Demonstratie geen ordeverstoring in de zin van art. 509hh Sv
De verdachten deden mee aan een demonstratie die van te voren niet was aangemeld bij de gemeente. Daarmee was sprake van een overtreding van artikel 11 van de Wet Openbare Manifestaties

Kenmerken
- Openbaar Ministerie
- Wijk/Woning/gebouw
- Demonstreren
- Gebiedsverbod
Wat was de overtreding?
De verdachten deden mee aan een demonstratie die van te voren niet was aangemeld bij de gemeente. Daarmee was sprake van een overtreding van artikel 11 van de Wet Openbare Manifestaties. Ook zaten de verdachten tijdens de demonstratie een aantal minuten op de rijbaan en luisterden niet toen zij werden gevraagd om weg te gaan. Volgens de officier van justitie verstoorden de verdachten de openbare orde ernstig. Dit stond gelijk aan een overtreding in de eerste categorie van artikel 509hh lid 1 Wetboek van Strafvordering.
Welke maatregel werd opgelegd?
De officier van justitie legde de verdachten een gebiedsverbod op voor de duur van drie maanden. Zij mochten op grond van het gebiedsverbod niet in de buurt komen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in Den Haag. Dat is de omgeving waar de demonstratie plaats had gevonden.
Wat besloot de rechter?
De rechter vond dat er ernstige bezwaren waren. De verdachten hadden zich schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Door mee te doen aan de demonstratie en niet te luisteren, overtraden zij artikel 11 van de Wet Openbare Manifestaties. De rechter oordeelde ook dat dit gedrag onvoldoende was om aan te nemen dat de openbare orde ernstig werd verstoord. Het ging om een lichte overtreding en er was geen vrees voor herhaling.
Ook vond hij de gedragsaanwijzing disproportioneel: de verdachten wilden aandacht vragen voor klimaatverandering en hadden het recht om te demonstreren op een voor de hand liggende locatie, zoals het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dit grondrecht weegt zwaarder dan de lichte overtreding. Doordat er niet werd voldaan aan de wettelijke voorwaarden, werd het beroep van verdachten tegen de gedragsaanwijzing gegrond verklaard.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBDHA:2021:3348