Opslag consumentenvuurwerk
Als je consumentenvuurwerk opslaat en verkoopt, dan ben je net als elke andere gebouweigenaar of -gebruiker verantwoordelijk voor de brandpreventie en de brandveiligheid. Als vuurwerkverkoper weet je dat een goede brandbeveiligingsinstallatie essentieel is. Daarmee waarborg je niet alleen de veiligheid van je klanten en personeel, maar ook de continuïteit van je bedrijf.
Vuurwerkbesluit
De regels voor vuurwerkopslag staan in het Vuurwerkbesluit (en vanaf enig moment in de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving). Als je vuurwerk wilt opslaan, heb je een vergunning nodig van de gemeente. Of je moet een vergunning aanvragen bij de provincie. Dit hangt af van de hoeveelheid vuurwerk die je op wilt slaan.
Brandbeveiligingsinstallatie verplicht
Het Vuurwerkbesluit bepaalt dat het gebouw waar opslag en verkoop van consumentenvuurwerk plaatsvindt, moet zijn voorzien van een brandbeveiligingsinstallatie. Het gaat daarbij om een automatische sprinklerinstallatie, een brandmeldinstallatie, en een ontruimingsalarminstallatie. Deze moeten bij brand het aanwezige vuurwerk ongevaarlijk maken, ontruiming van het gebouw in gang zetten en hulpdiensten waarschuwen.
Stappenplan
Doorloop bij aanleg (of wijziging) van de brandbeveiligingsinstallatie de volgende stappen:
- Laat een uitgangspuntendocument brandbeveiliging (upd) opstellen.
- Laat dit upd beoordelen door een inspectie-instelling.
- Leg het upd met het inspectierapport ter goedkeuring aan het bevoegd gezag voor.
- Het bevoegd gezag besluit of de installatie mag worden aangelegd.
- Na aanleg en voor ingebruikname beoordeelt een inspectie-instelling of de installatie volgens het upd is aangelegd.
- Als er geen afwijkingen zijn van het uitgangspuntendocument brandbeveiliging volgens het inspectierapport, mag de opslag- of verkoopruimte in gebruik worden genomen.
- Als er wel afwijkingen zijn van het uitgangspuntendocument brandbeveiliging, moet het uitgangspuntendocument brandbeveiliging worden aangepast of de brandbeveiliging zelf.
Als je het gebouw in gebruik hebt genomen:
- Elk jaar inspecteert een inspectie-instelling of de brandbeveiligingsinstallatie en het gebruik overeenkomen met het uitgangspuntendocument brandbeveiliging.
- Elke vijf jaar inspecteert een inspectie-instelling het uitgangspuntendocument om te beoordelen of het nog actueel is.
Inspectie uitgangspuntendocument brandbeveiliging
Het uitgangspuntendocument brandbeveiliging moet zijn goedgekeurd door bevoegd gezag voordat kan worden begonnen met aanleg van de brandbeveiligingsinstallatie en voordat vuurwerk mag worden opgeslagen. In het uitgangspuntendocument brandbeveiliging zijn de uitgangspunten voor de opslag, zoals de hoeveelheid verpakt en onverpakt vuurwerk, de grootte van de ruimte en de wijze van opslag vastgelegd. Alle van belang zijnde bouwkundige, installatietechnische en organisatorische aspecten van de te beveiligen ruimtes worden in het uitgangspuntendocument brandbeveiliging beschreven.
Het Vuurwerkbesluit stelt géén eisen aan de opsteller van het uitgangspuntendocument brandbeveiliging. Een inspectie-instelling mag vanwege de verplichte onafhankelijkheid geen uitgangspuntendocument brandbeveiliging opstellen. De inspectie-instelling beoordeelt of het uitgangspuntendocument brandbeveiliging leidt tot een geschikte brandbeveiliging en daarna of de beschreven situatie in het uitgangspuntendocument overeenkomt met de feitelijke situatie.
Memorandum 60:2020
Het CCV heeft in overleg tussen vertegenwoordigers van opslagbedrijven, bevoegd gezag, leveranciers, onderhoudsbedrijven en inspectie- en certificatie-instellingen Memorandum 60 voor opslag van consumentenvuurwerk uit 2004 herzien. Hierin staat aan welke eisen de brandbeveiligingsinstallatie moet voldoen om te voldoen aan de voorwaarden in het Vuurwerkbesluit. De Commissie van Belanghebbenden Brandbeveiliging van het CCV heeft de richtlijn in 2020 goedgekeurd.
Memorandum 60:2020 wordt pas gebruikt zodra het Vuurwerkbesluit daarnaar verwijst. Om die reden draagt Memorandum 60:2020 het watermerk ‘Nog niet voor gebruik’.