NS wil proef met wapenstok voor veiligheidsmedewerkers

De Nederlandse Spoorwegen (NS) heeft een proef aangevraagd bij het ministerie van Justitie en Veiligheid om tijdelijk 75 medewerkers Veiligheid & Service (V&S) uit te rusten met een wapenstok. De NS wil daarmee onderzoeken of dit bijdraagt aan de effectiviteit en veiligheid van het werk van de veiligheidsmedewerkers.
Geweld neemt toe in trein
Volgens Itai Birger, directeur sociale veiligheid bij NS, hebben hun veiligheidsmedewerkers steeds vaker te maken met geweld en letsel. In het jaarverslag 2024 van de NS valt te lezen dat het afgelopen jaar 1095 incidenten werden gemeld van fysieke en verbale agressie tegen medewerkers in de A-categorie (ernstige incidenten). Dat is een stijging van 5% ten opzichte van 2023 (1.042 meldingen). In 336 gevallen was daarbij sprake van lichamelijk geweld.
De toename van geweld staat volgens Birger op gespannen voet met de middelen en bevoegdheden waarover zij beschikken om het werk goed uit te voeren. Birger zegt daarover in het AD: “Wat onze mensen meemaken is bepaalt niet gering. Mensen met messen, vuurwapens soms, we komen alles tegen.”
NS terughoudend
Tot nu toe was de NS altijd terughoudend over de inzet van een wapenstok. Birger: “Een belangrijk argument voor de wapenstok bij onze mensen is: ze staan er vaak alleen voor. Op Utrecht CS is het heel druk, maar we hebben ook afgelegen stations waar het lang duurt voordat de politie er is. Als iemand zich dan niet kan legitimeren en je moet een half uur wachten voordat er een agent is, kun je je voorstellen dat de spanning per minuut toeneemt.”
Meer bevoegdheden
De NS wil naast de proef met de wapenstok, ook meer bevoegdheden voor haar veiligheidsmedewerkers. Het gaat dan om toegang tot het Rijbewijsregister en andere (politie)systemen, zodat ze zelfstandig, zonder politieassistentie, de identiteit van een reiziger kunnen vaststellen.
Toekenning aanvraag
Justis van het ministerie van Justitie en Veiligheid bepaalt of de aanvraag wordt toegekend. De wettelijke beslistermijn op een aanvraag bedraagt 13 weken. Bij positief besluit wordt de proef begeleid en geëvalueerd door een extern onderzoeksbureau.
De exacte opzet van de proef wordt nog nader bepaald en in overleg met het onderzoeksbureau en andere betrokken partijen.
Bronnen