Ga naar de inhoud

Vooroordelen staan aanpak zedendaders over de grens in de weg

Man achter laptop met ene knuffel op beeldscherm.

Jaarlijks reizen zeker 20.000 Nederlandse mannen af naar het buitenland om een kind te misbruiken. Toch ziet niemand ze. Deze groep blijkt groter, jonger en diverser dan gedacht, maar daders komen zelden in beeld van justitie. “We willen de politiek wakker schudden: dit gebeurt niet af en toe”, zegt onderzoeker Arjan Blokland in Secondant. “Wij moeten hier in Nederland verantwoordelijkheid voor nemen.”

Misbruiker is geen oude welgestelde man

Het stereotype van de oude, welgestelde man die afreist naar Thailand klopt niet, zo blijkt uit het recente onderzoek Risicotaxatie bij plegers van Transnationaal seksueel kindermisbruik (TSK). Een grote en diverse groep mannen reist af naar het buitenland om minderjarigen te misbruiken, of neemt thuis deel aan betaalde livestreams. Vermoed wordt dat die laatste vorm vooral sinds corona sterk is toegenomen.

Toch blijft deze groep grotendeels buiten beeld bij politie en justitie. Slechts een handvol wordt in Nederland vervolgd. Buitenlandse veroordelingen komen daarnaast zelden terug in onze systemen. Nieuw onderzoek in opdracht van het WODC en uitgevoerd door onderzoekers van het NSCR en de VU maakt de schaal voor het eerst zichtbaar: tussen de 131.000 en 171.000 Nederlandse mannen geeft aan ooit TSK te hebben gepleegd. Van jong tot oud, hoog- en laagopgeleid en met verschillende achtergronden.

TSK-plegers lijken op andere zedendelinquenten

Een belangrijke conclusie uit het onderzoek: hardnekkige aannames staan effectieve monitoring in de weg. Hoofdonderzoeker Anneke Koning: “Stereotypen over deze groep bepalen hoe we beleid en toezicht inrichten. Veel professionals die wij spraken twijfelen of risicotaxatie-instrumenten zoals de STATIC-99R wel toepasbaar zijn op TSK-plegers. Zij denken dat deze groep te laag zou scoren omdat deze daders in hun ogen ouder zijn. Maar uit ons onderzoek blijkt dat TSK-plegers, volgens de kenmerken die wij hebben gemeten, lijken op andere zedendelinquenten – wat juist pleit vóór gebruik van bestaande instrumenten.”