Ga naar de inhoud

Stappenplan artikel 13b Opiumwet geactualiseerd

Pakhuis met drugs en wapens. Illustratie bij CCV-nieuwsbericht.

Bij het overtreden van de Opiumwet kunnen gemeenten op basis van artikel 13b verschillende bestuurlijke stappen nemen. Hiervoor hebben het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) en diverse gemeenten een stappenplan ontwikkeld. Dit stappenplan is geactualiseerd op basis van nieuwe juridische uitspraken en het aangepaste beoordelingskader. Het stappenplan helpt gemeenten bij het toepassen van artikel 13b.

Op 2 februari 2022 deed de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak in een zaak over een woningsluiting in Harderwijk. Deze uitspraak had gevolgen voor het ‘Beoordelingskader artikel 13b Opiumwet’, maar natuurlijk ook voor het stappenplan. Daarom is het stappenplan aangepast aan deze uitspraak.

Daarnaast zijn in het stappenplan de opties om een waarschuwingsbrief of het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel te versturen beter uitgelicht. Verder is een logische link naar het herziene beoordelingskader gelegd. Tot slot is de volgorde logischer geworden. Hierdoor is de stap met de belangenafweging langer geworden en de stap van de motivatie juist wat korter. 

Waar gaat artikel 13b Opiumwet over?

Artikel 13b Opiumwet geeft een burgemeester de bevoegdheid maatregelen te treffen als in woningen of andere onderkomens drugs worden verkocht, afgeleverd, verstrekt of aanwezig zijn. Op grond van artikel 13b Opiumwet heeft een burgemeester de volgende mogelijkheden:

  1. Een waarschuwing geven
  2. Een last onder dwangsom opleggen
  3. Een pand of bijbehorend erf sluiten.

Artikel 13b Opiumwet betreft een herstelmaatregel en geen punitieve sanctie. Het doel van een pandsluiting is het stoppen van de overtreding van drugswetgeving en het voorkomen van verdere overtreding. Bij het toepassen van artikel 13b moet de burgemeester de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht nemen. 

Samenwerking

Het stappenplan is onder meer tot stand gekomen met medewerking van Jasmijn Burema (gemeente Hillegom/Lisse/Teylingen), Barbara Vinkenvleugel (gemeente Leiden), Sandra Buvelot (gemeente Den Haag) en Bianca Kooijman (gemeente Tilburg).