Gebiedsverbod bij burengeschil onvoldoende gemotiveerd
De burgemeester legde een man en zijn gezinsleden, een gebiedsverbod op voor drie maanden. Bij het opleggen van een gebiedsverbod moet voldoende duidelijk zijn op basis van welke orde verstorende gedragingen het besluit is gekomen.

Kenmerken
- Burengeschil
- Belang van dossier
- Gebiedsverbod
Welke ordeverstoring vond plaats?
In deze zaak ging het om een burengeschil in de gemeente Brunssum. De politie had meerdere meldingen ontvangen over voorvallen tussen buurman X en Y, die het niet echt met elkaar konden vinden. Uit documentatie van de politie werd niet duidelijk welke precieze orde verstorende gedragingen hadden plaatsgevonden.
Welke maatregel legde de burgemeester op?
De burgemeester legde buurman X, samen met zijn gezinsleden, een gebiedsverbod op voor drie maanden. Uit het besluit bleek dat buurman Y al eerder ergens anders was gehuisvest. De burgemeester legde het gebiedsverbod op uit ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde door buurman X en zijn gezin, maar ook ter bescherming van het gezin zelf tegen verstorend gedrag van anderen (zoals van buurman Y).
Wat besloot de rechter?
De rechter vond dat de burgemeester het gebiedsverbod onvoldoende had gemotiveerd. Het was niet duidelijk welke orde verstorende gedragingen buurman X of zijn gezin hadden gepleegd. Ook was niet duidelijk welke concrete aanwijzingen er bestonden voor de vrees dat buurman X en zijn gezin verder zouden gaan met verstoring van de openbare orde. Dat de burgemeester buurman X en zijn gezin zelf wilde beschermen, was op zichzelf niet genoeg om hen een gebiedsverbod op te leggen. Al met al waren de feiten onvoldoende vastgesteld. De burgemeester had daardoor niet de bevoegdheid om het gebiedsverbod op te leggen.
Wat leert deze uitspraak ons?
Bij het opleggen van een gebiedsverbod moet voldoende duidelijk zijn op basis van welke orde verstorende gedragingen de burgemeester tot het besluit is gekomen. Daarbij moet specifiek inzicht worden gegeven in de rol van degene(n) aan wie het bevel wordt opgelegd. Ook moet het bestaan van de vrees voor verdere verstoring van de openbare orde worden gemotiveerd. Dat kan door concrete aanwijzingen, feiten en omstandigheden op te nemen die het opleggen van het gebiedsverbod ondersteunen.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBMAA:2012:BX0092