Matiging hoogte dwangsom wegens persoonlijke omstandigheden
Laatst gewijzigd op: 03-07-2025De burgemeester hoeft bij het vaststellen van de hoogte van een dwangsom in beginsel geen rekening te houden met de financiële omstandigheden van betrokkene. In de executiefase ligt dit anders en kunnen bijzondere omstandigheden aanleiding zijn om de hoogte te matigen.

Last onder dwangsom
Gemeente
Verdovende middelen
Wat was de overtreding?
De burgemeester legt een last onder dwangsom op in verband met drugshandel op straat. Hiermee heeft de betrokkene de APV overtreden.
Welke maatregel werd opgelegd?
De last onder dwangsom wordt gekoppeld aan een bepaling uit de APV die drugshandel op een openbare plaats verbiedt. De betrokkene kan een dwangsom verbeuren van 5.000 euro per overtreding. Betrokkene heeft al twee dwangsommen verbeurd wegens handelen in strijd met de APV. Betrokkene is het hiermee niet eens en zegt dat geen sprake is van drugshandel. Daarnaast vindt hij de last onder dwangsom een punitieve sanctie omdat hij al strafrechtelijk is veroordeeld. De dwangsommen zijn onevenredig hoog en staan niet in verhouding tot de gestelde overtreding.
Wat besloot de rechter?
De rechter vindt dat de burgemeester de dwangsom heeft kunnen invorderen. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt voldoende duidelijk welke feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven. Verder zegt de rechter dat de last onder dwangsom niet een leedtoevoegend karakter heeft, maar beoogt herhaling van overtreding van, in dit geval, de APV te voorkomen. Wat betreft de stelling van betrokkene dat het onevenredig is om tot invordering van de dwangsommen over te gaan, zegt de rechter het volgende.
In beginsel hoeft het bestuursorgaan geen rekening te houden met de financiële draagkracht van de gesanctioneerde. Pas in de executiefase, bij invordering van de dwangsommen, kan de draagkracht ten volle worden gewogen. De rechter vraagt de gesanctioneerde te onderbouwen waarom hij de 10.000 euro niet kan betalen.
De gesanctioneerde zegt dat hij onder bewind staat en een bijstandsuitkering krijgt. Hij krijgt leefgeld van 60 euro per week, de rest van het geld wordt gebruikt om een bedrag van 5.000 euro aan schulden af te lossen. De aflossingsruimte is ongeveer 100 tot 150 per maand. Ook is er een reclasseringsadvies waaruit blijkt dat de gesanctioneerde schizofrenie heeft en vermoedelijk een licht verstandelijke beperking. De rechter vindt dat het zeer aannemelijk is dat de gesanctioneerde de verbeurde dwangsommen van in totaal 10.0000 euro (volledig) kan betalen. Bovenop de 5.000 euro schuld, zal hij nog eens 8-16 jaren bezig zijn deze verbeurde dwangsommen te betalen. De dwangsommen brengen hem echter wel verder in de financiële problemen. Hoewel dwangsommen worden afgestemd op het grote financiële gewin dat doorgaans gepaard gaat met drugshandel, is deze man een kleine speler. De rechter vindt matiging van de dwangsommen in dit specifieke geval op zijn plaats naar 1.000 euro per overtreding.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
De burgemeester hoeft bij het vaststellen van de hoogte van een dwangsom in beginsel geen rekening te houden met de financiële omstandigheden van betrokkene. In de executiefase ligt dit anders en kunnen bijzondere omstandigheden aanleiding zijn om de hoogte te matigen.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBROT:2024:10285