Als bijlage 1 bij de VRKI voor bedrijven en in bijlage 1 deel A van de VRKI 2.0 vind je de attractiviteitlijst van de VRKI voor bedrijven, een indeling naar attractiviteit van goederen en inventaris. Naast de waarde van goederen en inventaris is de attractiviteit bepalend voor de risicoklasse van het bedrijf.
In bedrijven kunnen verschillende soorten goederen en/of inventaris aanwezig zijn, met een verschillende waarde en een verschillende attractiviteit. Indien in een bedrijf goederen en/of inventaris van een verschillende attractiviteit aanwezig zijn, dan is de hoogste attractiviteit (L, M, H of ZH) van toepassing. De waarde van goederen met een gelijke attractiviteit moet bij elkaar opgeteld worden om de risicoklasse te bepalen.
In een gebouw met verschillende ruimten (bijvoorbeeld een kantoor en een magazijn) is het ook mogelijk om partiële beveiliging toe te passen. Hierbij moet de scheidende constructie tussen de partiële ruimten voldoen aan het B-niveau van de gekozen combinatie die wordt uitgevoerd voor de hoogste risicoklasse.
Het Verbond van Verzekeraars ziet toe op de actualiteit van de attractiviteitlijst. Op basis van actuele ontwikkelingen in de verzekeringsmarkt worden nieuwe attractieve goederen aan de lijst toegevoegd en inschalingen aangepast.
Bij twijfel over de interpretatie van de attractiviteit van een goed (bijvoorbeeld of een goed wel/niet exclusief is), dient contact opgenomen te worden met de verzekeraar.