Ga naar de inhoud

Inzet Wet MBVEO tegen demonstranten

Laatst gewijzigd op: 03-07-2025

Iedere vorm van demonstratie kan leiden tot enige ontwrichting van het dagelijks leven. Verwijzing naar antecedenten in de bestuurlijke rapportage is onvoldoende om herhaaldelijkheid aan te tonen. Bij demonstranten die steeds op andere plek gaan demonstreren, kan het bovendien lastig zijn om vrees voor verdere verstoring aan te tonen.

Weegschaal

Gebiedsverbod
Gemeente
Wijk
Woning/gebouw
Demonstreren
Vernieling

Wat was de overtreding?

Het gaat hier om een procedure bij de voorlopige voorzieningenrechter die door twee verzoekers is opgestart. Zij hebben samen met 5 anderen gedemonstreerd tegen de fast fashion industrie onder de vlag van Extinction Rebellion. Tijdens die demonstratie waren ze gekleed in een onderbroek. Voor de rest waren zij volledig naakt. Tijdens die demonstratie hebben zij een zwarte, vloeibare substantie verspreid in de sluis achter de deuropening van een winkel. Een deel van deze zwarte vloeistof belandde op de winkelstraat. De demonstraten zijn in deze zwarte substantie gaan zitten, zij hebben borden en spandoeken vastgehouden en door een megafoon leuzen geschreeuwd. Er ontstond een blokkade die het winkelend publiek hinderde. De politie heeft de demonstranten aangehouden wegens vernieling en huisvredebreuk.

Welke maatregel werd opgelegd?

De burgemeester legt een gebiedsverbod op van 3 maanden op grond van artikel 172a Gemeentewet. De demonstraten zijn het hier niet mee eens. Zij geven aan dat het gebiedsverbod disproportioneel is en in strijd met de Grondwet, het EVRM en het IVBPR. De gebiedsverboden beperken de demonstratievrijheid en dat is in strijd met de Wet openbare manifestaties, bovendien was sprake van een vreedzame demonstratie. Ook zeggen zij dat de burgermeester, politie en officier van justitie andere mogelijkheden hebben om op te komen tegen de verboden gedragingen en dat het besluit daarom niet voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Tot slot vinden ze de duur van het gebiedsverbod disproportioneel.
 

Wat besloot de rechter?

De rechter wijst de verzoeken tot een voorlopige voorziening toe. De gebiedsverboden gelden niet totdat op de bezwaren is beslist. De rechter onderbouwt dat als volgt.

Allereerst zegt de rechter dat partijen het erover eens zijn dat geen sprake was van een ernstige verstoring van de openbare orde in de zin van artikel 172a Gemeentewet.

Daarnaast vindt de rechter dat de burgemeester niet heeft aangetoond dat de demonstranten herhaaldelijk de openbare orde hebben verstoord.

Ook vindt de rechter dat niet aannemelijk is geworden dat er ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde is. Er was sprake van een vreedzame demonstratie. Iedere demonstratie kan enige vorm van ontwrichting van het dagelijks leven met zich meebrengen. De aanhoudingen voor vernieling en huisvredebreuk zijn op zichzelf onvoldoende om van een verstoring van de openbare orde te spreken.

Ook vindt de rechter dat de burgemeester onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verzoekers herhaaldelijk (eerder) de openbare orde hebben verstoord. Een verwijzing in de bestuurlijke rapportage naar meerdere antecedenten is, mede gelet op de betwisting van die antecedenten door verzoekers, onvoldoende.

De vrees voor verdere verstoring van de openbare orde in hetzelfde winkelcentrum, vindt de voorzieningenrechter niet voldoende onderbouwd. De verzoekers hebben niet het plan om hun actie te herhalen in hetzelfde winkelcentrum en ook uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat de demonstranten steeds naar een andere plek gaan om te demonstreren.

Aan de besluiten kleven dan ook zodanige gebreken dat deze besluiten volgens de voorzieningenrechter niet in stand kunnen blijven bij de heroverweging.

Wat kunnen we van deze uitspraak leren?

Iedere vorm van demonstratie kan leiden tot enige ontwrichting van het dagelijks leven. Verwijzing naar antecedenten in de bestuurlijke rapportage is onvoldoende om herhaaldelijkheid aan te tonen. Bij demonstranten die steeds op andere plek gaan demonstreren, kan het bovendien lastig zijn om vrees voor verdere verstoring aan te tonen.

Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBNHO:2025:3451