Ga naar de inhoud

Formulering gebiedsverbod moet passend zijn

De reclassering adviseerde in deze zaak om de man een gebiedsverbod op te leggen. Daar ging de rechter niet in mee omdat het verbod door het OM te ruim was geformuleerd.

Optocht met fakkels Ter illustratie van het CCV-dossier Wet mbveo.

Kenmerken

  • Rechterlijke macht
  • Woning/gebouw
  • Zedendelict
  • Contactverbod

Wat was de overtreding?

Een 21-jarige man werd verdacht van het plegen van ontuchtige handelingen. Het slachtoffer was 13 jaar oud. De man was onder andere haar lichaam binnengedrongen.

Welke maatregel werd opgelegd?

De rechter oordeelde dat de man zich verschillende keren schuldig had gemaakt aan mishandeling van het meisje. Ook werd hij veroordeeld voor kinderporno en 3 andere strafbare feiten. Hij kreeg een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd met een aantal bijzondere voorwaarden. Als laatste legde de rechter hem een vrijheidsbeperkende maatregel in de vorm van art. 38v Sr op. De man kreeg hiermee een contactverbod opgelegd.

Wat kunnen we van deze uitspraak leren?

De reclassering adviseerde in deze zaak om de man een gebiedsverbod op te leggen. Daar ging de rechter niet in mee. De rechter gaf aan dat in principe een gebiedsverbod passend en geboden is. Maar in deze zaak had de officier van justitie het gebiedsverbod veel te ruim geformuleerd. Dit zorgde ervoor dat de rechter dit verbod niet kon opleggen. Het verbod bestreek een te groot gebied en was daarom volgens de rechter niet proportioneel.

Een gebiedsverbod is bedoeld als bescherming van slachtoffers. De rechter zag te weinig aanknopingspunten dat een gebiedsverbod daadwerkelijk bij zou dragen aan deze bescherming, omdat het verbod door het OM te ruim was geformuleerd.

Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBMNE:2021:5902