Ga naar de inhoud

Proeflokalen OOV op Orde

Laatst gewijzigd op: 30-04-2025

Dit stimuleringstraject steunt (innovatieve) lokale projecten die bijdragen aan de structurele ontlasting van OOV-afdelingen. Het CCV verstrekt de subsidie en begeleidt de projecten.

Luchtfoto Woerden.

Er wordt grote druk ervaren bij beleidsafdelingen Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van middelgrote en kleine gemeenten. De huidige maatschappelijke en politieke veiligheidsvraag lijkt de beschikbare kennis en capaciteit op veel punten te overstijgen. Hierdoor raken gemeenten in de knel en dreigen ze hun regiefunctie en beleids- en uitvoeringskracht op het gebied van openbare orde en veiligheid kwijt te raken.  

Het stimuleringstraject Proeflokalen OOV op Orde ondersteunt (innovatieve) lokale projecten die bijdragen aan de structurele ontlasting van OOV-afdelingen bij hun taken. Hiervoor is subsidie beschikbaar gesteld door de directie Veiligheid en Bestuur van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) verstrekt de subsidie aan de projecten en begeleidt die.

Klik op de afbeelding voor een grote versie

Kaart Proeflokalen OOV op Orde

De inschrijvingstermijn voor dit traject is in 2024 gesloten en er zijn 18 projectvoorstellen van zowel individuele gemeenten als samenwerkingsverbanden gehonoreerd. In het totaal zijn er 170 gemeenten betrokken bij de projecten. Eind 2025 worden de eerste resultaten verwacht.

Op deze pagina worden de toegekende projectvoorstellen toegelicht. Voor meer informatie en vragen kan contact worden opgenomen met CCV-adviseur Colin Voetee, colin.voetee@hetccv.nl.

Toegekende projectvoorstellen:

Naam van het project: Informatiepositie op orde
Initiatiefnemer: Gemeente Den Helder
Maatschappelijke opgaaf: Leefbaarheid in de wijken vergroten | Jeugd/Zorg
Kenmerk aanpak: Integrale informatiepositie verbeteren

Kern van het project

  • Efficiënter en effectiever samenwerken in de wijken met partners
  • Versterken van de informatiepositie door de aanschaf en inbedding van een gezamenlijk casusinformatiesysteem.

Het project richt zich op het herstellen van de netwerken, het borgen van informatie in een informatiecasussysteem en het verbinden van partners, bewoners en collega’s. Dit alles gericht om de leefbaarheid te behouden en waar nodig te verbeteren. Ieder vanuit zijn eigen rol, taak en verantwoordelijkheid, maar altijd vanuit de gezamenlijke kracht en gezamenlijk initiatief.

Doel van het project

De informatiepositie OOV passend maken op de nieuwe realiteit, zodat we

  • Een goed beeld hebben van de overlast en veiligheidsgevoelens in Den Helder.
  • Gezamenlijk vroegtijdig problemen en trends kunnen signaleren.
  • Gericht in gesprek te gaan met partners om inzet bij te sturen of om gezamenlijk gerichte maatregelen in te zetten.
  • Informatie geborgd hebben in een ondersteunend Informatiecasussysteem.
  • Onderbouwde en zorgvuldige keuzes te maken met betrekking tot prioritering, interventies en handhaving.
  • Capaciteit effectief inzetten.

Samenwerkingspartners

Naast de standaard partners als politie, OM, GGD en VRNHN wordt gericht op buurt- en belangenverenigingen, scholen, bedrijven, zorg- en hulpverleningsinstanties.

De verbinding binnen de eigen gemeente focust op het maken van heldere afspraken met de wijkteams, wijkbeheerder en gebiedsmanagers over de taakverdeling en de samenwerking in de wijken, maar ook didelijke afstemming binnen het Team OOV zelf. Deze afspraken/informatie goed en voor iedereen bereikbaar opslaan in een informatiecasussysteem.

Beoogd resultaat

  • Er zijn drie netwerken binnen de Visbuurt, Tuindorp Oost en Falgabuurt gericht op het verbeteren van de leefbaarheid;
  • De huidige netwerken (convenanten) van het team OOV zijn vernieuwd, versterkt en met elkaar verbonden. (waaronder NS, Veilige scholen en de vijf KVO’s).
  • Er zijn afspraken rondom de aanpak van Zorg-, Jeugd- en woonoverlast – wanneer nodig, vastgelegd in (privacy)convenanten.
  • Er zijn nieuwe initiatieven vanuit de netwerken gestart en oude successen als de buurtpreventie app, buurtbemiddelingen en klantenpanels zijn weer afgestoft en geactualiseerd.
  • Er is (na het proefdraaien) een ondersteunend informatiecasussysteem aangeschaft dat aansluit bij de behoefte van het team OOV en beter past bij de gedachte van het VeiligheidsInformatieKnooppunt (VIK).

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

De werkwijze toegepast en informatiecasussysteem toegepast in drie buurten kan breder worden uitgerold, zowel binnen als buiten de gemeente.

Naam van het project: Ondersteuning gemeenten bij maatschappelijke onrust
Initiatiefnemer: Bureau Regionale Veiligheidsstrategie (RVS-Midden-Nederland)
Maatschappelijke opgaaf: Maatschappelijke onrust
Fenomeen: Kennisspecialisatie

Kern van het project

Ontwerpen van een systematiek ofwel een instrument waarmee snel de benodigde kennis en uitvoeringskracht kan worden gemobiliseerd om bestuurders van minder ervaren gemeenten in de regio gedurende een beperkte periode met raad en daad terzijde te staan op het gebied van maatschappelijke onrust. 

Doel van het project

Toewerken naar een werkwijze binnen de regio waarbij specialistische ondersteuning kan worden ingevlogen bij (dreigende) maatschappelijke onrust (MO) in de acute (of ‘warme’) fase bij (minder ervaren) gemeenten. Hierbij kan worden gedacht aan maatschappelijke spanningen die kunnen uitmonden in wanordelijkheden en ordeverstoringen met een ontwrichtend karakter en negatieve effecten op de lokale samenleving.   

Samenwerkingspartners

Bureau RVS maakt deel uit van de veiligheidscoalitie van 38 gemeenten, politie en OM van de regio Midden-Nederland. Samenwerking met partijen die kunnen bijdragen aan de ambities in Midden-Nederland wordt actief gezocht (denk aan veiligheidsregio’s, CCV, VNG, diverse ministeries, ander regio’s, kennisinstellingen etc.). Er is een goed opgebouwd netwerk waar dit project volop op zal kunnen meeliften.

Beoogd resultaat

  • Een gedragen en ingevoerde methode met protocollen voor de inzet van specialistische kennis in de acute fase bij (minder ervaren) gemeenten.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

De eindproducten zijn ook beschikbaar als inspiratiebron voor andere regio’s en samenwerkingsverbanden in Nederland.

Naam van het project: Regionaal juridisch piket
Initiatiefnemer: Regionaal Coördinatiepunt Integrale Veiligheid
Maatschappelijke opgaaf: Versterken aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: Versterken specialistische juridische functie

Kern van het project

Regionaal juridisch piket inrichten voor elf IJssellandse gemeenten. Dit piket kan ondersteunen in beantwoording van juridische (spoed)vragen en/of het met spoed opstellen van juridische stukken (bijvoorbeeld een noodverordening). Doordat wetgeving overal als basis onder ligt, heeft dit project effect op veiligheid in het geheel.

Doel van het project

De haalbaarheid, wenselijkheid en inrichting van een regionaal juridisch loket/piket onderzoeken met, indien de resultaten positief zijn, de oplevering van een gericht implementatieplan.

Samenwerkingspartners

Elf IJssellandse gemeenten: Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.

Beoogd resultaat

  • Een onderzoeksrapport met invoeringsplan voor het inrichten van een regionaal juridisch piket ter besluitvorming voor definitieve invoering.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Een goed invoeringsplan kan ook door andere, soortgelijke regio’s met soortgelijke behoeften worden gebruikt. Kleine gemeenten hebben vaak geen eigen juridische kennis voor specifiek veiligheid in huis en hebben daardoor groot voordeel bij een beschikbare vraagbaak. Middelgrote gemeenten kunnen de lasten onderling verdelen.

Naam van het project: Versterken OOV positie kleine gemeenten lokaal en regionaal.
Initiatiefnemer: gemeenten van basisteam Veluwe Noord
Maatschappelijke opgaaf: Versterken veiligheid algemeen
Kenmerken aanpak: Versterken (regionale) samenwerking gemeenten en de veiligheidsketen. 

Kern van het project

Een super OOV’er aanstellen voor de zes gemeenten in het basisteam Veluwe Noord die de gemeenten vertegenwoordigt op regionaal niveau en zorgt dat de burgemeesters adviezen krijgen voor hun regionale overleggen. 

Doel van het project

  • Lokaal en regionaal veiligheidsbeleid op elkaar afstemmen.
  • Nieuw beleid zoveel mogelijk hetzelfde vormgeven binnen de zes gemeenten.
  • Meer verbinding met de regio en gebruikmaken van regionale kansen. 

Samenwerkingspartners

De gemeenten van basisteam Veluwe Noord: Elburg, Epe, Hattem, Heerde, Nunspeet en Oldebroek.

Lokaal:  college , de burgemeester, afdeling Jeugd , Zorg en Handhaving .

In het district:  zes gemeenten , politie , het OM , het RIEC

In regionaal verband: 22 gemeenten, de politie , het OM , het zorg- en veiligheidshuis, de Bestuurlijke stamtafel zorg en veiligheid, het RIEC.

Beoogd resultaat

  • Een betere verbinding tussen lokaal- en regionaal veiligheidsbeleid.
  • Een eindproduct waarin de functionaris, zes OOV’ers en zes burgemeesters hun ervaringen delen van de eerste negen maanden. De opgedane praktijkervaring bepaalt het verder verloop van het project. 

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Het eindresultaat is bruikbaar voor:

  • Kleine gemeenten (met een groot grondgebied) die meer willen samenwerken om samen tot een beter resultaat te komen;
  • Gemeenten die de ontwikkelingen op verschillende regionale thema’s moeilijk kunnen bijbenen.
  • Een betere verbinding tussen lokaal- en regionaal veiligheidsbeleid.
  • Bv voor gemeenten die samen een politie basisteam delen waarbij samenwerken op openbare orde en veiligheid noodzakelijk is en meerdere doelen dient.

Naam van het project: Intensieve samenwerking gemeente Simpelveld met gemeente Heerlen. ‘Gemeente Simpelveld, een ‘extra’ wijk van Heerlen!’
Initiatiefnemer: gemeente Simpelveld
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerk aanpak: Centralisatie taken 

Kern van het project

Basistaken OOV Simpelveld onderbrengen in Heerlen. Er wordt gestarte met:

Tijdelijk huisverbod (adviseren burgemeester, uitvoeren interventie, administratie en afwikkeling evt. juridische procedures);

  • Uitbreiding boa inzet. Op dit moment heeft gemeente Simpelveld één boa in dienst. Wat maakt dat de bezetting in de avonden en weekenden lastig is. Met de huidige samenwerking moet worden gerealiseerd dat de boa inzet in de gemeente Simpelveld flexibeler is en er daardoor meer daadkracht is.
  • Regisseur inzetten met als doel doorgroeien naar Sociaal Veilig Simpelveld.
  • Ondersteuning op de aanpak van ondermijning en Bibob;
  • Inzet van analisten om betere managementinformatie te genereren, waardoor we in staat zijn beter prioriteiten te stellen.

Dit zal vervolgens uitgebreid worden met andere zaken, zoals advisering op Veiligheidsregio. 

Doel van het project

  • Versterken zichtbaarheid en daadkracht van overheid in Simpelveld.
  • Versterken betrouwbare partnerschap voor ketenpartners.
  • Structureler beter aansluiten bij (regio) overleggen en de burger beter bedienen middels terugkoppeling van meldingen/casuïstiek (vertrouwen in burger terugverdienen). 

Samenwerkingspartners

Naast de afdelingen Openbare Orde en Veiligheid van Simpelveld en Heerlen, de afdeling sociaal- en fysiek domein en de betrokken partners binnen sociaal veilig. Denk aan:

  • Politie;
  • Veiligheidshuis;
  • Jeugdjongerenwerk;
  • Straatcoaches;
  • (Jeugd/en ouderen) maatschappelijk werk;
  • Gemeenten (regioverband);
  • Scholen;
  • Ondernemers;
  • Woningcorporaties;
  • Sociale partners;
  • Burger(s) (initiatieven);
  • (Sport) verenigingen;
  • Etc. 

Beoogd resultaat

  • Een dienstverleningsovereenkomst OOV tussen de gemeente Simpelveld en Heerlen waarin intensieve samenwerking structureel is verankerd.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Dienstverleningsovereenkomst en evaluatie zijn beschikbaar voor andere gemeenten ter inspiratie. Daarnaast staan wij open om gemeenten te informeren over hoe wij een en ander hebben ingericht of wat de aanleiding hiervoor was.

Naam van het project: Zorg en veiligheid 2.0
Initiatiefnemer: gemeente Zevenaar
Maatschappelijke opgaaf: Versterken aanpak jeugd-/zorgproblematiek
Kenmerken aanpak: Regie/ informatiepositie versterken 

Kern van het project

Met een nieuw aan te stellen projectleider toewerken naar een convenant met daarin afspraken over delen van informatie. Bij dit convenant horen ook een viertal DPIA’s en regelingen die betrekking op de vier (weegtafels) die ten grondslag liggen aan de samenwerking:

  • Onbegrepen gedrag (personen met verward gedrag)
  • Multiproblematieke casuïstiek
  • Woonoverlast
  • Jeugd (18-)   

Doel van het project

  • Aanscherpen ambities en uitrollen werkwijze op het grensvlak zorg- en veiligheid conform de AVE-methodiek. Dit staat voor Integrale Aanpak ter Voorkoming van Escalatie bij huishoudens met oplopende problematiek.
  • Verbeteren integrale weging bij knelpunten met betrokkenheid en medewerking van burgers.
  • Verbeteren aansluiting en inzet zorg- en veiligheidshuis-partners als veiligheid onder druk staat, of onrust ontstaat. 

Samenwerkingspartners

Er wordt samengewerkt gezocht met alle vaste partijen in het zorg en veiligheidsdomein.  Het betreft de Nationale Politie, Reclassering Nederland, Jeugdbescherming en reclassering, Caleidoz jongerenwerk, Kansrijk Jongerenwerk, Leger des Heils, Veiligheidsregio Gelderland Midden (VGGM), William Schrikker Stichting, GGnet, Iriszorg, Maatschappelijk Werk (Sante Partners), MEE Gelderse Poort, MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland, Regionaal Bureau Leerlingzaken, Regionale Sociale Dienst De Liemers, RIBW, Symbion, Liemers College, Stichting HALT, Stichting Veilig Thuis, vertegenwoordiging van huisartsen Zevenaar, woningcorporaties: Baston, Plavei en Vryleve.

Beoogd resultaat

  • Een getekend convenant met alle samenwerkingspartners in het zorg en veiligheidsdomein. De gemaakte afspraken zijn per tafel uitgewerkt in een werkwijze met bijbehorende regeling (werkafspraken).
  • DPIA’s zijn uitgevoerd. Het instrument ‘data protection impact assessment’ is bedoeld om vooraf de privacyrisico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen. Zodat de organisatie maatregelen kan nemen om deze risico’s te verkleinen. De dipia’s wijzen op de gevaren en de noodzakelijke interventies en er wordt integraal samengewerkt met behulp van een dekkend informatiesysteem dat uitwisseling met partijen en het ZVH bevordert. 

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Dit voorbeeld in Zevenaar kan landelijk worden uitgerold. Betrokkenen bij dit project kunnen andere gemeenten adviseren of waar nodig ondersteunen.

Naam van het project: De AI OOV-assistent
Initiatiefnemer: Platform IVZ, onderdeel van de Veiligheidsregio Twente
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren Veiligheid algemeen
Kenmerken aanpak: Automatisering/slimme technologie inzet 

Kern van het project

Een AI OOV-assistent die het dagelijks werk van OOV-medewerkers ontlast, helpt, versnelt en verbetert. Op deze wijze behouden gemeenten hun regiefunctie en beleids- en uitvoeringskracht op het gebied van OOV.

Doel van het project

  • Tijdswinst: De AI OOV-assistent kan het werk van OOV-medewerkers versnellen. In plaats van het uren doorspitten van relevante documentatie, is de OOV-assistent in staat om vraag gestuurd de OOV-medewerker van de juiste informatie te voorzien en in de gewenste vorm aan te leveren.
  • Kwaliteitsverbetering: Door een de inrichting van een online omgeving is actuele documentatie en data is de juiste informatie beschikbaar op het juiste moment. Daardoor is er meer tijd over voor inhoudelijke werkzaamheden. Dit zorgt voor een kwaliteitsverbetering van het werk van de medewerker.
  • Waardering van het werk: Uitzoekwerk en leeswerk zijn tijdrovende klussen. Dit werk deels door technologie te laten doen, levert tijdwinst op. Daardoor blijft er meer tijd over voor onderdelen van het werk die door medewerkers als waardevol worden ervaren. En dat draagt bij aan een verhoogde algemene waardering van het werk van de medewerker.

Samenwerkingspartners

  • Het betreft een samenwerking van het Platform IVZ Twente: een samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten en veiligheidspartners.
  • Voor het samenstellen van de bronnenset waar het AI-model zich op baseert, wordt samenwerking gezocht met politie, OM en het onderwijs. Bepaalde documentatie vanuit deze partners is waardevol om toe te voegen.
  • Een externe partij als expert op het gebied van AI. 

Beoogd resultaat

  • Een virtuele assistent (applicatie) die voor OOV-medewerkers van Twentse gemeenten, zodat deze medewerkers beter geholpen worden bij het uitvoeren van basis- en incidentele OOV-taken. Dit in de vorm van een pop-up venster met een chatfunctionaliteit, nadat de medewerker op de besloten omgeving is ingelogd.
  • Kennis en ervaring met de inrichting van dergelijke applicaties. Van groot belang is dat alles dat valt onder dit pilotproject voldoet aan de wet- en regelgeving rondom het gebruik van AI door overheidsinstellingen. Bijvoorbeeld recente documentatie vanuit de Ai-act EU en lokaal beleid rondom het gebruik van Ai door gemeenten.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Het eindproduct komt als pilot beschikbaar voor de 14 Twentse gemeenten. Het achterliggende idee en de toetsing of de beschikbare technologie hierbij werkt, is vervolgens breed beschikbaar voor overige gemeenten of samenwerkingsverbanden die hierin kansen zien.

Daarnaast is het toepassen van een soortgelijke AI-assistent na een succesvolle pilot interessant op allerlei andere (veiligheids)thema’s binnen een gemeente.

Naam van het project: Samenwerkende gemeenten in toepassing bibob Omgevingswet en milieu
Initiatiefnemer: Platform IVZ namens de vier gemeenten die vallen onder het Basisteam Noord-Oost Twente (NOT).
Maatschappelijke opgaaf: Verstevigen van de toepassing van de wet Bibob op de onderdelen Omgevingswet en Milieu.
Kenmerk aanpak: Bibob proces verbeteren   

Kern van het project

Verstevigen van de Bibob-toets op de onderdelen Omgevingswet en Milieu (criminaliteit). De ambitie is dat de procesbegeleider samen met het kernteam een generiek toepasbaar barrièremodel ontwikkelt voor de toepassing van de wet Bibob op de onderdelen omgevingsplan en het Bibob-werkproces van beleid tot handhaving voor de Omgevingswet. Ook wordt verkend om samenwerkingsafspraken te ontwikkelen met onder andere de Omgevingsdienst, het Waterschap en de Provincie over de toepassing van de wet Bibob. Door dit in pilotvorm te starten, is er ruimte om ervaring op te doen en te werken aan deze nieuwe materie.

Doel van het project

  • Weerbaarder maken van een viertal gemeenten tegen ondermijnende activiteiten.
  • Het tegengaan van het waterbedeffect door een gezamenlijke aanpak in de toepassing van het Bibob-beleid in de NOT-gemeenten.
  • Meer kennis opdoen over de toepassing van de wet Bibob in relatie tot de Omgevingswet en Milieu.
  • De samenwerking tussen de vier gemeenten versterken en de informatiepositie vergroten.
  • De thema’s Fysieke Leefomgeving en Veiligheid/Ondermijning beter met elkaar verbinden.

Samenwerkingspartners

Alle partners in de aanpak van ondermijning. Denk hierbij aan de Omgevingsdienst Twente, het Waterschap Vechtstromen, RIEC-ON, Provincie Overijssel, politie, belastingdienst en het Openbaar Ministerie.

Beoogd resultaat

De ambitie is om een barrièremodel en samenwerkingsafspraken op te leveren.

Goede ervaringen worden geborgd en aansluitend zal een besluit worden genomen of deze gemeenten samen (of wellicht in samenwerking met andere Twentse gemeenten) voortgang zullen geven aan dit generieke model.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Het eindresultaat is een generiek toepasbaar barrièremodel en samenwerkingsafspraken die breder ingezet kunnen worden.

 

Naam van het project: Ontwikkeling Bibob Expertise Teams (BET) met als proeflokaal district West Utrecht
Initiatiefnemer: De 10 gemeenten van politiedistrict West-Utrecht. Het RIEC Midden-Nederland begeleid deze aanvraag en treedt ook op als contactpersoon
Maatschappelijke opgaaf: Ondermijning
Kenmerken aanpak: Bibob proces verbeteren 

Kern van het project

De gemeenten in West-Utrecht de beschikking laten hebben over voldoende en deskundige capaciteit om de wet Bibob op de door de gemeente gewenste terreinen toe te kunnen passen. Uiteindelijk is het doel dat het politiedistrict West-Utrecht door de samenwerking bij de uitvoering van de Wet Bibob weerbaarder is tegen ondermijnende criminaliteit.

Doel van het project

Samenwerken bij de uitvoering van de wet Bibob. Op een manier waarbij de gemeenten hun krachten kunnen bundelen, zodat zij gezamenlijk een barrière kunnen opwerpen tegen ondermijning. De wens is hierbij om te komen tot een samenwerking welke niet veel energie kost en wel heel veel oplevert. Daarvoor willen de tien gemeenten in West-Utrecht een kwartiermaker werven die:

  • onderzoekt op welke wijze de samenwerking het beste vormgegeven kan worden (per politiebasisteam, per politiedistrict of in een ander samenwerkingsverband);
  • verkent of de ambities en het onderliggende beleid van de deelnemende gemeenten op elkaar afgestemd zijn en of een samenwerking mogelijk is waarin een differentiatie op ambitieniveau mogelijk is;
  • verkent of ambities en capaciteit voldoende met elkaar in overeenstemming zijn en wat er nodig is om die met elkaar in overeenstemming te brengen;
  • zorgt dat de benodigde overeenkomsten en mandaten geregeld worden;
  • zorgt voor de juiste randvoorwaarden om het team te kunnen laten starten (fysieke werkplek, software, etc). 

Samenwerkingspartners

De tien gemeenten van politiedistrict West-Utrecht: IJsselstein, Woerden, Oudewater, Vijfheerenlanden, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Lopik en Montfoort.

RIEC Midden-Nederland, provincie Utrecht, de kwartiermaker Gooi- en Vechtstreek en de andere RIEC’s.

Beoogd resultaat

  • Een model en een stappenplan aan de hand waarvan je eenvoudig deze Bibob- samenwerking vorm kunt geven.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Het maatschappelijk effect van een betere toepassing van Bibob in dit gebied is dat de samenwerking binnen en tussen de gemeenten verbetert en er zichtbare resultaten worden geboekt bij het tegengaan van ondermijning.

Naam van het project: Programma regionale aanpak ondermijning Groninger gemeenten: kickstart regionaal interventieteam (RIT)
Initiatiefnemer: Programma regionale aanpak ondermijning (samenwerking vanuit de tien Groninger gemeenten)
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: Verbeteren Integrale aanpak 

Kern van het project

Een regionaal interventieteam inrichten waarin kennis/expertise wordt gebundeld tijdens het uitvoeren van de bestuurlijke controles en gelijktijdig kennisoverdracht plaatsvindt richting de gemeenten doordat het team is opgebouwd met lokale boa’s/toezichthouders.

Op deze wijze tonen de Groninger gemeenten en partners zichtbaar dat zij gezamenlijk de oneerlijke concurrentiestrijd aan gaan, misstanden aanpakken en de veiligheid van de Groninger inwoners en ondernemers waarborgen door preventief/repressief op te treden tegen ondermijning.

Door de controles centraal op te pakken, verlaagt dit de werkdruk van de OOV’ers in de gemeenten. 

Doel van het project

Het voorkomen van de schadelijke effecten van georganiseerde criminaliteit in de Groninger gemeenten en het ondersteunen van de (beperkte) OOV-capaciteit. 

Samenwerkingspartners

Alle tien Groninger gemeenten en partners zoals de provincie, waterschappen, RIEC, politie, OM, douane, NLA, NVWA, UWV. Zoals hierboven genoemd zijn vaste deelnemers in het regionaal interventieteam. Afstemming en aansluiting van de partners vindt plaats wanneer dit vanuit de bestuurlijke controle bezien nodig is.

Beoogd resultaat

  • Ingericht flexibel team van boa’s/toezichthouders die in de Groninger gemeenten bestuurlijke controles uitvoeren. 

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

De opzet en doorontwikkeling van het Groninger interventieteam kan als best practice worden gedeeld met andere gemeenten/provincies in het land. De wens om bestuurlijk op te treden tegen ondermijning is in Nederland (sterk) aanwezig en een interventieteam dat bestuurlijke controles uitvoert kan een krachtig preventief en repressief middel zijn in de aanpak. Onze kennis, ervaringen en resultaten met andere gemeenten delen heeft meerwaarde.

Naam van het project: Versterken uitvoeringskracht toezicht en handhaving
Initiatiefnemer: Gemeente Oost Gelre
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: Verbeteren Integrale aanpak/ uitvoeringskracht 

Kern van het project

Op- en inrichten van een toegewijd handhavingsteam. Verkenning naar op welke manier een plattelandsregio met eigen middelen de uitvoeringskracht kan versterken. De pilot verloopt in twee fasen. Fase 1 levert op basis van een quickscan een advies op met keuzes voor het versterken van de uitvoeringskracht. Fase 2 is de invoering. Beide fasen moeten in een jaar te doorlopen zijn. 

Doel van het project

Een zichtbaar opererend toezicht- en handhavingsteam dat structureel de output van de lokale ondermijningsoverleggen oppakt.

Subdoelen

  • De aanpak van ondermijning wordt beter zichtbaar voor de samenleving .
  • De teamleden vormen een zelflerend team, wat het vergroten van de kennis en expertise ten goede komt .
  • De informatiepolitie van de gemeenten wordt verbeterd.
  • De samenwerking tussen politie en boa’s wordt versterkt.
  • Inzicht in een blauwdruk van een toezicht- en handhavingsteam voor kleine gemeenten.

Samenwerkingspartners

Gemeenten intern: ambtenaren OOV, boa’s, toezichthouders Ruimtelijke Ordening van Aalten, Oost-Gelre, Berkelland en Winterswijk.

Extern: Basisteam Achterhoek-Oost, Omgevingsdienst Achterhoek, boa’s uit het groene domein, zoals natuurorganisaties.  

Beoogd resultaat

  • Een in- en oprichtingsvoorstel voor het team
  • De oprichting van het team zelf
  • Eerste tussenevaluatie van bevindingen  

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Er zijn meer plattelandsregio’s en andersoortige regio’s van kleine gemeenten, die tegen dezelfde opgave aanlopen; hoe wordt samen de handhaving en toezicht in het licht van ondermijning georganiseerd?

Naam van het project: Aanpak Jeugdcriminaliteit Zeeland
Initiatiefnemer: gemeente Goes
Maatschappelijke opgaaf: verbeteren preventieve aanpak op jeugdcriminaliteit
Kenmerken aanpak: Intervisie 

Kern van het project

Het verstevigen van de preventieve aanpak op jeugdcriminaliteit door gezamenlijk op te trekken tussen gemeenten met het instellen van een werkwijze voor LPGA-experts.

Doel van het project

Het verstevigen van de werkwijze en samenwerking tussen de Zeeuwse gemeenten en hun partners om jeugdcriminaliteit in Zeeland te voorkomen of terug te dringen. 

Samenwerkingspartners

De aanpak jeugdcriminaliteit vindt plaats in samenwerking met alle afdelingen veiligheid en sociaal domein (beleid en uitvoering) van de Zeeuwse gemeenten*. Daarnaast zijn de sociale teams, politie, jongerenwerk, scholen en regionale partners zoals Halt, Veilig Thuis en GI-instellingen betrokken.
*Terneuzen, Hulst, Sluis, Vlissingen, Middelburg, Veere, Goes, Reimerswaal, Kapelle, Borsele, Schouwen-Duivenland en Noord-Beveland.

De werkwijze besteedt ook aandacht aan de samenwerking met het meldpunt zorgwekkend gedrag van het Zorg- en Veiligheidshuis. Hier worden de zorgmeldingen over jeugd door de politie beoordeeld. Ook wordt voor het opschalen aangesloten bij de Zeeuwse Regiekaart.

Gemeente Vlissingen en gemeente Middelburg hebben vanuit het ministerie incidentele middelen gekregen voor de lokale aanpak van jeugdcriminaliteit (dus niet Zeeland breed) in het kader van Preventie met Gezag. De beschikbare kennis die vanuit het programma Preventie met Gezag wordt opgedaan wordt wel gebruikt om de Zeeuwse aanpak jeugdcriminaliteit te verstevigen.  

Beoogd resultaat

  • Geëvalueerde werkwijze voor de Lokale Persoonsgerichte Aanpak (LPGA) en de Jeugdgroepenaanpak (JGA) die in 2024 is ontwikkeld;
  • LPGA-experts worden ondersteund in hun rol, kennis, intervisie en verbinding met elkaar zodat elke gemeente een goedlopend lokaal overleg voor de doelgroep (potentiële) jonge aanwas heeft;
  • LPGA-experts en de betrokken partners hebben een vaste overleg en netwerkstructuur;
  • Een monitoringssysteem waarbij trends, signalen en factoren uit de Zeeuwse gemeenten en landelijke trends en ontwikkelingen in kaart worden gebracht, geduid worden en omgezet worden naar acties die nodig zijn om op de ontwikkelingen in te spelen (denk aan effectieve interventies, passende voorlichting op scholen of aanpassen van de werkwijze);
  • Een verkenning van wat er landelijk gedaan wordt om de mogelijkheden voor samenwerking tussen Nederland en België rond jeugdcriminaliteit verder vorm te geven.  

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

  • Inspiratie opdoen met betrekking tot de lokale persoonsgerichte aanpak en hoe dit gemeente overstijgend vormgegeven kan worden in regio’s zonder sterke centrumgemeente;
  • Als voorbeeld voor andere provincies/regio’s met vergelijkbare schaal om de samenwerking tussen gemeenten onderling te verbeteren op de grensoverstijgende aanpak van jeugdcriminaliteit

Naam van het project: Bibob Expertiseteam Gooi en Vechtstreek
Initiatiefnemer: gemeente Hilversum namens de gemeenten in Gooi en Vechtstreek (Hilversum, Huizen, Gooise Meren, Blaricum, Laren en Wijdemeren).
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: Bibob proces verbeteren 

Kern van het project

Vanuit de voorgestelde centrumgemeenteconstructie ondersteunt de gemeente Hilversum bij het uitvoeren van specialistische onderzoeken door het Bibob Expertise Team. Het team gaat in de vorm van een pilot, aan de slag voor de duur van twee jaar. De gemeenten gaan bij een positief resultaat van de pilot het toepassingsbereik van het Bibob Expertise Team geleidelijk uit te breiden (ingroeimodel) en de samenwerking intensiveren.  

Doel van het project

Met het Bibob Expertise Team komt de noodzakelijke expertise op de wet Bibob beschikbaar voor alle deelnemende gemeenten. Hierdoor wordt schaarse kennis gebundeld, waarmee continuïteit en kennisontwikkeling gewaarborgd is, terwijl tegelijkertijd recht wordt gedaan aan de specifieke kennis en behoefte van de lokale context waarin de wet wordt toegepast.

Een Bibob Expertise Team draagt bij aan:

  • versterking van de bestuurlijke weerbaarheid (tegengaan van ondermijning);
  • verminderen kwetsbaarheid en vergroten van veiligheid van (lokale) medewerkers;
  • kennisbundeling in de toepassing van de Wet Bibob;
  • uniforme werkwijze en (op termijn) uniforme toepassing (beleid) van de Wet Bibob in Gooi en Vechtstreek;
  • tegengaan van waterbedeffecten (voorkomen van ongewenst shopgedrag van malafide aanvragers);
  • beter en meer inspelen op de actualiteit, zoals het hanteren van de toets op nieuwe toepassingsdomeinen door wetswijzigingen van de Wet Bibob;
  • sneller signaleren van trends;
  • kwalitatief betere onderzoeken;
  • ruimte voor uitbreiding in de toepassing Wet Bibob (op termijn);
  • kostenbesparing (op termijn);
  • gezamenlijke aanschaf en beheer van kwalitatief goede ondersteunende applicaties:
  • inrichten van gewenste af- en bescherming van de vertrouwelijke informatie;
  • tijdsbesparing bij uitvoeren van de Bibob-toets;
  • bundeling van informatie per casus;
  • informatie makkelijker toegankelijk maken.

Samenwerkingspartners

Gemeenten in Gooi en Vechtstreek:  Vakafdelingen: APV en Bijzondere wetten, subsidies, zorg, vergunningverlening, omgevingswet, inkoop-/ aanbesteding,  RIEC Midden-Nederland,  politie,  Openbaar Ministerie,  provincie Noord-Holland.  

Beoogd resultaat

  • Het eindresultaat is een Bibob Expertise Team Gooi en Vechtstreek, waarin de gemeenten samenwerken in de uitvoering van de Wet Bibob. Hiervoor moeten de randvoorwaarden in orde gebracht worden, zoals overeenkomsten, mandaatregeling en het leveren van capaciteit en/ of financiën. Met deze samenwerking en het delen van kennis en capaciteit wordt de uitvoering van de Wet Bibob naar een hoger niveau gebracht, met name de kleinere gemeenten moeten hierdoor (beter) in staat zijn deze complexe materie toe te passen.
  • Een werkproces voor het uitvoeren van de Bibobtoets, dat aansluit bij de verschillende (vak-) afdelingen van de gemeenten die Bibob-waardige werkprocessen uitvoeren. De medewerkers die zo’n werkproces uitvoeren zijn opgeleid om hun bijdrage te leveren aan een succesvolle toetsing.
  • Districtelijke samenwerking tussen gemeenten in de Gooi- en Vechtstreek geconcentreerd rond kennis- en expertise op de Bibob-taken. Inzet van een samenhangende Bibob-toetsingsfunctie op alle gewenste expertiseniveaus.
  • Passende en duurzame capaciteit door het versterken van vaardigheden en het kennisniveau van de OOV-medewerkers, de medewerkers van de processen waarop Bibob toegepast wordt en het inrichten van werkprocessen die kwalitatief goede Bibob-toetsing ondersteunen.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

De (ervaring uit) pilot van een Bibob Expertise Team in Gooi en Vechtstreek kan een bijdrage leveren aan de aanpak van ondermijning in Nederland. De resultaten in ons district kunnen uitkomst bieden om de bestuurlijke weerbaarheid te versterken bij (kleinere) gemeenten in Nederland die eveneens kampen met een gebrek aan capaciteit, kwaliteit en ervaring in de uitvoering van de Wet Bibob.   

Naam van het project: Bibob Samenwerking BES
Initiatiefnemer: Gemeente De Bilt namens de gemeenten in BES-gebied (Baarn, Soest, Bunschoten, Eemnes en De Bilt)
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: Bibopproces verbeteren

Kern van het project

Er staat in elke gemeente spanning op de concrete uitvoering van de wet BIBOB. De BES-gemeenten onderzoeken hoe de juridisch, bestuurlijk en privacy-technisch te realiseren.

Doel van het project

Noodzakelijke expertise op de wet Bibob beschikbaar stellen voor alle deelnemende gemeenten en schaarse kennis bundelen. Hierdoor wordt continuïteit, kennisontwikkeling en toetsing gewaarborgd en wordt recht gedaan aan de specifieke kennis en behoefte van de lokale context waarin de wet wordt toegepast. Waterbedeffect ongewenst shopgedrag van malafide aanvragers gezamenlijk tegengaan.

De gemeenten gaan bij een positief advies bepalen of en hoe de samenwerking geïntensiveerd kan worden, bijvoorbeeld richting een Bibob Expertiseteam BES. 

Samenwerkingspartners

  • Gemeente Soest, Baarn, Bunschoten, Eemnes en De Bilt
  • RIEC Midden-Nederland
  • Politie
  • Openbaar Ministerie 

Resultaat

  • Inzicht in (on)mogelijkheden van samenwerken binnen BES . Inzicht in de juridisch, bestuurlijk en privacy-technisch haalbaarheid van (vergaande) samenwerking binnen BES.
  • Een werkproces voor het uitvoeren van de Bibobtoetsen bij de BES-gemeenten.

Het werkproces ondersteunt de uitvoering van de toets vanaf het moment dat een aanvraag wordt ingediend, tot en met de uiteindelijke besluitvorming.

  • Een samenhangende Bibob-toetsingsfunctie op alle gewenste expertiseniveaus. Passende en duurzame capaciteit door het versterken van vaardigheden en het kennisniveau van de OOV-medewerkers, de medewerkers van de processen waarop Bibob toegepast wordt en het inrichten van werkprocessen die kwalitatief goede Bibob-toetsing ondersteunen. Hier valt ook de rol van bibob-coördinator onder.
  • Besluitstuk voor de vaste   inrichting van een Bibob Expertise Team BES.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Zover bij bekend zijn er (nog) geen andere regionale samenwerkingen tussen gemeenten in de uitvoering van de Wet Bibob. Wel is duidelijk dat Gooi en Vecht een Bibob Expertiseteam wil opstarten. Daarmee kunnen de ervaringen van Gooi en Vechtstreek en BES een bijdrage leveren aan de aanpak van ondermijning in Nederland. De resultaten in het BES-gebied kunnen uitkomst bieden om de bestuurlijke weerbaarheid te versterken bij (kleinere) gemeenten in Nederland die eveneens kampen met een gebrek aan capaciteit, kwaliteit en ervaring in de uitvoering van de Wet Bibob.

Naam van het project: Bestuurlijk Interventieteam (BIT) Drechtsteden-Buiten
Initiatiefnemer: Gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht
Maatschappelijke opgaaf: verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: integraal werken/ interventiekracht 

Kern van het project

Inrichten en verbeteren van Bestuurlijk Interventieteam (BIT) voor vijf gemeenten in Drechtsteden-Buiten pm de aanpak van ondermijning. Het BIT bestaat uit een coördinator en een adviseur die zich richten op de bouwstenen: signaleren en melding, informatiepositie en controles en bestuurlijke maatregelen. Tevens draagt het BIT zorg voor toezicht en (integrale) controles.

In de aanpak van ondermijning werkt het Bestuurlijk Interventieteam actief samen met een aantal netwerkpartners. De oprichting van een Bestuurlijk Interventieteam sluit ook aan op de wens van de samenwerkingspartners om op te trekken met een gelijkwaardige partner en het efficiënter kunnen verdelen/beschikbaar kunnen stellen van hun capaciteit doordat er één aanspreekpunt is voor vijf gemeenten. Dit wordt nu al door de partners als prettig en waardevol beschouwd. 

Doel van het project

Effectievere samenwerking en het organiseren en borgen van een gezamenlijke aanpak tegen gemeentegrensoverschrijdende ondermijning. Daarnaast is het doel om het waterbed-effect te bestrijden. Het BIT biedt gemeenten genoeg capaciteit om structureel en op ad hoc basis integrale controles te organiseren. Hierdoor wordt een basis aanpak van ondermijning en kennis en expertise gewaarborgd in alle gemeenten.

Samenwerkingspartners

Het BIT werkt onder andere samen met: politie, OM, Sociale Dienst, NLA, Douane, NVWA, UWV, Omgevingsdiensten, LIV, RDW, RIEC en uiteraard gemeentelijke afdelingen zoals Bouw en Woningtoezicht en Vergunningsverlening. 

Beoogd resultaat

  • Eind 2025 is de pilot afgerond en wordt het Bestuurlijk Interventieteam omgezet naar een structureel karakter. De kosten hiervoor zijn structureel geborgd in de begroting van de vijf deelnemende gemeenten waardoor extra externe financiering niet meer noodzakelijk is.
  • Een startpakket met documentatie om een Bestuurlijk Interventieteam op te zetten. Dit kunnen bijvoorbeeld evaluaties, aanwijzingsbesluiten en ervaringen zijn. 

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

De feitelijke continuering van het Bestuurlijk Interventieteam is en blijft inzetbaar voor de vijf deelnemende gemeenten en zal een effectieve bijdrage blijven leveren in de gezamenlijke aanpak van ondermijning.

Het startpakket zoals benoemd kan ook gedeeld worden met andere gemeenten die interesse hebben in het opzetten van een Bestuurlijk Interventieteam.

Naam van het project: Aanpak ondermijnende criminaliteit – vergroting flexibele slagkracht integrale controles in lijn met een zoveel mogelijk eenduidige bestuursrechtelijke aanpak van ondermijning in de vijf ‘Heuvelrug-gemeenten’.
Initiatiefnemer: Gemeente Veenendaal, mede namens de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Rhenen, Wijk bij Duurstede en Renswoude.
Maatschappelijke opgaaf: verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: integraal werken/ interventiekracht 

Kern van het project

Harmoniseren aanpakken van ondermijning in de vijf gemeenten door het bestuurlijk instrumentarium op elkaar af te stemmen. Door inzet van een coördinator kunnen de  integrale controles een boost krijgen. Van de voorbereiding van controles tot de (juridische) afwikkeling. Onderdeel van de pilot vormt het opleiden en trainen van toezichthouders en juristen.

Doel van het project

  • Een coördinator inzetten die in 2025 de afgesproken integrale controles voorbereidt en uitvoert, samen met de gemeenten en partners. We organiseren dit in de vorm van een pilot zodat er in 2025 direct gestart kan worden.
  • De vijf gemeenten comfort, verlichting en kwaliteit bieden doordat er een vaste coördinator is die enerzijds betrokken is bij de voorbereiding en tevens mee gaat bij de controles, in welke rol dan ook. De precieze invulling is mede afhankelijk van de wens van iedere gemeente en waar zij staan. 

Samenwerkingspartners

Er wordt al intensief samengewerkt met de genoemde vijf gemeenten, diverse interne afdelingen, de politie, het OM, het RIEC en andere partners waar van toepassing (Omgevingsdienst, Belastingdienst, UWV, Douane etc.). 

Beoogd resultaat

  • Een analyse en advies voor ‘ondermijningsproof’ beleid waarbij bestuurlijk instrumentarium en de mogelijkheid om dit meer op elkaar af te stemmen in kaart is gebracht.
  • Er ligt een voorstel voor uniformering van beleid voor de vijf gemeenten voor besluitvorming in de gezagsdriehoek.
  • De vijf gemeenten hebben een flexibele ‘werkgroep’ opgezet die gespecialiseerd is in het uitvoeren van integrale controles. Deze organisatie staat stevig, gaat de controles gedegen uitvoeren en (juridisch) afhandelen en vervolgens (indien gewenst) bepalen op welke wijze dit gecontinueerd kan worden. Hierbij hoort ook een evaluatie om op basis daarvan een besluit te nemen over het wel of niet continueren van dit traject. 

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Het bestuurlijk instrumentarium dat uit de analyse komt als ‘ondermijningsproof’ kan in beginsel breed gedeeld worden met gemeenten in het land. Afhankelijk van de lokale situatie zijn aanpassingen mogelijk.
Op basis van de integrale controles volgt er een evaluatie. De geleerde lessen kunnen breed gedeeld worden met andere gemeenten en partners. Dit kan voor hen een traject richting een mogelijk bestuurlijk interventieteam bespoedigen.

Naam van het project: Interventieteam De Waarden
Initiatiefnemer: Integraal veiligheidsoverleg De Waarden
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren veiligheid algemeen
Kenmerken aanpak: integraal werken/ interventiekracht 

Kern van het project

Verbeteren informatievoorziening op ondermijning voor zeven deelnemende gemeenten met partners.  Lokaal worden overleggen georganiseerd om signalen op te halen, te wegen en te verrijken. Vervolgens gaan de coördinator en de data-analist er mee aan de slag. Na de analyse wordt het plan van aanpak opgesteld en worden de benodigde partners betrokken. 

Doel van het project

Een slagvaardig interventieteam oprichten voor zeven gemeenten met de daarbij benodigde expertise en ondersteuning. 

Samenwerkingspartners

Intern binnen de zeven gemeente verschillende teams/afdelingen.

Daarnaast politie, Omgevingsdienst Rivierenland, Sociale Recherche, Werkzaak Rivierenland, Nederlandse Arbeidsinspectie, Weerbaar Gelderland-Zuid, RIEC en op (RIEC-)casus niveau incidenteel ook de Belastingdienst, UWV, Sociale Verzekeringsbank en OM. 

Beoogd resultaat

  • Een nieuwe structuur met rol en taakbeschrijving.
  • Het interventieteam is geborgd en zichtbaar aanwezig in de gemeenten.
  • Er is een juridische basis om de samenwerking in de jaren daarna te kunnen waarborgen.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Het eindproduct is gelijk toepasbaar voor de zeven deelnemende gemeenten en wordt via het netwerk beschikbaar gesteld. Via Weerbaar Gelderland-Zuid in de regio en via het RIEC en veiligheidsnetwerk binnen Oost-Nederland.

Naam van het project: Veilig Samen in de Stedendriehoek: Innovatieve samenwerking tegen criminaliteit
Initiatiefnemer: Gemeente Apeldoorn namens vier samenwerkende gemeenten (Apeldoorn, Deventer, Lochem en Zutphen)
Maatschappelijke opgaaf: Verbeteren aanpak ondermijning
Kenmerken aanpak: Verkenning 

Kern van het project

Het project richt zich op samenwerking in de stedendriehoek tussen gemeenten, politie, OM, Belastingdienst en RIEC. Die samenwerking is wenselijk omdat we in het criminele speelveld zien dat criminelen zich niet houden aan onze gemeentegrenzen. De samenwerking is daarnaast innovatief, omdat we te maken hebben met gemeentegrenzen en provinciegrenzen, met meerdere politieteams en politiedistricten en met meerdere informatiepleinen.

Dit door met een vaste en beperkte groep samen te werken en door te kijken met elkaar waar winst te behalen valt binnen de bestaande structuur (bijvoorbeeld door het bij elkaar brengen van de betrokken operationele partners uit zowel infoplein IJsselland als infoplein Noord- en Oost-Gelderland) zonder ernaast een separate structuur op te tuigen. 

Doel van het project

Een effectieve intergemeentelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit, welke niet gehinderd wordt door de bestaande samenwerkingsstructuren (regionaal en districtelijk). Slimmer en efficiënter samenwerken binnen wat er al bestaat als het gaat om de aanpak van ondermijning en daarbij over de gemeente- en districtsgrens heengaan als daar een integraal haakje voor is.

Samenwerkingspartners

In de eerste lijn de gemeenten binnen de Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen en Lochem) en daarnaast de politie (Team Apeldoorn, Team IJsselland-Zuid en Team IJsselstreek), het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en het RIEC Oost-Nederland. Het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering (CVD) heeft aangeboden mee te denken en te ondersteunen. 

Resultaat

  • Structurele samenwerkingsafspraken tussen in ieder geval gemeenten uit verschillende districten en provincies en waar mogelijk verschillende politieteams, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en het RIEC Oost Nederland, waarbij slim gebruik wordt gemaakt van een gezamenlijk (ondermijnings)beeld en het bestuurlijk instrumentarium. Met aandacht voor het optimaliseren van samenwerken tussen de gemeenten, bijvoorbeeld door:
    • het versterken van de informatiepositie van en tussen gemeente;
    • het versterken van de integrale aanpak met ketenpartners op grens- en district overschrijdende casuïstiek;
    • het versterken de functionele samenwerking, bijvoorbeeld op het gebied van toezicht en handhaving;
    • inrichtingsvoorstellen et besluitvorming.

De resultaten zullen zowel schriftelijk als mondeling worden gepresenteerd in een eindrapport/-presentatie.

In hoeverre is het eindresultaat/eindproduct bruikbaar of inzetbaar voor en door anderen?

Wanneer een opzet voor een samenwerking is gemaakt, kunnen andere gemeenten in het land die intergemeentelijk (en buiten bestaande structuren) willen samenwerken hier hun voordeel mee doen. Het CVD zal helpen bij de landelijke verspreiding van de resultaten uit het project.