Ga naar de inhoud

Actieve signalering

Laatst gewijzigd op: 25-04-2025

Hoe leer je signalen van mensenhandel herkennen? Op deze pagina staan verschillende hulpmiddelen om gemeenten hierin te ondersteunen.

Handen die zich losmaken van een touw en worden bevrijd. Ter illustratie van het CCV-dossier Mensenhandel.

Medewerkers van gemeenten, zoals baliemedewerkers van Burgerzaken, toezichthouders en inspectiemedewerkers kunnen op allerlei manieren signalen oppikken van mensenhandel. Dat kan in direct contact met mogelijke daders en slachtoffers, maar ook door contact met mogelijke facilitators. Zoals huisjesmelkers die voorzien in onveilige woonruimten voor arbeidsmigranten. Of bij controles van bijvoorbeeld prostitutiebedrijven en in de horeca, bouw en landbouw.

E-learnings signalering mensenhandel

Met e-learnings signalering mensenhandel van het CCV kunnen baliemedewerkers en toezichthouders van gemeenten zonder voorkennis de eerste stappen zetten richting signalering. Zij zien hoe breed en veelvormig mensenhandel is. Maar vooral: hoe mensenhandel er aan de balie of achter de voordeur uit kan zien. Door interactieve opdrachten leren zij dat er signalen zijn die ze kunnen oppikken in hun dagelijks werk. De e-learnings bieden ook handvatten waarmee de medewerkers gericht kunnen handelen als ze signalen ontdekken.

Handboek en praktische handleidingen

In het EU-project ‘Development of common guidelines and procedures on identification of Victims of human trafficking’ zijn deze praktische handleidingen tot stand gekomen:     

Signaalkaarten mensenhandel

Diverse organisaties hebben signaalkaarten over mensenhandel gemaakt. De signaalkaarten geven informatie over hoe verschillende vormen van mensenhandel te herkennen zijn. Een paar voorbeelden:

Stappenplannen signalering mensenhandel

In de stappenplannen staat wat baliemedewerkers en toezichthouders van de gemeente kunnen doen als zij een mogelijk signaal van mensenhandel oppikken.

Onderzoek

Het aantal meldingen van (vermoedelijk) slachtofferschap van mensenhandel daalt al tien jaar. Die daling betekent dat het zicht op slachtoffers en daarmee de kans op hulp en zorg verslechtert. Bureau Beke onderzocht de factoren die van invloed zijn (geweest) op het teruglopende aantal meldingen.