Ga naar de inhoud

Redelijk belang nodig bij aanvechten besluit

De burgemeester legde een man een gebiedsverbod op voor verstoring van de openbare orde. Deze uitspraak leert dat bij het aanvechten van een besluit genomen op grond van art. 172a Gemeentewet een redelijk belang aanwezig moet zijn.

Optocht met fakkels Ter illustratie van het CCV-dossier Wet mbveo.

Kenmerken

  • Openbaar dronkenschap
  • Gebiedsverbod

Welke ordeverstoring vond plaats?

Een Tilburger werd aangehouden voor zijn betrokkenheid bij een vechtpartij die plaatsvond in een horecagebied in Tilburg. Ook werd de man bekeurd voor openbare dronkenschap. Uit de incidenten volgde volgens de burgemeester dat de man er stelselmatig op uit was de openbare orde te verstoren. Ook na de aanhouding van de politie, stopte hij niet met zijn gedrag.  

Welke maatregel legde de burgemeester op?

De burgemeester legde een gebiedsverbod op met toepassing van art. 172a Gemeentewet. Het gebiedsverbod gold voor drie maanden.

Wat besloot de rechter?

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) oordeelde in de eerste plaats dat de Tilburger ontvankelijk was in zijn beroep, ondanks dat de termijn van het gebiedsverbod was verstreken. De Tilburger had namelijk een redelijk belang bij het aanvechten van het besluit, omdat het bevel een publieke afwijzing van zijn gedrag inhield waardoor hij in zijn eer en goede naam kon zijn aangetast.

De Tilburger was, voor het opleggen van het bevel, door de burgemeester gewaarschuwd. Na deze waarschuwing liet hij het verstorende gedrag niet meer zien. Daardoor was hij van mening dat hij erop kon vertrouwen dat de burgemeester het bevel niet zou opleggen. De Afdeling ging hierin mee. Art. 70 van de APV Tilburg en art. 172a Gemeentewet zien toe op het voorkomen van verdere verstoring van de openbare orde. De burgemeester had in zijn beleidsregels uiteengezet dat hij als uitgangspunt hanteert dat hij eerst de ‘lichtere’ bevoegdheid van art. 70 APV zal inzetten, voor hij overgaat tot art. 172a Gemeentewet. Na een zestal incidenten waar de Tilburger bij betrokken was, waarschuwde de burgemeester hem op grond van art. 70 APV. De Afdeling stelde dat de burgemeester een maand later niet in redelijkheid op basis van dezelfde informatie (het zestal incidenten) alsnog kon besluiten tot een bevel van art. 172a Gemeentewet.

Wat leert deze uitspraak?

Bij het aanvechten van een besluit genomen op grond van art. 172a Gemeentewet moet een redelijk belang aanwezig zijn. Dit kan ook bestaan uit een publieke afwijzing van iemands gedrag en/of een aantasting in iemands eer en/of goede naam. Wanneer een burgemeester op basis van dezelfde informatie een ‘lichter’ bevel oplegt, kan hij niet daarna alsnog gebruikmaken van art. 172a Gemeentewet als er geen nieuwe informatie aan het licht gekomen is. Dit is in strijd met de beleidsregels van de gemeente.

Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RVS:2013:CA0633