Ga naar de inhoud

Van barrièremodel naar gastcollege over kunstcriminaliteit

Groepsfoto van studenten die een gastcollege kunstcriminaliteit volgen.

Onlangs gaf Joeri Vig, adviseur van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) een gastcollege over het barrièremodel ‘diefstal uit collectiebeherende instellingen’ aan derdejaars studenten van de Reinwardt Academie. Het college maakte onderdeel uit van het keuzevak kunstcriminaliteit dat studenten in hun derde jaar kunnen volgen. Senior docent marketing & management Marjan Otter ontwikkelde het vak en vertelt wat Joeri de studenten heeft bijgebracht.

Marjan, wat is de Reinwardt Academie eigenlijk?

“De Reinwardt Academie is een hbo-opleiding dat onderdeel uitmaakt van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Studenten van de Reinwardt Academie worden opgeleid tot erfgoedprofessional. Zij houden zich bezig met alle uitingen waar we zuinig op zijn uit het verleden. Ze komen onder andere terecht bij erfgoedinstellingen, musea, archieven en bibliotheken. In de eerste twee jaar leren de studenten de basis. In het derde jaar kunnen ze zich verder verdiepen, zo ook in kunstcriminaliteit.”

Waarom hebben jullie dit vak ontwikkeld?

“De kunstsector is op heel veel terreinen gevoelig voor criminaliteit. Dan hebben we het bijvoorbeeld over diefstal, roofkunst, illegale opgravingen, vervalsingen, witwassen van zwart geld en kunst als onderpand bij onderhandelingen met justitie. De culturele sector biedt volop gelegenheid om onder- en bovenwereld met elkaar te verbinden, vaak zonder dat de mensen die daar werken er maar enig idee van hebben.

De erfgoedsector moet ervoor zorgen dat criminele invloeden van buitenaf geen kans maken.

De Reinwardt Academie vindt het belangrijk dat studenten leren over de risico’s die er in de sector zijn. We leren studenten:dat ze alert moeten zijn, altijd de voelhorens aan moeten hebben en ze moeten snappen welke acties ze moeten ondernemen of juist laten. We willen studenten echt weerbaar maken. Daarnaast heeft de landelijke politie maar een kleine afdeling kunst- en antiekcriminaliteit. Zij kunnen het niet alleen. Het is aan de erfgoedsector om hier ook zelf verantwoordelijkheid in te nemen. De sector moet ervoor zorgen dat criminele invloeden van buitenaf geen kans maken. Daarom hebben we dit vak opgezet.”

Hoe zijn jullie bij het CCV terecht gekomen?

“Het CCV heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) begeleid bij het maken van het barrièremodel ‘diefstal uit collectiebeherende instellingen’. De RCE heeft dit barrièremodel aan alle musea in Nederland aangeboden. Hierdoor kregen wij het ook in het vizier. Het leek mij goed dat de studenten het CCV en het barrièremodel ook leerden kennen. Het model laat heel goed zien welke stappen criminelen zetten om een diefstal te plegen, welke omstandigheden een diefstal makkelijk(er) maken en welke maatregelen genomen kunnen worden om criminelen te verstoren.”

Wat heeft Joeri de studenten geleerd?

“Studenten moesten echt zelf aan de slag. Tijdens het college mochten ze het bedrijfsproces van de kunstcrimineel op de juiste volgorde leggen. Hierdoor kwamen ze erachter dat diefstal uit collectiebeherende instellingen uit veel stappen bestaat. Én dat er in elke stap ingegrepen kan worden om diefstal tegen te gaan. Ze ontdekten dat zij hier zelf ook een rol in konden spelen. En hoewel de criminaliteit soms ver van hun bed lijkt, was dat hier echt niet het geval. Zo zat er een student in de zaal die bij het Zaans museum werkte, waar een Monet was gestolen”

Hoe reageerden de studenten?

“De studenten vonden het erg interessant. Ze hebben ademloos naar Joeri zitten luisteren. Ze waren onder de indruk van de grondigheid van de aanpak met het barrièremodel en snapten dat er veel bij komt kijken. Sommigen zeiden zelfs dat ze deze sessie het leukste onderdeel van de collegereeks vonden. Het college heeft echt voor bewustwording gezorgd.”