Ga naar de inhoud

Hoe pak je gemeentelijk prostitutiebeleid aan?

De wallen.

Op deze vraag kregen de ruim 70 deelnemers antwoord tijdens de kennissessie over prostitutiebeleid op 23 maart. Spreekstalmeester en CCV-adviseur Rodney Haan had voor deze interactieve middag een afwisselend programma samengesteld met sprekers uit de praktijk. Zij vertelden vanuit hun eigen invalshoek over hun ervaringen en bevindingen. Algemene conclusie was dat je ‘sekswerk als werk’ moet zien.

De 3 beleidsmedewerkers Brenda Vermeer, Isabelle Teunissen en Corinne Kalter van het ministerie van Justitie en Veiligheid verzorgden de aftrap. Zij praatten de deelnemers bij over de stand van zaken van wet- en regelgeving rondom prostitutie:

  • Wet gemeentelijk toezicht seksbedrijven (Wgts)
  • Wet regulering sekswerk (Wrs)
  • Decentralisatie uitkering uitstap prostitutie (DUUP).

De consultatie van beide wetten is geweest. De feedback wordt nu verwerkt. Daarna gaat het interne proces van start, voordat de wetten naar de Tweede en Eerste Kamer gaan. Dat is al met al nog een lange procedure, dus gemeenten krijgen het advies vooral al aan de slag te gaan met gemeentelijk prostitutiebeleid.

Positie versterken

Het ministerie geeft aan dat er een plan van aanpak in de maak is om de sociale positie van sekswerkers te verbeteren. Het is een legaal beroep, maar sekswerkers hebben niet de rechten en plichten die erbij horen. Hiervoor zijn 5 werkgroepen ingesteld die zich bezighouden met:

  • Het makkelijker gebruikmaken van zakelijke dienstverlening
  • Het verhogen van de aangiftebereidheid
  • Betere toegang tot (medische) zorg
  • Minder stigmatiserende communicatie
  • Het stimuleren van gemeenten om alvast aan de slag te gaan met lokaal prostitutiebeleid.

Voor dit laatste past het CCV ook de handreiking prostitutiebeleid aan.

Gebruik deze aannames niet

Criminoloog Brenda Oude Breuil heeft als hoogleraar veel onderzoek gedaan en kennis van onderzoeken naar sekswerk. Daarbij ontdekte zij onder meer dat er veel aannames worden gedaan die wetenschappelijk niet onderbouwd kunnen worden. Bijvoorbeeld de aanname dat sekswerk gelijkgesteld kan worden aan mensenhandel wordt wetenschappelijk niet onderbouwd. Er zijn wel sekswerkers te vinden waar mensenhandel plaatsvindt, maar dit gebeurt ook in de glas- en tuinbouw of in andere sectoren. Oude Breuil raadde dus aan deze aanname niet te gebruiken in wetgeving en beleid. Dat geldt ook voor de volgende 4 (foutieve) aannames:

  1. Sommige sekswerkers doen het werk vrijwillig, anderen doen het gedwongen (dichotomie).
  2. Volledige decriminalisering is goed voor vrijwillige sekswerkers, niet voor slachtoffers van uitbuiting.
  3. Sekswerkers kunnen niet (mee)beslissen over beleid, dat is te complex.
  4. Verplichte registratie van sekswerkers geeft zicht op sekswerk en daarmee meer mogelijkheden om misstanden uit te bannen.

Start met onderzoek

Vervolgens vertelde beleidsmedewerker Maren de Vos dat de gemeente Hilversum 2,5 jaar geleden gestart is met het opstellen van prostitutiebeleid. Zij begonnen met een onderzoek in de seksbranche. Daarbij kwamen zij tot de volgende 3 conclusies:

  1. Het is belangrijk sekswerk en mensenhandel van elkaar te scheiden.
  2. Het is belangrijk om een brede blik op de seksbranche te hebben.
  3. Het is belangrijk te spreken van sekswerk in plaats van prostitutie.

Hierdoor kwamen zij tot de volgende speerpunten in hun beleid:

  • Sekswerk zorgvuldig reguleren.
  • De positie van sekswerkers versterken.
  • Misstanden en geweld in de seksbranche tegengaan.

Ook kwamen ze tot enkele aandachtspunten. Het belangrijkste aandachtspunt is dat sekswerk gewoon werk is.

Werk met klankbordgroep

Joy de Weijer, beleidsmedewerker bij de gemeente Tilburg, vertelde dat zij 4 jaar geleden in gesprek zijn gegaan met een klankbordgroep van sekswerkers. Zij gaf dan ook eerst het woord aan de voorzitter van de klankbordgroep, Wendy van Laar. Van Laar vertelde dat zij het plezierig vond dat er met hen werd gepraat en niet over hen. Hierdoor zijn er in Tilburg veel verbeteringen doorgevoerd, zoals een inloopspreekuur bij de GGD en trainingen over stigmatisering. “We zijn het lang niet altijd met elkaar eens, maar we blijven met elkaar in gesprek”, aldus Van Laar.

De Weijer voegde daar nog aan toe dat het belangrijk is om naar het netwerk van sekswerkers te kijken. De Weijer roept op om als gemeente en klankbord een gedeelde visie te ontwikkelen. Bekijk sekswerk als werk en investeer tijd in dit beleid. Werk aan vertrouwen en wederzijds begrip en zorg dat het in de praktijk werkt.

Onduidelijk en onbekend

Tot slot ging Quirine Lengkeek van Soa Aids Nederland in op de onduidelijkheid van en onbekendheid met prostitutiebeleid. Regels verschillen per gemeente en gemeentelijk beleid sluit vaak niet aan bij de realiteit van sekswerkers en exploitanten. Daarnaast stipte zij aan dat maar de helft van de gemeenten beleid heeft op sekswerk. Reden temeer om hiermee aan de slag te gaan. Zij gaf vervolgens 3 tips om effectief beleid te ontwikkelen:

  • Laat sekswerkers betekenisvol participeren bij het maken van sekswerkbeleid.
  • Schaf specifieke regels voor sekswerkers af. Dat leidt tot betere veiligheid en gezondheid van sekswerkers.
  • Criminaliseer en reguleer sekswerk niet. Doe je dat wel, dan zorg je ervoor dat meer sekswerkers in het onvergunde circuit gaan werken. Dit verhoogt de kans op geweld en misstanden.

Tijdens deze middag zijn veel onderwerpen even aangestipt. Het CCV gaat nu uitvraag doen onder de deelnemers over welke onderwerpen zij graag de diepte in willen, zodat hieraan een vervolg gegeven wordt.

Meer weten over prostitutiebeleid?
Luister dan ook eens naar de podcastserie over thuisprostitutie.