Ga naar de inhoud

WODC publiceert onderzoeken seksbranche

Peeskamer met een stoel voor een open raam. Ter illustratie van het CCV-dossier Prostitutiebeleid.

Over veel mogelijke effecten van prostitutiebeleid is niet veel bekend. Het aantal seksbedrijven in Nederland met een vergunning lijkt sinds 5 jaar geleden gehalveerd. Relatief veel gemeenten geven vergunningen aan seksclubs, privéhuizen en escortbureaus en in mindere mate aan de zelfstandige escort, raamsekswerk en thuisontvangst

Regioplan onderzocht op verzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de aard en effecten van verschillende varianten van prostitutiebeleid. Ook voerde Regioplan een nulmeting uit om later mogelijke effecten van aankomende, mogelijke Wet regulering sekswerk (Wrs) te kunnen vergelijken met nu.

Prostitutiebeleid

Het onderzoek De aard en effecten van prostitutiebeleid is een grootschalig literatuuronderzoek. Ook werd gesproken met sekswerkers, slachtoffers van uitbuiting, professionals, beleidsmakers, het Openbaar Ministerie en politie.

Over veel mogelijke effecten van prostitutiebeleid is niet veel bekend. Het onderzoek laat zien dat klantcriminalisering weliswaar invloed heeft op de wijze waarop de samenleving tegen sekswerk aankijkt. Maar het is onduidelijk of het ook leidt tot een afname van de vraag naar of aanbod van betaalde seks. En stel dat de vraag daalt, geldt dit dan ook voor klanten die voor problemen zorgen of juist niet? En als het aanbod daalt, geldt dit dan ook voor gedwongen sekswerkers?

Steviger bewijs is er voor de gevolgen van (gedeeltelijke) criminalisering voor sekswerkers die actief blijven ondanks dat zij, hun klanten of de facilitators gestraft kunnen worden. Zij krijgen bijvoorbeeld te maken met gevolgen als klanten die zich door het verbod niet laten afschrikken, slechtere arbeidsomstandigheden, een hogere drempel voor voorzieningen en hulpverlening en zij voelen zich (nog meer) gebrandmerkt. Uit de criminele sfeer halen in Nieuw-Zeeland zorgde juist voor meer ervaren en zelfstandigheid onder sekswerkers. Over de effecten van regulering is het minst bekend. 

Nulmeting seksbranche

Sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2.000 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor het prostitutiebeleid. Dat zorgt voor lokale verschillen. De aankomende, mogelijke Wet regulering sekswerk (Wrs) wil onder meer deze beleidsverschillen tussen gemeenten verkleinen en ervoor zorgen dat de toezicht en handhaving op de seksbranche overal gelijk is. De nulmeting De Nederlandse seksbranche gaat over de aard en omvang van de seksbranche, gemeentelijk beleid en de organisatie van toezicht en handhaving.  Het onderzoek geeft ook een blik op online sekswerk zonder vergunning.

Dit onderzoek laat op basis van een grootschalige enquête onder gemeenten zien hoeveel gemeenten prostitutiebeleid hebben, hoe het beleid in Nederlandse gemeenten te typeren is. En welke keuzes gemeenten in hun beleid maken. Het blijkt dat ongeveer de helft van gemeenten prostitutiebeleid heeft en veruit de meesten daarvan een maximaal aantal toegestane seksbedrijven toestaan. De gemeenten richten hun beleid met name op vergunningseisen, vestigingscriteria, handhaving en toezicht, gezondheidsaspecten en ook het bestrijden van mensenhandel.

Thema’s als het versterken van de maatschappelijke positie van sekswerkers, uitstapbeleid, meedenken van sekswerkers in beleid, niet brandmerken en het verbeteren van  arbeidsmarktpositie komen relatief weinig in het beleid voor.

Deze fasering voor het ontwikkelen van prostitutiebeleid van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) is een hulpmiddel voor gemeenten en ketenpartners bij het ontwikkelen, invoeren en verbeteren van lokaal prostitutiebeleid.