Veiligheidsrisicogebied

Om mogelijk wapenbezit en wapenmisbruik tegen te gaan, kan de gemeenteraad de burgemeester op grond van artikel 151b Gemeentewet de bevoegdheid verlenen om een ‘veiligheidsrisicogebied’ aan te wijzen. Het gaat dan om een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, waarin de openbare orde wordt verstoord of waarbij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bestaat door de aanwezigheid van wapens. 

De burgemeester gaat pas over tot aanwijzing van een veiligheidsrisicogebied na overleg met de officier van justitie (artikel 151b, lid 2 gemeentewet) en legt zijn beslissing vast op schrift.

De officier van justitie geeft vervolgens het bevel om preventief te fouilleren. Opsporingsambtenaren zijn dan bevoegd om op basis van de Wet wapens en munitie (artikel 50, derde lid, artikel 51, derde lid en artikel 52, derde lid) iedereen te fouilleren op aanwezigheid van wapens. Van een verdenking hoeft geen sprake te zijn. 

Daarnaast zijn er aan de aanwijzingsbevoegdheid van de burgemeester verdere eisen gesteld, zoals in de leden 2 tot en met 6 van artikel 151b zijn opgenomen: 

2. De burgemeester gaat niet over tot aanwijzing als veiligheidsrisicogebied dan na overleg met de officier van justitie in het overleg, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Politiewet 2012 (de zgn. driehoek).

3. De aanwijzing als veiligheidsrisicogebied wordt gegeven voor een bepaalde duur die niet langer is en voor een gebied dat niet groter is dan strikt noodzakelijk voor de handhaving van de openbare orde.

4. De beslissing tot gebiedsaanwijzing wordt op schrift gesteld en bevat een omschrijving van het gebied waarop deze van toepassing is alsmede de geldigheidsduur.

5. De burgemeester brengt de gebiedsaanwijzing zo spoedig mogelijk ter kennis van de raad en van de officier van justitie, bedoeld in het tweede lid.

6. Zodra de verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, bedoeld in het eerste lid, is geweken, trekt de burgemeester de gebiedsaanwijzing in. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

Wie

Gemeente (in overleg met officier van justitie). 

Doel

Mogelijk wapenbezit en wapenmisbruik tegengaan.

Voorwaarde

Opnemen van een bepaling in de APV dat de raad de aanwijzingsbevoegdheid verleent aan de burgemeester. 

De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.

Juridische basis

Gemeentewet artikel 151b.

Status

• Praktijkvoorbeeld