van vreemdelingen. De Vreemdelingenpolitie richt zich onder andere op het voorkomen van wantoestanden zoals (arbeids)uitbuiting en is betrokken bij controles op illegaliteit, bijvoorbeeld in risicosectoren voor mensenhandel zoals de horeca en de land- en tuinbouw.
Het Openbaar Ministerie (OM) zorgt ervoor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd. Ook is het OM, door deelname aan het driehoeksoverleg met gemeenten en politie, betrokken bij de afstemming van het beleid.
De aanpak van mensenhandel en mensensmokkel is een van de prioriteiten van het OM. Zodoende is er onder andere een landelijke officier van justitie mensenhandel/smokkel benoemd. En op grond van de Aanwijzing mensenhandel moet elk parket één contactofficier van justitie mensenhandel hebben. Zij zijn verenigd in het landelijke portefeuillehoudersoverleg. In 2010 heeft het OM een Richtlijn voor strafvordering mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting gepubliceerd. Slachtoffers van mensenhandel moeten volgens de Aanwijzing slachtofferzorg worden behandeld en bijvoorbeeld op de hoogte gehouden worden van de voortgang van de zaak.
Onderzoeken naar uitbuiting door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst staan onder leiding van het Functioneel Parket, een onderdeel van het OM dat tot doel heeft om de criminaliteit te bestrijden op het gebied van milieu, economie en fraude.
De Task Force Aanpak Mensenhandel is in 2008 ingesteld door het ministerie van Justitie en Veiligheid. De Task Force staat onder voorzitterschap van het OM en bestaat uit leden van diverse ministeries, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, politie en gemeenten. De brede samenstelling maakt een integrale benadering mogelijk.
De hoofdtaak van de Task Force is het signaleren van knelpunten bij de aanpak van mensenhandel en het aandragen van oplossingen. De Task Force draagt bij aan het verspreiden van praktijkvoorbeelden en expertise.
Sinds 2000 heeft Nederland een Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM). De rapporteur doet verslag aan de regering over de aard en omvang van mensenhandel in Nederland en over de effecten van het beleid. De NRM is onafhankelijk.
De rapportages bevatten informatie over relevante wet- en regelgeving, preventie, opsporing, vervolging en berechting van mensenhandelaren en bescherming van slachtoffers. Ook worden aanbevelingen gedaan ter verbetering van de aanpak.
Het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) is een samenwerkingsverband tussen de Nationale Politie (NP), Koninklijke Marechaussee (KMAR), Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Openbaar Ministerie (OM). Het EMM is in 2005 ontstaan vanuit de behoefte om informatie, kennis en expertise te centraliseren ten behoeve van de bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel. Het EMM heeft tot doel inzicht te verkrijgen in trends en fenomenen mensenhandel en mensensmokkel door het uitwisselen van kennis en informatie tussen de partners in het samenwerkingsverband.
Op grond van de Aanwijzing Mensenhandel moeten de politiekorpsen signalen van mensenhandel aan het EMM melden. Het EMM treedt ook op als national contactpoint voor vragen uit binnen- en buitenland over mensenhandel en mensensmokkel.
De Europese Unie wil mensenhandel bestrijden door politie en justitie in de lidstaten meer en beter gecoördineerd te laten samenwerken. De Unie voert ook gemeenschappelijke bepalingen in over bijvoorbeeld strafbaarstelling, sancties en verzwarende omstandigheden in geval van mensenhandel. Op deze website van de Europese Commissie kunnen bezoekers onder andere informatie vinden over de manier waarop mensenhandel in de EU wordt aangepakt.
In de Landelijke Expertgroep Mensenhandel (LEM) zijn de 10 politieregio’s, de Nationale Recherche, de Politieacademie, de Koninklijke Marechaussee, het ministerie van Veiligheid en Justitie, en het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel vertegenwoordigd. De expertgroep deelt strategische- en beleidsmatige informatie en ontwikkelt en implementeert visie en beleid op het gebied van prostitutietoezicht en de bestrijding van mensenhandel.
De expertgroep wordt voorgezeten door een landelijk coördinator en is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Hoofdcommissarissen. De korpschef Korps landelijke politiediensten (KLPD) draagt, vanuit zijn rol en positie in de Raad van Hoofdcommissarissen, zorg voor de ontwikkeling en implementatie van nieuwe voorstellen en veranderingen.
De Koninklijke Marechaussee is een politieorganisatie met civiele en militaire taken. De organisatie levert een bijdrage aan de bestrijding van mensenhandel door deelname aan de Taskforce Aanpak Mensenhandel en het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM). De Marechaussee signaleert vaak vormen van mensenhandel tijdens grenstoezicht en het mobiel toezicht veiligheid. Deze signalen worden waar mogelijk meteen opgevolgd (de personen worden aangehouden) en altijd gedeeld met de partners van het EMM voor verdere analyse.
De Inspectie SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) draagt bij aan een veilige, gezonde en eerlijke arbeid, een goed functionerende arbeidsmarkt, een rechtvaardige inkomensverdeling en een goed functionerend stelsel van werk en inkomen.
De Inspectie SZW houdt zich bezig met de strafrechtelijke handhaving van de wet- en regelgeving op het gebied van werk en inkomen. Ook zorgt de inspectiedienst voor de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), de Arbeidstijdenwet en de Wet arbeid vreemdelingen en de Wet minimumloon. De Inspectie SZW kan (naar aanleiding van klachten of ongevallen) controleren op werkplekken om te beoordelen of de regels worden nageleefd.
De Belastingdienst werkt in de RIEC’s samen met andere partners aan de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Ook voert de dienst regelmatig controles uit in de prostitutiesector. Als de Belastingdienst fiscale fraude vermoedt, wordt dit voorgelegd aan de FIOD (de opsporingsinstantie van de Belastingdienst). De FIOD kan vervolgens, in overleg met het OM, een strafrechtelijk opsporingsonderzoek starten.
Reclassering Nederland is een onafhankelijke organisatie die werkt aan een veiliger samenleving. Wanneer een verdachte van mensenhandel wordt aangehouden en bij de rechter moet voorkomen, kan een officier van justitie Reclassering Nederland om een adviesrapport vragen. In het kader van schorsingstoezicht houdt de organisatie, indien van toepassing, toezicht op de verdachte tot aan de rechtszitting.
Als een rechter in het vonnis bijzondere voorwaarden opneemt (zoals een contact- of gebiedsverbod), controleert een toezichthouder van Reclassering Nederland deze. Eventueel met behulp van elektronische controlemiddelen. Reclassering Nederland grijpt in als het nodig is. Wanneer een dader zich niet aan de afspraken, geboden of verboden houdt, dreigt de cel.
De Gemeentelijke of Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) heeft van de gemeenten de wettelijke taak gekregen om de gezondheid van burgers te bevorderen en burgers te beschermen tegen ziekten en calamiteiten.
GGD’en organiseren bijvoorbeeld preventie- en voorlichtingsactiviteiten over loverboys en monitoren de gezondheidssituatie van kwetsbare groepen. In veel seksinrichtingen vinden periodieke controles plaats naar seksueel overdraagbare aandoeningen. Deze taak is in bijna alle gevallen in handen van de GGD. Daarnaast kan de GGD worden betrokken bij het opzetten en uitvoeren van uitstapprogramma’s voor prostituees.